In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing met haar minderjarige kind naar een andere woonplaats en inschrijving op een nieuwe basisschool. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, stelde dat de verhuizing noodzakelijk was vanwege haar sociale leven en werkgelegenheid in de nieuwe woonplaats. De vader, die het verzoek van de moeder betwistte, voerde aan dat de verhuizing niet in het belang van het kind was en dat de moeder niet had aangetoond dat er een noodzaak was voor de verhuizing. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord tijdens de mondelinge behandeling op 17 juli 2023. Het hof concludeerde dat de moeder niet had aangetoond dat de verhuizing noodzakelijk was en dat het belang van het kind beter gediend was door de huidige situatie te handhaven. De rechtbank had eerder al de verzoeken van de moeder afgewezen, en het hof heeft deze beslissing bekrachtigd. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.