In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte was veroordeeld voor medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank had de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, namelijk het medeplegen van het opzettelijk vervoeren van 100 kilogram cocaïne, maar had hem wel schuldig bevonden aan het subsidiair tenlastegelegde. De verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, maar het hof heeft deze straf herzien en opgelegd tot 36 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de bewijsvoering van de rechtbank verbeterd en aangevuld, en heeft geconcludeerd dat de verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest bij het vervoer van de verdovende middelen. De verdachte had wetenschap van de aanwezigheid van de cocaïne in de auto van zijn broer, die de drugs vervoerde. Het hof heeft de verbeurdverklaring van de in beslag genomen auto bevestigd, aangezien deze was gebruikt bij het bewezenverklaarde feit. De uitspraak benadrukt de ernst van de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel en de gevolgen daarvan voor de volksgezondheid.