ECLI:NL:GHSHE:2023:2885

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 augustus 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
20-000014-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal en poging tot diefstal met braak

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte, geboren in 1980, was eerder veroordeeld voor diefstal en poging tot diefstal door middel van braak. De rechtbank had hem een gevangenisstraf van één maand opgelegd, maar de advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een zwaardere straf van zes weken. De verdachte heeft in hoger beroep vrijspraak bepleit voor de diefstal met parketnummer 03-270282-22, maar het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldiging en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Echter, het hof heeft wel bewezen geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal met parketnummer 03-252765-22 en de poging tot diefstal met parketnummer 10-271044-22. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, met aftrek van voorarrest. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, maar het hof heeft de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft de beslissing gegrond op de artikelen 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000014-23
Uitspraak : 30 augustus 2023
TEGENSPRAAK (oip)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 19 december 2022 in de eerste aanleg gevoegde strafzaken met parketnummers 03-270282-22, 03-252765-22 en 10-271044-22, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. Dordrecht.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank het tenlastegelegde bewezenverklaard, dat gekwalificeerd als:
  • schuldheling (parketnummer 03-270282-22);
  • diefstal (parketnummer 03-252765-22);
  • poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak (parketnummer 10-271044-22),
de verdachte daarvoor strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één maand met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de rechtbank een beslissingen genomen op de vordering van de benadeelde partij. Ook is de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de aan de verdachte in de zaken met de parketnummers 03-270282-22, 03-252765-22 en 10-271044-22 tenlastegelegde feiten bewezen zal verklaren en de verdachte te dien aanzien zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal het hof verzocht de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] , conform het oordeel van de politierechter, toe te wijzen tot een bedrag van € 18,40, de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De raadsman van de verdachte heeft primair vrijspraak bepleit van de aan de verdachte in de zaken met de parketnummers 03-270282-22 en 10-271044-22 tenlastegelegde feiten. Ten aanzien van het aan de verdachte tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 03-252765-22 is door de verdediging geen inhoudelijk verweer gevoerd. Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd. Voorts heeft de raadsman het hof verzocht de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij:
in de zaak met parketnummer 03-270282-22:
op of omstreeks 20 oktober 2022 in de gemeente Landgraaf een of meerdere kentekenpla(a)t(en) (kentekenplaatnummer [kenteken 1] ), althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
in de zaak met parketnummer 03-252765-22:
op of omstreeks 4 oktober 2022 in de gemeente Heerlen één of meerdere krat(ten), in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander, toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om die/dat zich wederrechtelijk toe te eigenen;
in de zaak met parketnummer 10-271044-22:
op of omstreeks 22 augustus 2022 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een auto en/of goederen uit deze auto, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander, toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, doordat hij, de verdachte:
- het slot van de bestuurdersportier van voornoemde auto heeft verbroken/geforceerd en/of
- zich in voornoemde auto heeft begeven, in elk geval zich de toegang tot voornoemde auto heeft verschaft en/of
- in voornoemde auto, in/bij het dashboard en/of in/bij het middenconsole heeft gerommeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het aan hem in de zaak met parketnummer 03-270282-22 tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het aan hem in de zaken met de parketnummers 03-252765-22 en 10-271044-22 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat hij:
in de zaak met parketnummer 03-252765-22:
op 4 oktober 2022 in de gemeente Heerlen één krat dat aan [bedrijf] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
in de zaak met parketnummer 10-271044-22:
op 22 augustus 2022 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen uit de auto, toebehorende aan [benadeelde 2] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak
- het slot van de bestuurdersportier van voornoemde auto heeft verbroken/geforceerd en
- zich in voornoemde auto heeft begeven en
- in voornoemde auto, in/bij het dashboard en in/bij het middenconsole heeft gerommeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
De beslissing dat het onder de parketnummers 03-252765-22 en 10-271044-22 bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hieronder bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 03-252765-22:
Nu de verdachte betreffende het aan hem onder parketnummer 03-252765-22 tenlastegelegde feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en door of namens hem ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, volstaat het hof met de navolgende opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
1.
De door de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep van 16 augustus 2023 afgelegde bekennende verklaring, inhoudende:
“Ik beken dat ik de in de zaak met parketnummer 03-252765-22 tenlastegelegde diefstal heb gepleegd”;
2.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 4 oktober 2022, dossierpagina’s 7-8, voor zover inhoudende de verklaring van aangever [aangever] namens [bedrijf] te Hoensbroek;
3.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2022, dossierpagina 9, voor zover inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] .
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10-271044-22:
Hierna wordt – tenzij anders vermeld – steeds verwezen naar paginanummers van het eindproces-verbaal van de politie-eenheid Rotterdam, registratienummer PL1700-2022259306, op ambtseed opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , brigadier bij de politie, gesloten d.d. 28 oktober 2022, bevattende een verzameling in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van politie met daarin gerelateerde bijlagen, met doorgenummerde dossierpagina’s 1 tot en met 83. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
1.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 22 augustus 2022, dossierpagina’s 7-9, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [benadeelde 2] :
Op 22 augustus 2022 omstreeks 16.20 uur liep ik met mijn vader (
het hof begrijpt hier: getuige [getuige] )naar de Van Meerkerenstraat omdat mijn voertuig hier geparkeerd stond. Mijn voertuig is voorzien van het kenteken [kenteken 2] , merk Renault, type Kangoo en blauw van kleur. We liepen vanuit de Boezemsingel naar de Van Meerkerenstraat. Ik zag dat er een voor mij onbekend persoon in mijn voertuig zat. Mijn vader riep: “He”. Ik zag dat er een jongen uit het voertuig stapte. Ik sprak de jongen aan. Ik vroeg: “Waar ben je mee bezig”. Ik zag dat de jongen wegrende. Ik zag dat mijn vader hem achterna rende. Ik rende mijn vader achterna. Ik zag dat de jongen in een voertuig stapte. Ik zag dat dit op de Boezemsingel gebeurde ter hoogte van huisnummer 48.
Ik kan de jongen die in mijn voertuig zat als volgt omschrijven:
- zwart haar;
- tussen de 175 en 170 centimeter;
- zwart baardje;
- Nederlandstalig;
- Marokkaanse jongen;
- tussen de 25 en 30 jaar oud;
- wit T-shirt;
- zwarte broek;
- hij zag eruit of hij net wakker was. Niet netjes, verzorgd.
Later, toen ik verder keek om mijn voertuig, zag ik spullen liggen die niet van mij waren. Ik zag een jas liggen, zwart van kleur. Een kunstgebit, een gedeelte hier van, onder of boven. Als laatste zag ik een zakmes. Aan de bestuurderskant van mijn voertuig is mijn slot kapot. Ik kan mijn voertuig niet meer met mijn sleutel op slot doen.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen (met fotobijlagen) d.d. 22 augustus 2022, dossierpagina’s 13-14, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] :
Op 22 augustus 2022 omstreeks 16.35 uur, kregen wij, verbalisant [verbalisant 4] en verbalisant [verbalisant 3] , de opdracht van het Operationeel Centrum Rotterdam om te gaan naar Van Meekerenstraat in Rotterdam. Daar zou de melder een jongen hebben aangesproken die zich in zijn voertuig bevond. De jongen zou zijn weggerend. Op 22 augustus 2022 omstreeks 16.40 uur kwamen wij, verbalisanten, ter plaatse aan op de van Meekerenstraat in Rotterdam. Wij, verbalisanten, zagen twee mannen. Zij bleken later slachtoffer en getuige te zijn.
Op 22 augustus 2022 omstreeks 16.41 uur gingen wij in gesprek met het slachtoffer en de getuige. Wij, verbalisanten, hoorden dat het slachtoffer zei dat hij zijn auto had geparkeerd op de Van Meekerenstraat. Toen hij naar zijn auto liep om weer weg te gaan, zag hij dat daar een man van ongeveer 25 jaar in zijn voertuig zat op de bestuurdersstoel. De man droeg een wit T-shirt. Wij, verbalisanten, hoorden dat [benadeelde 2] (
het hof begrijpt hier telkens: aangever [benadeelde 2] )vertelde dat de man die zich in de auto bevond, wegrende in de richting van de Boezemsingel.
Wij, verbalisanten, hoorden dat [benadeelde 2] vertelde dat toen zij weer bij hun voertuig waren dat de man die zij eerder aantroffen in hun voertuig naar hun toe kwam lopen. Zij zagen dat de man zijn tas pakte en weer wegrende in de richting van de Boezemsingel.
Wij, verbalisanten, zagen dat er zich rondom het voertuig de volgende goederen bevonden: Telefoon, kunstgebit, zakmes en een jas. Wij vroegen aan [benadeelde 2] en [getuige] (
het hof begrijpt hier: getuige [getuige] )of deze spullen van hun waren. Wij hoorden dat deze spullen niet van hun waren. Wij, verbalisanten, hebben de telefoon, kunstgebit, zakmes en jas in beslag genomen en veiliggesteld middels een DNA-kit. Tevens maakten wij foto’s van de goederen en hebben deze als bijlage aan dit proces-verbaal gevoegd.
Wij, verbalisanten, hoorden van [benadeelde 2] dat het sleutelgat van zijn bestuurderskant vernield was en hierdoor de man zich toegang had verleend tot het voertuig. Hiervan maakten wij een foto en hebben deze toegevoegd als bijlage.
3.
Proces-verbaal van bevindingen (met fotobijlagen) d.d. 19 oktober 2022, dossierpagina’s 28-31, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 14 oktober 2022 was ik, verbalisant [verbalisant 2] , belast met het uitkijken van camerabeelden welke ontvangen waren van de beheerder van het pand gevestigd op de Van Meekerenstraat 52 tot en met 130 te Rotterdam.
Ik zag dat er van twee camera's beelden beschikbaar waren gesteld, te weten:
- Boezemsingel ingang Noord
- Boezemsingel binnenplaats Zuid
1.1
Bestand 2022-08-22_16_16_49_973
Links bovenin het scherm stond: Boezemsingel - Ingang Noord 2022-08-02. Het getoonde tijdstip was 16.16 uur en deze video duurde 11 seconden. Ik zag een parkeerplaats voor fietsen/snorfietsen en motorvoertuigen. Ik zag drie voertuigen naast elkaar geparkeerd staan. Ik zag dat de middelste auto een bestelauto blauw van kleur was. Ik herkende dit voertuig als zijnde een Renault Kangoo aan de uiterlijke kenmerken. Ik kon geen kenteken lezen. Ambtshalve herkende ik de parkeerplaats als zijnde de Van Meekerenstraat in Rotterdam, een zijstraat van de Boezemsingel.
Ik zag dat er een persoon aan kwam lopen welke ik als volgt kan omschrijven:
- man
- witte huidskleur
- droeg een korte donkere broek
- droeg een wit T-shirt
- droeg een donkere pet
- droeg donkere slippers
- droeg in zijn rechterhand een blauwe tas met daarop het Albert Heijn logo
Dit bleek later de verdachte te zijn: [verdachte] .
Ik zag dat deze man naar de blauwe Renault Kangoo liep. Ik zag via het raam van het voertuig dat de man de linker schuifdeur van het voertuig opende.
1.2
Bestand Ingang Noord 2022-08 -22_16_18_40_888
Links bovenin het scherm stond: Boezemsingel - Ingang Noord 2022-08-02. Het getoonde tijdstip was 16.18 uur en deze video duurde 16 seconden.
Ik zag twee mannen aan komen lopen. Dit bleken later de aangever en de vader van de aangever te zijn. Ik zag dat de aangever en zijn vader over de parkeerplaats naar de Renault Kangoo liepen. Ik zag dat ze aan kwamen aan de linkerkant van de Renault Kangoo. Ik zag vervolgens de verdachte hard wegrennen richting de Van Meekerenstraat en vervolgens rechts richting de Boezemsingel. Ik zag dat de vader van de aangever achter de verdachte aanrenden.
2.1
Binnenplaats Zuid 2022-08-22_16_15_00_756
Links bovenin het scherm stond: Boezemsingel - Binnenplaats Zuid 2022-08-22. Het getoonde tijdstip was 16.15:00 uur en deze video duurde 1 uur en 15 minuten. Ik zag de blauwe Renault Kangoo maar dan vanuit een andere hoek gefilmd. Ik zag namelijk de linkerkant van het voertuig met daarin de schuifdeur. Op tijdstip 16.16:55 zag ik een man de schuifdeur openmaken van het voertuig. Ik herkende deze man als de verdachte. Ik zag dit aan de pet en witte T-shirt van de man. Ik zag dat de man de pet scheef op zijn hoofd had staan en ik zag dat de man licht getint was. Ik zag dat de man donker haar had. Ik zag dat de man voor geruime tijd aan het rommelen was in het voertuig. Ik zag dat de man op tijdstip 16.17:39 de bestuurdersdeur van binnenuit openmaakte. Ik zag namelijk dat de man via de
schuifdeur naar binnen reikte en dat daarna het portier aan de bestuurderszijde
openging. Ik zag dat de man vervolgens in het dashboard en middenconsole van het voertuig rommelde. Vervolgens zag ik dat de man op tijdstip 16.18:37 uit het voertuig ging. Zijn gezicht was toen goed zichtbaar vanaf de linkerzijde. Ik zag dat de man donker haar op zijn
kin en bovenlip had. Ik zag dat de pet van de man van het merk Dsquered2 was.
Vervolgens zag ik op tijdstip 16.18:45 de verdachte wegrennen en zag ik de vader van de aangever achter de verdachte aangaan.
4.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 augustus 2022, dossierpagina 45, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 23 augustus 2022 liet politiefunctionaris Van Hecke mij een foto van een telefoon zien, waarop een man stond afgebeeld. Ik herkende deze man direct als zijnde:
[verdachte] , geboren [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats] in Marokko.
Hierop deelde politiefunctionaris Van Hecke mij mede dat deze telefoon was achtergebleven na een gekwalificeerde diefstal en mogelijk eigendom was van de verdachte in dit onderzoek. Van de gekwalificeerde diefstal waren tevens camerabeelden beschikbaar en was er een still van de verdachte ter herkenning op het intranet geplaatst waarop de verdachte een zwarte pet met witte letters op heeft. De man op de still herkende ik tevens als zijnde de voornoemde [verdachte] .
Ik had geen voorkennis van deze zaak welke heeft bijgedragen aan de herkenningen.
Ik ken [verdachte] al zeker 15 jaar van mijn werkzaamheden als politieagent in het gebied van Rotterdam-Noord. Ik heb [verdachte] in het verleden veelvuldig gesproken, aangehouden en bekeurd. Ik herkende [verdachte] door het totaalbeeld van zijn uiterlijke kenmerken. Specifiek herkende ik [verdachte] van de foto vanaf de telefoon aan zijn:
- ingevallen gezicht
- kleine naar achteren staande flaporen
- scheve mond
- dikke fronsende wenkbrauwen
- zwarte sikje
Specifiek herkende ik [verdachte] van de still, afkomstig van de camerabeelden, aan zijn:
- kleine naar achteren staande flaporen
- zwarte sikje
- ingevallen gezicht
5.
Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 augustus 2022, dossierpagina’s 65-67, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige] :
Op 22 augustus 2022, omstreeks 16.00 uur, was ik getuige van een diefstal vanuit een auto.
Ik was samen met Kahlid (
het hof begrijpt hier: aangever [benadeelde 2] )in mijn woning op [adres] . [benadeelde 2] had zijn auto geparkeerd op de Van Meekerenstraat in Rotterdam. Wij zijn toen samen naar zijn auto gelopen. De auto van [benadeelde 2] betreft een blauwe Renault Kangoo met Nederlands kenteken [kenteken 2] .
Toen wij bij de auto van [benadeelde 2] aankwamen, zag ik gelijk dat de deur van zijn auto openstond en dat er een man in zijn auto zat. [benadeelde 2] liep gelijk naar zijn auto en zei tegen de man: "Wat doe jij in mijn auto?" Ik was achter [benadeelde 2] aangelopen en probeerde de man in de auto vast te pakken. Vervolgens rende de man gelijk weg in de richting van de Boezemsingel. Ik kan deze man als volgt omschrijven:
- man,
- Marokkaanse,
- licht getint,
- ongeveer 180 centimeter lang,
- dun postuur,
- zwart haar,
- ouder dan 30
- zwarte pet
- wit T-shirt
- zwarte slippers met een rode streep.
Ik zag dat er naast de auto, bij het bestuurdersportier, een boodschappentas van de Albert Heijn stond. Ik weet niet wat er in deze tas zat. Terwijl ik met [benadeelde 2] aan het praten was, zag ik de man, die eerder in de auto van [benadeelde 2] zat, kwam aangerend. Hij pakte de boodschappentas en rende weer weg. Ik zag dat op de grond, waar eerder de boodschappentas stond, een kunstgebit, een klein zakmesje en een mobiele telefoon lagen.
6.
De door de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 16 augustus 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
De mobiele telefoon, het kunstgebit, het zakmes en de jas die in de buurt van de auto van aangever zijn aangetroffen, zijn van mij.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 03-252765-22:
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10-271044-22:
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit. Daartoe is in de eerste plaats aangevoerd dat het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] betreffende het uitkijken van de camerabeelden afwijkt van de verklaring van aangever [benadeelde 2] , nu het proces-verbaal aanzienlijk uitgebreider is. In de tweede plaats is door de raadsman aangevoerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het de verdachte is geweest die de poging tot diefstal met braak heeft gepleegd. Daarbij wordt in het bijzonder gewezen op het alternatieve scenario van de verdachte, inhoudende dat iemand anders de aangetroffen spullen die aan de verdachte toebehoorden heeft achtergelaten bij de auto van aangever. Tot slot is door de verdediging aangevoerd dat de camerabeelden onduidelijk zijn en dat derhalve niet bewezen kan worden dat het de verdachte is die op de camerabeelden te zien is.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Uit de verklaringen van aangever [benadeelde 2] en getuige [getuige] , alsmede het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , volgt dat op 22 augustus 2022 een poging tot diefstal met braak is gepleegd waarbij een persoon het slot van de auto van aangever [benadeelde 2] heeft geforceerd. Op camerabeelden is te zien dat deze persoon vervolgens in het dashboardkastje en het middenconsole van de auto van aangever rommelde. Toen aangever [benadeelde 2] en getuige [getuige] de persoon in de auto zagen zitten en hem hierop aanspraken, rende de persoon weg. Bij de auto van aangever zijn verschillende spullen achtergelaten die - gelet op de verklaring van de verdachte ter terechtzitting - aan de verdachte toebehoren, waaronder een mobiele telefoon. Verbalisant [verbalisant 5] , die de verdachte in het kader van zijn werkzaamheden als politieagent reeds 15 jaar kent, heeft de verdachte herkend als de persoon op zowel een selfie op de aangetroffen mobiele telefoon als de camerabeelden van het delict. Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat deze camerabeelden voldoende duidelijk zijn.
De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep, inhoudende dat niet hij, maar iemand anders een tas met spullen die aan de verdachte toebehoren in de buurt van de auto van aangever heeft neergelegd om de verdachte een hak te zetten, acht het hof, mede gelet op het vorengaande, ongeloofwaardig en schuift deze dan ook terzijde.
Anders dan de verdediging, maar met de advocaat-generaal, is het hof van oordeel dat boven redelijke twijfel is verheven dat het de verdachte is geweest die de poging tot diefstal met braak heeft gepleegd. Hetgeen overigens door de verdediging is aangevoerd, leidt niet tot een ander standpunt.
Het hof verwerpt het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging in al zijn onderdelen.
Resumerend acht het hof, op grond van het vorenoverwogene en de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10-271044-22 tenlastegelegde heeft begaan.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde van het in de zaak met parketnummer 03-252765-22 tenlastegelegde levert op:

diefstal.

Het bewezenverklaarde van het in de zaak met parketnummer 10-271044-22 tenlastegelegde levert op:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Het hof neemt bij het bepalen van de straf in het bijzonder het navolgende in aanmerking.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, alsmede aan een poging tot diefstal door middel van braak. Dergelijk handelen veroorzaakt niet alleen materiële schade, maar zorgt eveneens voor overlast en ergernis. Voorts heeft de verdachte door de (poging tot) diefstal blijk gegeven van een gebrek aan respect voor andermans eigendomsrecht. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 26 juni 2023, betrekking hebbende op het justitiële verleden van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder diefstal, en dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Voorts heeft het hof acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken. Ten overstaan van het hof heeft de verdachte in dit verband verklaard dat hij arbeidsongeschikt is, een uitkering ontvangt en vrijwilligerswerkzaamheden verricht. Voorts heeft de verdachte verklaard af en toe te blowen en te drinken. De schulden van de verdachte zijn minder groot dan voorheen.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
Alles afwegende acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft in eerste aanleg in de zaak met parketnummer 03-270282-22 een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 36,80, geheel bestaande uit materiële schade. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 18,40, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 20 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De benadeelde partij is in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard.
De benadeelde partij heeft niet te kennen gegeven de vordering in hoger beroep te handhaven. Derhalve is de vordering tot schadevergoeding slechts aan het oordeel van het hof onderworpen, voor zover deze door de politierechter is toegewezen.
Nu aan de verdachte ter zake van het tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kan de benadeelde partij [benadeelde 1] in haar vordering niet worden ontvangen.
Het hof dient ook in geval van een vrijspraak een beslissing te nemen over de proceskosten, voor zover die kosten betrekking hebben op de vordering van de benadeelde partij. Het hof zal de benadeelde partij veroordelen in de proceskosten van de verdachte voor zover die betrekking hebben op de vordering van de benadeelde partij. Door of namens de verdachte is niet naar voren gebracht dat zulke kosten zijn gemaakt, zodat die kosten worden begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het aan hem in de zaak met parketnummer
03-270282-22 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het aan hem in de zaken met parketnummers 03-252765-22 en 10-271044-22 tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door:
mr. L.G.J.M. van Ekert, voorzitter,
mr. S.V. Pelsser en mr. F. van Es, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.E.C.N. Schlüter en A. Burgmeijer, griffiers,
en op 30 augustus 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. L.G.J.M. van Ekert, mr. F. van Es en A. Burgmeijer zijn buiten staat het arrest te ondertekenen.