2.1Binnenplaats Zuid 2022-08-22_16_15_00_756
Links bovenin het scherm stond: Boezemsingel - Binnenplaats Zuid 2022-08-22. Het getoonde tijdstip was 16.15:00 uur en deze video duurde 1 uur en 15 minuten. Ik zag de blauwe Renault Kangoo maar dan vanuit een andere hoek gefilmd. Ik zag namelijk de linkerkant van het voertuig met daarin de schuifdeur. Op tijdstip 16.16:55 zag ik een man de schuifdeur openmaken van het voertuig. Ik herkende deze man als de verdachte. Ik zag dit aan de pet en witte T-shirt van de man. Ik zag dat de man de pet scheef op zijn hoofd had staan en ik zag dat de man licht getint was. Ik zag dat de man donker haar had. Ik zag dat de man voor geruime tijd aan het rommelen was in het voertuig. Ik zag dat de man op tijdstip 16.17:39 de bestuurdersdeur van binnenuit openmaakte. Ik zag namelijk dat de man via de
schuifdeur naar binnen reikte en dat daarna het portier aan de bestuurderszijde
openging. Ik zag dat de man vervolgens in het dashboard en middenconsole van het voertuig rommelde. Vervolgens zag ik dat de man op tijdstip 16.18:37 uit het voertuig ging. Zijn gezicht was toen goed zichtbaar vanaf de linkerzijde. Ik zag dat de man donker haar op zijn
kin en bovenlip had. Ik zag dat de pet van de man van het merk Dsquered2 was.
Vervolgens zag ik op tijdstip 16.18:45 de verdachte wegrennen en zag ik de vader van de aangever achter de verdachte aangaan.
4.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 augustus 2022, dossierpagina 45, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 23 augustus 2022 liet politiefunctionaris Van Hecke mij een foto van een telefoon zien, waarop een man stond afgebeeld. Ik herkende deze man direct als zijnde:
[verdachte] , geboren [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats] in Marokko.
Hierop deelde politiefunctionaris Van Hecke mij mede dat deze telefoon was achtergebleven na een gekwalificeerde diefstal en mogelijk eigendom was van de verdachte in dit onderzoek. Van de gekwalificeerde diefstal waren tevens camerabeelden beschikbaar en was er een still van de verdachte ter herkenning op het intranet geplaatst waarop de verdachte een zwarte pet met witte letters op heeft. De man op de still herkende ik tevens als zijnde de voornoemde [verdachte] .
Ik had geen voorkennis van deze zaak welke heeft bijgedragen aan de herkenningen.
Ik ken [verdachte] al zeker 15 jaar van mijn werkzaamheden als politieagent in het gebied van Rotterdam-Noord. Ik heb [verdachte] in het verleden veelvuldig gesproken, aangehouden en bekeurd. Ik herkende [verdachte] door het totaalbeeld van zijn uiterlijke kenmerken. Specifiek herkende ik [verdachte] van de foto vanaf de telefoon aan zijn:
- ingevallen gezicht
- kleine naar achteren staande flaporen
- scheve mond
- dikke fronsende wenkbrauwen
- zwarte sikje
Specifiek herkende ik [verdachte] van de still, afkomstig van de camerabeelden, aan zijn:
- kleine naar achteren staande flaporen
- zwarte sikje
- ingevallen gezicht
5.
Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 augustus 2022, dossierpagina’s 65-67, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige] :
Op 22 augustus 2022, omstreeks 16.00 uur, was ik getuige van een diefstal vanuit een auto.
Ik was samen met Kahlid (
het hof begrijpt hier: aangever [benadeelde 2] )in mijn woning op [adres] . [benadeelde 2] had zijn auto geparkeerd op de Van Meekerenstraat in Rotterdam. Wij zijn toen samen naar zijn auto gelopen. De auto van [benadeelde 2] betreft een blauwe Renault Kangoo met Nederlands kenteken [kenteken 2] .
Toen wij bij de auto van [benadeelde 2] aankwamen, zag ik gelijk dat de deur van zijn auto openstond en dat er een man in zijn auto zat. [benadeelde 2] liep gelijk naar zijn auto en zei tegen de man: "Wat doe jij in mijn auto?" Ik was achter [benadeelde 2] aangelopen en probeerde de man in de auto vast te pakken. Vervolgens rende de man gelijk weg in de richting van de Boezemsingel. Ik kan deze man als volgt omschrijven:
- man,
- Marokkaanse,
- licht getint,
- ongeveer 180 centimeter lang,
- dun postuur,
- zwart haar,
- ouder dan 30
- zwarte pet
- wit T-shirt
- zwarte slippers met een rode streep.
Ik zag dat er naast de auto, bij het bestuurdersportier, een boodschappentas van de Albert Heijn stond. Ik weet niet wat er in deze tas zat. Terwijl ik met [benadeelde 2] aan het praten was, zag ik de man, die eerder in de auto van [benadeelde 2] zat, kwam aangerend. Hij pakte de boodschappentas en rende weer weg. Ik zag dat op de grond, waar eerder de boodschappentas stond, een kunstgebit, een klein zakmesje en een mobiele telefoon lagen.
6.
De door de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 16 augustus 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
De mobiele telefoon, het kunstgebit, het zakmes en de jas die in de buurt van de auto van aangever zijn aangetroffen, zijn van mij.
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 03-252765-22:
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10-271044-22:
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit. Daartoe is in de eerste plaats aangevoerd dat het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] betreffende het uitkijken van de camerabeelden afwijkt van de verklaring van aangever [benadeelde 2] , nu het proces-verbaal aanzienlijk uitgebreider is. In de tweede plaats is door de raadsman aangevoerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het de verdachte is geweest die de poging tot diefstal met braak heeft gepleegd. Daarbij wordt in het bijzonder gewezen op het alternatieve scenario van de verdachte, inhoudende dat iemand anders de aangetroffen spullen die aan de verdachte toebehoorden heeft achtergelaten bij de auto van aangever. Tot slot is door de verdediging aangevoerd dat de camerabeelden onduidelijk zijn en dat derhalve niet bewezen kan worden dat het de verdachte is die op de camerabeelden te zien is.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Uit de verklaringen van aangever [benadeelde 2] en getuige [getuige] , alsmede het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , volgt dat op 22 augustus 2022 een poging tot diefstal met braak is gepleegd waarbij een persoon het slot van de auto van aangever [benadeelde 2] heeft geforceerd. Op camerabeelden is te zien dat deze persoon vervolgens in het dashboardkastje en het middenconsole van de auto van aangever rommelde. Toen aangever [benadeelde 2] en getuige [getuige] de persoon in de auto zagen zitten en hem hierop aanspraken, rende de persoon weg. Bij de auto van aangever zijn verschillende spullen achtergelaten die - gelet op de verklaring van de verdachte ter terechtzitting - aan de verdachte toebehoren, waaronder een mobiele telefoon. Verbalisant [verbalisant 5] , die de verdachte in het kader van zijn werkzaamheden als politieagent reeds 15 jaar kent, heeft de verdachte herkend als de persoon op zowel een selfie op de aangetroffen mobiele telefoon als de camerabeelden van het delict. Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat deze camerabeelden voldoende duidelijk zijn.
De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep, inhoudende dat niet hij, maar iemand anders een tas met spullen die aan de verdachte toebehoren in de buurt van de auto van aangever heeft neergelegd om de verdachte een hak te zetten, acht het hof, mede gelet op het vorengaande, ongeloofwaardig en schuift deze dan ook terzijde.
Anders dan de verdediging, maar met de advocaat-generaal, is het hof van oordeel dat boven redelijke twijfel is verheven dat het de verdachte is geweest die de poging tot diefstal met braak heeft gepleegd. Hetgeen overigens door de verdediging is aangevoerd, leidt niet tot een ander standpunt.
Het hof verwerpt het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging in al zijn onderdelen.
Resumerend acht het hof, op grond van het vorenoverwogene en de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10-271044-22 tenlastegelegde heeft begaan.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde van het in de zaak met parketnummer 03-252765-22 tenlastegelegde levert op: