ECLI:NL:GHSHE:2023:3078

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
200.287.584_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verbetering van arrest inzake proceskosten in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 september 2023 uitspraak gedaan op een verzoek tot verbetering van een eerder arrest van 22 augustus 2023. Het verzoek is ingediend door Klaverblad Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. (hierna: de geïntimeerde), vertegenwoordigd door mr. J. Streefkerk, die stelde dat er een kennelijke fout in het arrest was geslopen met betrekking tot de begroting van de proceskosten. De geïntimeerde betoogde dat het hof ten onrechte de proceskosten had begroot op 3 punten x Tarief IV, terwijl dit 5½ punten had moeten zijn. Mr. D.J. Wolf, de advocaat van de appellante, reageerde hierop en stelde dat het hof 4½ punten had moeten toekennen, waarbij hij ook argumenten aanvoerde over de inhoud van de akte en de memorie na enquête.

Het hof heeft het verzoek tot verbetering deels toegewezen. Het hof concludeerde dat het inderdaad ten onrechte 3 punten had toegekend in plaats van 3½ punten. Bij de begroting van de proceskosten heeft het hof de Liquidatietarieven per 1 februari 2023 als uitgangspunt genomen. Het hof heeft de kosten voor griffierecht, taxe getuigen en salaris advocaat aangepast in het dictum van het arrest. De uiteindelijke begroting van de proceskosten werd vastgesteld op € 9.739,90, waarbij de eerdere begroting van € 8.661,40 werd gecorrigeerd. Het hof wees het verzoek tot verbetering voor het overige af, en bevestigde de eerdere vonnissen van 1 april 2020 en 2 september 2020 met verbetering van gronden.

Deze uitspraak is gedaan door de rechters E.H. Schulten, Z.D. van Heesen-Laclé en T.J. Dorhout Mees, en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 26 september 2023.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.287.584/01
arrest van 26 september 2023 op het verzoek strekkende tot verbetering in de zin van artikel 31 Rv van het arrest, gewezen op 22 augustus 2023
in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig is geweest tussen

[x] Financiële Dienstverlening B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als: [appellante] ,
advocaat: mr. D.J. Wolf te Rotterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,wonende te [woonplaats] ,
Klaverblad Schadeverzekeringsmaatschappij N.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerden,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde] , Klaverblad en gezamenlijk als [geïntimeerden] ,
advocaat: mr. J. Streefkerk te Voorburg.
Bij brief van 25 augustus 2023 heeft mr. Streefkerk aan het hof bericht dat het hem voorkomt dat er een kennelijke fout in het arrest is geslopen waarvan [geïntimeerden] verzoekt deze te herstellen. Volgens mr. Streefkerk heeft het hof ten onrechte de proceskosten van [geïntimeerden] begroot op 3 punten x Tarief IV. Dit had 5½ punten moeten zijn, aldus [geïntimeerden]
Mr. Wolf heeft bij brief van 8 september 2023 gereageerd. Volgens mr. Wolf had het hof 4 ½ punten moeten toekennen. Voor de akte van 20 december 2022 geldt dat dit een akte betreft zonder bijzondere inhoud zodat hiervoor geen half punt moet worden gerekend. Voorts is er geen aanleiding om voor de memorie na enquête een heel punt te rekenen, omdat de memorie geen bijzondere omvang heeft en er geen aanleiding bestaat af te wijken van het standaardtarief van een half punt voor deze memorie.
Het verzoek tot verbetering van het arrest zal deels worden toegewezen. Het hof heeft ten onrechte 3 punten toegekend, in plaats van 3 ½ punten. Bij het begroten van het aantal punten heeft het hof de Liquidatietarieven rechtbanken en gerechtshoven per 1 februari 2023 tot uitgangspunt genomen. Voor de memorie van antwoord, de mondelinge behandeling en het getuigenverhoor is telkens 1 punt in aanmerking genomen. Daarnaast is een half punt voor de memorie na enquête op zijn plaats. Het hof heeft dan ook ten onrechte de proceskosten op 3 punten x Tarief IV in het arrest van 22 augustus 2023 begroot. Dit hadden 3 ½ punten moeten zijn. Daarbij merkt het hof op dat geen sprake is geweest van een pleidooizitting en dat het hof geen aanleiding ziet om voor de akte van 20 december 2022, waarin een opgave van getuigen is gedaan en het strafvonnis is overgelegd, een half punt te begroten. Evenmin ziet het hof aanleiding om ten aanzien van de memorie na enquête een heel punt te begroten, ook al is in die memorie tevens een reactie opgenomen op de memorie van de wederpartij. De memorie na enquête (inclusief antwoordmemorie) is niet zo omvangrijk dat een heel punt daarvoor gerechtvaardigd is.
Het hof:
bepaalt dat in rov. 6.5 de zin: “Het hof begroot deze kosten op € 2.071,- aan griffierecht,
€ 119,40 aan taxe getuigen en € 6,471,- aan salaris advocaat (3 punten x Tarief IV), in totaal € 8.661,40.” moet worden verbeterd en gewijzigd zodat deze zin komt te luiden:
“Het hof begroot deze kosten op € 2.071,- aan griffierecht, € 119,40 aan taxe getuigen en
€ 7.549,50 aan salaris advocaat (3 ½ punten x Tarief IV), in totaal € 9.739,90.”
bepaalt dat in het dictum van het tussen bovenvermelde partijen gewezen arrest van 22 augustus 2023 moet worden verbeterd en gewijzigd zodat dit komt te luiden:
“bekrachtigt de vonnissen van 1 april 2020 en 2 september 2020 met verbetering van gronden;
veroordeelt [appellante] in de proceskosten van [geïntimeerden] begroot op € 9.739,90.”
wijst het verzoek tot verbetering van het arrest van 22 augustus 2023 voor het overige af.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.H. Schulten, Z.D. van Heesen-Laclé en T.J. Dorhout Mees en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 26 september 2023.
griffier rolraadsheer