ECLI:NL:GHSHE:2023:2910

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
20-001568-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in strafzaak wegens wapen- en drugsovertredingen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 maanden voor het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie en de Opiumwet. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de verdachte geen schriftelijke grieven heeft ingediend en ook geen mondelinge bezwaren heeft geuit tegen het vonnis. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de strafzaak verder te onderzoeken, ondanks het ingediende hoger beroep. De beslissing van het hof is genomen na kennisname van de vordering van de advocaat-generaal, die had gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. M. Peperkamp, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001568-22
Uitspraak : 4 september 2023
VERSTEK (onip)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 8 juli 2022, in de strafzaak met parketnummer 02-072183-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
wonende te [woonplaats] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van ‘handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie’ (feit 1) en ‘opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’ (feit 2) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts zijn de onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling (of via een gemachtigd advocaat) bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en het hof niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden. Daarom zal het hof toepassing geven aan het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

Het hof:
verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. C.M. Hilverda, voorzitter,
mr. S.V. Pelsser en mr. F. van Es, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Peperkamp, griffier,
en op 4 september 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.