Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 9 september 2021 in de gemeente Heerlen telkens [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1] en/of [benadeelde 3] op een of meer tijdstippen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1] en/of [benadeelde 3] , telkens dreigend de woorden toe te voegen "Jullie moeten dood" en/of "Ik maak jullie dood" en daarbij een hark en/of tuingereedschap in zijn handen had, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 9 september 2021 in de gemeente Heerlen opzettelijk en wederrechtelijk een politiecel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Politiebureau Heerlen, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
hij op 9 september 2021 in de gemeente Heerlen telkens [benadeelde 2] en [benadeelde 1] en [benadeelde 3] op een of meer tijdstippen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [benadeelde 2] en [benadeelde 1] en [benadeelde 3] , telkens dreigend de woorden toe te voegen "Jullie moeten dood" en "Ik maak jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op 9 september 2021 in de gemeente Heerlen opzettelijk en wederrechtelijk een politiecel die geheel of ten dele aan Politiebureau Heerlen, in elk geval aan een ander toebehoorde heeft beschadigd.
1.
Proces-verbaal van aangifte d.d. 9 september 2021, dossierpagina’s 20-22, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [benadeelde 1] :
Pleegdatum: 9 september 2021
(het hof begrijpt hier en telkens hierna: de verdachte)aankomen. Ik zag en hoorde dat [benadeelde 2] en [betrokkene 1] tegen hem zeiden: "gooi die poort niet zo hard dicht". We zagen meteen dat [verdachte] heel kwaad werd. Ik hoorde hem zeggen; "racisten, boeven, slechte mensen". Ik zag dat hij onder andere meermaals naar mij spuugde. Ik zag ook dat hij naar [benadeelde 2] spuugde. Hij raakte mij met zijn spuug. Ik zag dat hij zo opgefokt was dat ik niets heb terug gezegd. Ik vond het even beter om niets te zeggen. Ik hoorde hem zeggen dat niets deugde, behalve hij zelf. Na de schreeuwende binnenkomst van [verdachte] belde ik meteen de politie. Ik zag dat [verdachte] verder naar achter de tuin in liep. Ik zag dat [betrokkene 1] en [benadeelde 2] achter hem aan liepen. Ik bleef zitten. Ik zag dat [verdachte] een lange houten stok en een stuk tuingereedschap pakte. Het tuingereedschap was een zogenaamd hakje met drie punten. Met deze wapens kwam hij terug gelopen. Ik hoorde hem de hele tijd schreeuwen. Ik hoorde hem weer schreeuwen; "racisten, jullie dood". Tijdens dit schreeuwen keek hij naar mij en wees naar ons. Hij schreeuwde ook naar [benadeelde 2] . Op enig moment zag ik dat hij zijn had (
het hof begrijpt: ‘hand’) in zijn tasje stopte. Dit wekte de indruk op mij alsof hij een wapen wilde pakte (
het hof begrijpt: ‘pakken’). Vervolgens liep hij weer weg en bleef hij schreeuwen. Hij richtte zich weer onder andere naar mij en gebaarde met een hand en vinger dat hij mijn keel zou doorsnijden. Hij haalde dus zijn hand langs zijn keel. Dit gebaarde hij ook naar de anderen.
2.
Proces-verbaal van aangifte d.d. 9 september 2021, dossierpagina’s 28-29, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [benadeelde 2] :
Ik hoorde iemand op de brommer aankomen. Op een gegeven moment zag ik [verdachte] de poort binnenkomen en gooide de poort met een knal dicht. Hierop sprak ik hem op aan dat het ook rustig kon. Vervolgens viel hij tegen mij uit en zei hij: "jullie moeten dood". Hij spuugde vervolgens om zich heen en liep naar zijn tuin toe.
Op het moment dat hij bij zijn tuin was bleef hij maar doorgaan met doodsbedreigingen en ons voor maffia uitmaken. Op een gegeven moment werd ik er moe van en liep ik naar hem toe om het gesprek aan te gaan. Vervolgens zei hij tegen mij dat ik weg moest gaan en greep hij met zijn rechterhand een soort van hark en mijn zijn linkerhand had hij een knuppel
3.
Proces-verbaal van aangifte d.d. 9 september 2021, dossierpagina’s 26-27, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [benadeelde 3] :
4.
Proces-verbaal van aangifte d.d. 9 september 2021, dossierpagina’s 38-39, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever] namens Politiebureau Heerlen:
Aangezien [verdachte] zijn cel had vernield, werd [verdachte] verplaatst naar een andere cel. Alvorens de insluiting van [verdachte] was de cel schoon en geheel in takt.
- een ventilatierooster uit de muur geforceerd was.
- het rooster verbogen op de grond lag.
- het stucwerk van de muur, nabij het geforceerde rooster, beschadigd was.
- er diverse onderdelen van het rooster op de grond van de cel lagen.
- de gehele cel met bloed besmeurd was.
6.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Limburg d.d. 25 januari 2022, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
(schade aan de auto)en € 450,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
50 (vijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis;
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
€ 64,00 (vierenzestig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2021 tot aan de dag der voldoening;
€ 64,00 (vierenzestig euro)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2021 tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 1 (één) dag kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;