ECLI:NL:GHSHE:2023:2941

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
200.323.268_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep. Het hoger beroep was ingeleid door [X. B.V.] tegen [Y. B.V.] naar aanleiding van een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 12 januari 2023. Tijdens de procedure in hoger beroep hebben partijen op 31 augustus 2023 aan het hof laten weten dat [X. B.V.] haar vorderingen intrekt en dat [Y. B.V.] daarmee instemt. Dit leidde tot de conclusie dat [X. B.V.] niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in het hoger beroep. Het hof heeft vervolgens de proceskosten aan de zijde van [Y. B.V.] begroot, waarbij het griffierecht op € 783,00 en het salaris van de advocaat op € 1.183,00 werd vastgesteld. Het hof heeft de kosten van het hoger beroep aan [X. B.V.] opgelegd, uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak is openbaar gedaan door de rolraadsheer op dezelfde datum.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.323.268/01
arrest van 12 september 2023
in de zaak van

1.[X. B.V.] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
[X vastgoed B.V],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten,
hierna aan te duiden als [X. B.V.] (enkelvoud),
advocaat: mr. M.C.G. Nijssen te Heerlen,
tegen

1.[Y. B.V.] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
[geïntimeerde sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,
3.
[geïntimeerde sub 3] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
hierna aan te duiden als [Y. B.V.] (enkelvoud) ,
advocaat: mr. M.N. van Dam te Amsterdam,
op het bij exploot van dagvaarding van 9 februari 2023 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 12 januari 2023, door de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, gewezen tussen [X. B.V.] als eiseressen en [Y. B.V.] als gedaagden.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/312677 / KG ZA 22-474)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep met grieven;
  • de memorie van antwoord met productie.
2.2.
Op 1 september 2023 was een mondelinge behandeling gepland. Op 31 augustus 2023 hebben partijen het hof laten weten dat [X. B.V.] haar vorderingen in het hoger beroep intrekt en dat [Y. B.V.] daarmee instemt, en dat partijen het hof verzoeken [X. B.V.] te veroordelen in de kosten van de procedure. Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

3.1.
Het hof begrijpt uit de mededelingen van partijen dat [X. B.V.] geen grieven tegen het bestreden vonnis meer wenst op te werpen. Dit betekent dat [X. B.V.] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het hoger beroep. [X. B.V.] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Volgens het Liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven wordt voor een mondelinge behandeling 1 punt toegekend. Aangezien de mondelinge behandeling niet heeft plaatsgevonden, zal dit punt niet worden toegekend. Uitsluitend voor de memorie van antwoord zal één punt volgens tarief II worden toegekend. Dit betekent dat de kosten van het hoger beroep aan de zijde van [Y. B.V.] als volgt worden begroot:
  • Griffierecht € 783,00
  • Salaris advocaat (1 punt x tarief II € 1.183,00) € 1.183,00

4.De uitspraak

Het hof:
verklaart [X. B.V.] niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt [X. B.V.] , uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten van het hoger beroep en begroot die kosten tot op heden aan de zijde van [Y. B.V.] op € 783,00 aan griffierecht en € 1.183,00 aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. N.W.M. van den Heuvel, A.C. van Campen en G.J.S. Bouwens en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 september 2023.
griffier rolraadsheer