In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor opzettelijke overtreding van de Wet op de accijns, waarbij hij een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd kreeg. De zaak betreft het voorhanden hebben van 6.840.000 onveraccijnsde sigaretten. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het eerdere vonnis zou vernietigen en de verdachte opnieuw zou veroordelen. De verdediging heeft echter vrijspraak bepleit, stellende dat er geen opzet was op het voorhanden hebben van de sigaretten. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte en de omstandigheden waaronder de sigaretten zijn opgeslagen zorgvuldig gewogen.
Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor de stelling dat de verdachte opzettelijk onveraccijnsde sigaretten voorhanden heeft gehad. De omstandigheden waren niet zodanig verdacht dat de verdachte de aanmerkelijke kans op illegale sigaretten bewust heeft aanvaard. Daarom heeft het hof het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde. Tevens is besloten dat de in beslag genomen sigaretten aan het verkeer worden onttrokken, ondanks de vrijspraak.