In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 26 mei 2023. De moeder verzoekt om een zorgregeling voor haar minderjarige kind, geboren in 2014, waarbij zij minimaal eenmaal per week voor de duur van vier uur omgang heeft op een neutrale locatie. De moeder is belast met het gezag over het kind, terwijl de vader als belanghebbende is aangemerkt. De William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) is verweerster in deze procedure en heeft verzocht de moeder niet ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep.
De mondelinge behandeling vond plaats op 17 augustus 2023, waarbij de moeder, de GI, de vader en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De moeder betwist dat de huidige omgangsregeling van twee uur per week in het belang van het kind is en stelt dat er geen contra-indicaties zijn voor een uitgebreidere regeling. De GI daarentegen stelt dat de huidige regeling noodzakelijk is om het kind te beschermen tegen volwassenproblematiek en om rust en stabiliteit te waarborgen.
Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en een nieuwe contactregeling vastgesteld. De moeder heeft recht op twee uur per week contact met het kind, onder begeleiding van de GI, op een door hen te bepalen moment en locatie. Deze regeling kan verder worden uitgebreid indien in het belang van het kind. De beslissing is op 7 september 2023 uitgesproken in het openbaar.