ECLI:NL:GHSHE:2023:2780

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 augustus 2023
Publicatiedatum
31 augustus 2023
Zaaknummer
20-000789-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot XTC-pillen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 20 maart 2023 was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod. De verdachte, geboren op 16 september 1998, had op 28 mei 2022 te Oisterwijk ongeveer 73 XTC-pillen in zijn bezit. De politierechter had hem een gevangenisstraf van 2 weken voorwaardelijk opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar, en daarnaast een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis. De advocaat-generaal vorderde bevestiging van het vonnis, terwijl de raadsman van de verdachte vrijspraak bepleitte. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, maar heeft de verdachte alsnog schuldig bevonden aan het tenlastegelegde feit. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk aanwezig had gehad 73 XTC-pillen, die als verdovende middelen zijn aangemerkt onder de Opiumwet. Het hof heeft de strafmaat vastgesteld op een gevangenisstraf van 4 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, en een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000789-23
Uitspraak : 21 augustus 2023
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 20 maart 2023, in de strafzaak met parketnummer 02-329632-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte door de politierechter ter zake van ‘opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’ veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar alsmede tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep integraal zal bevestigen.
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit. Indien en voor zover het hof tot een bewezenverklaring zou komen, heeft de raadsman subsidiair bepleit om een voorwaardelijke taakstraf op te leggen, meer subsidiair om de door de politierechter opgelegde straf op te leggen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof kan zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 28 mei 2022 te Oisterwijk, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 73 XTC-pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDA (tenamfetamine), MDMA en/of MMDA en/of N-ethyl MDA en/of N-hydroxy MDA en/of MDEA (methyleen-dioxyethyl en/of 4-broom- 2,5-dimethoxyfenethylamine (2CB), zijnde amfetamine en/of MDA (tenamfetamine), MDMA en/of MMDA en/of N-ethyl MDA en/of N-hydroxy MDA en/of MDEA (methyleen-dioxyethyl en/of 4-broom- 2,5-dimethoxyfenethylamine (2CB) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 28 mei 2022 te Oisterwijk opzettelijk aanwezig heeft gehad 73 XTC-pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
1.
Het proces-verbaal verkorte afdoening [festival 2] 2022 d.d. 10 april 2022 voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Inleiding.
In betreffend proces-verbaal wordt een korte toelichting gegeven over de gang van zaken rondom de verdachten afwikkeling tijdens het [festival 1] 2022 te Oisterwijk, welke plaats gaat vinden op 27, 28 en 29 mei 2022.
Vanaf het moment dat de beveiliging van het festival een verdachte op het festivalterrein staande houdt, wordt deze overdragen aan de politie. De medewerker zorgt ervoor dat de verdovende middelen en het identiteitsbewijs van de verdachte tezamen in een sealbag apart van de verdachte wordt gehouden.
De medewerker van het festival draagt de verdachte, de sealbag met daarin de verdovende middelen en het identiteitsbewijs over aan de politie. Na overname wordt de verdachte door de politie staande gehouden en worden de verdovende middelen door de politie in beslag genomen. Van zowel het identiteitsbewijs als de verdovende middelen wordt een foto gemaakt.
2.
Een geschrift, waarneming beveiliging, BHV-nummer 2022137413, nummer 23, inhoudende de waarneming en bevinding van de beveiligingsbeambte, [verbalisant 2] en tevens een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt door [verbalisant 3] , hoofdagent van politie eenheid Zeeland-West-Brabant d.d. 28 mei 2022:

WAARNEMINGEN BEVEILIGING.

Op zaterdag, 28-05-2022 omstreeks 15.30 uur was ik, [verbalisant 2] , belast met werkzaamheden bij evenement [festival 1] te Oisterwijk.
Op basis van de hierna genoemde waarnemingen werd de hieronder vermelde persoon overgedragen aan de politie.
Op zaterdag 28-5-2022 is verdachte [verdachte]
(het hof begrijpt: [verdachte] )[verdachte] , geb. [geboortedag] 1998 door mij staande gehouden op het terrein van [festival 1] te Oisterwijk, ter zake van vermoedelijke overtreding van artikel 2 van de Opiumwet.
Waarneming beveiliging
Werd aangetroffen in: op verzoek uit onderbroek en schoen gehaald.
Soort hard- en/of softdrugs: MDMA, speed, XTC, etc.

OVERNAME VERDACHTE DOOR POLITIE.

Op zaterdag, 28-05-2022 te 15.46 uur is de hierboven genoemde
verdachte (het hof begrijpt: [verdachte] )door hoofdagent [verbalisant 3] overgenomen van de beveiliging op het [festival 1] te Oisterwijk.
3.
De eigen waarneming van het hof, gedaan ter terechtzitting van 7 augustus 2023, op de foto bij het proces-verbaal PL2000-2022137413 inhoudende:
Er staat een man met een oranje T-shirt op de foto. Op de foto is vermeld 23 [verdachte] .
Op de foto houdt de man zijn rechter hand omhoog met daarin een identiteitsbewijs waarop een foto staat van het gezicht van een man en waarbij staan vermeld de gegevens [verdachte] , geboren [geboortedag] 1998.
Het hof neemt waar dat de man in het oranje T-shirt hetzelfde gezicht, dezelfde gelaatstrekken, heeft als de man op de foto van het identiteitsbewijs.
Onder het identiteitsbewijs is een zak(je) zichtbaar waarop is vermeld de tekst: politie, het nummer 32089742
(het hof begrijpt: zijnde het sealbagnummer), het cijfer 23 en achter hoeveelheid:
(hof: onder andere)73 pillen, verder de datum 05-28-2022 en de naam: [verdachte]
(het hof begrijpt: [verdachte] )[verdachte] , geb. [geboortedag] 1998.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 mei 2022, proces-verbaalnummer PL2000-2022137413-2, opgemaakt door [verbalisant 4] , voor zover inhoudende als relaas van verbalisant:
Op zaterdag 28 mei 2022 was ik, verbalisant [verbalisant 4] , werkzaam als drugstester bij [festival 1] in Oisterwijk. De partij werd inbeslaggenomen bij verdachte
(het hof begrijpt: verdachte [verdachte] ).
INDICATIEF ONDERZOEK MONSTER.
- 8 bruine pillen, met goednummer 2465776 verpakt in sealbag 32089742.Uit de aangeboden hoeveelheid materiaal werd door mij een representatief monster genomen dat werd gewaarmerkt zoals in de onderstaande sporenlijst is vermeld. Dit monster getest waarbij gebruik werd gemaakt van de MMC NARCOTEST Opiaten/ Amfetaminen. De test gaf een POSITIEVE reactie op Opiaten, zijnde een stof die is vermeld op Lijst I van de Opiumwet.
- 65 roze pillen, met goednummer 2465775 verpakt in sealbag 32089742.
Uit de aangeboden hoeveelheid materiaal werd door mij een representatief monster genomen dat werd gewaarmerkt zoals in de onderstaande sporenlijst is vermeld. Dit monster werd getest waarbij gebruik werd gemaakt van de MMC NARCOTEST Opiaten/Amfetaminen. De test gaf een POSITIEVE reactie op Opiaten, zijnde een stof die is vermeld op Lijst I van de Opiumwet.
Goederen:
PL2000-2022137413-2465775, medicamenten/hulpmiddelen, verdovende mid (Xtc), 65 stuks, Nederland, inhoud/specificatie 65 roze pillen, positief getest op opiaten, bijzonderheden sealbag 32089742
PL2000-2022137413-2465776, medicamenten/hulpmiddelen, verdovende mid (Xtc), 8 stuks, Nederland, inhoud/specificatie 8 bruine pillen, positief getest op opiaten, bijzonderheden sealbag 32089742
5.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2022, proces-verbaalnummer PL2000-2022137413-12, opgemaakt door [verbalisant 5] , [verbalisant 6] en [verbalisant 7] , voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten:
Op donderdag 1 december 2022 werd door ons verbalisanten, als forensisch onderzoekers op verzoek van de politie, Eenheid Zeeland-West-Brabant een onderzoek verricht in verband met het bezit van harddrugs (Lijst I Opiumwet).
ONDERZOEK
Op donderdag 1 december 2022 onderzochten wij het navolgende monster met vermoedelijk verdovende middelen:
Monster 1 - AACA6097NL
Wij zagen dat het monster bestond uit bruine tabletten met een uiltje en de tekst Panama. Ik, verbalisant [verbalisant 5] , heb het monster getest met de voornoemde kleurreactietesten. Daarbij zag ik het volgende resultaat:
Marquis gaf een blauw/zwarte verkleuring wat een indicatie is voor de aanwezigheid van MDMA.
RAPPORTAGE NFI
Volgens bijgevoegd rapport van het NFI is het volgende aangetoond:
Monster 1 -SIN AACA6097NL- bevat MDMA.
Goed
Goednummer: PL2000-2022137413-2465776
Aantal/eenheid: 8 stuks
Spooridentificatienummer: AACA6097NL
Inhoud specificatie: 8 bruine pillen, positief getest op opiaten.
Bijzonderheden: sealbag: 32089742
6.
Een geschrift, te weten het aanvraagformulier onderzoek bij het Nederlands Forensische Instituut d.d. 22 november 2022, behorende bij het proces-verbaal 2022137413, voor zover inhoudende:
Naam tester: [verbalisant 4]
Naam verdachte: [verdachte]
Geboortedatum/plaats: [geboortedag] 1998 [geboorteplaats]
Omschrijving stukken van overtuiging
aantal : 8
soort : pillen
kleur : bruin
soort verpakking bronpartij : gripzakje
aantal verpakkingen bronpartij : een
resultaat indicatieve test : positief
SIN : AACA6097NL
goednummer monster : 2465776
7.
Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 5 december 2022, Zaaknummer 2022.07.12.141 (aanvraag 002) politieregistratienummer PL2000-2022137413, opgemaakt door de NFI-deskundige forensische drugsanalyse, ing. M. Visser-van Leeuwen, voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
Vraagstelling
Bevat het materiaal amfetamine, cocaïne, heroïne, metamfetamine en/of MDMA?
Resultaten en conclusie
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AACA6097NL
Tablet, bruin, uit 4,366 gram; aantal bemonsteringen in onderzoek: een
Bevat MDMA
8.
Een geschrift, zijnde een kennisgeving van inbeslagneming, rapporteurs [verbalisant 1] en [verbalisant 8] , ingekomen ten parkette d.d. 16 maart 2023, parketnummer 02-329632-22(hof: het parketnummer in deze zaak van de eerste aanleg)Registratienummer: PL2000-2022137413-3 voor zover inhoudende:

Inbeslagneming:

Plaats : Sportlaan, Oisterwijk
Datum : 28 mei 2022
Omstandigheden : aangetroffen bij VE (het hof begrijpt: verdachte) bij [festival 1]

Beslagen

Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedag] 1998
Geboorteplaats : [geboorteplaats]

Volgnummer 1

Goednummer : PL2000-2022137413-2465775
Object : verdovende middelen (XTC)
Aantal/eenheid : 55 stuks
Land : Nederland
Inhoud/specificatie : 65 roze pillen, positief getest op opiaten 10 pillen naar
NFI
Bijzonderheden : sealbag 32089742
Sealbagnummer : 32089742
Afstand door beslagene : ja
Houder : [verdachte]
9.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2022, proces-verbaalnummer PL 2000-2022137413, opgemaakt door [verbalisant 5] en [verbalisant 9] , voor zover inhoudende als relaas verbalisanten:
Op dinsdag 12 juli 2022 werd door ons verbalisanten, als forensisch onderzoekers op verzoek van de politie, Eenheid Zeeland-West-Brabant, een onderzoek verricht in verband met het bezit van harddrugs (Lijst I Opiumwet).
Onderzoek:
Wij onderzochten het navolgende monster met vermoedelijk verdovende middelen.
Monster 1.
Goednummer : PL2000-2022137413-2473538
(het hof begrijpt:
goednummer monster)Object : verdovende middelen
Aantal/eenheid : 10 stuks
Land : Nederland
Spooridentificatienummer : AACN7699NL
Monster 1 - AACN7699NL
Ik zag dat het monster bestond uit paarse gleuftabletten met een uiltje en 'Panama' opdruk.
Ik, verbalisant [verbalisant 9] , heb het monster getest met de voornoemde kleurenreactietest.
Daarbij zag ik het volgende resultaat:
Marquis gaf een blauw/zwarte verkleuring wat een indicatie is voor de aanwezigheid van MDMA.
RAPPORTAGE NFI
Volgens bijgevoegd rapport van het NFI is het volgende aangetoond:
Monster 1 - AACN7699NL  bevat MDMA
10.
Een geschrift, te weten het aanvraagformulier onderzoek bij het Nederlands Forensische Instituut d.d. 21 juni 2022, BHV nummer 2022137413, voor zover inhoudende:
Naam tester: [verbalisant 4]
Naam verdachte: [verdachte]
Geboortedatum/plaats: [geboortedag] 1998 [geboorteplaats]
Omschrijving stukken van overtuiging
aantal : 10 pillen
soort : MDMA
kleur : paars
gewicht bronpartij : 10 pillen = …
soort verpakking bronpartij : gripzakje
aantal verpakkingen bronpartij : een
resultaat indicatieve test : positief
SIN : AACA7699NL
goednummer monster : betreft bronpartij
(hof: handgeschreven)2465775
11.
Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 12 juli 2022, Zaaknummer 2022.07.12.141 (aanvraag 001) politieregistratienummer PL2000-2022137413, opgemaakt door de NFI-deskundige forensische drugsanalyse, ing. F. Wallace, voor zover inhoudende als relaas van rapporteur.
Vraagstelling
Bevat het materiaal amfetamine, cocaïne, heroïne, metamfetamine en/of MDMA?
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AACN7699NL
Tablet, paars, uit 37,031 gram; aantal bemonsteringen in onderzoek: een
Bevat MDMA
12.
Een afstandsverklaring in beslag genomen voorwerp, afgelegd ten overstaan van verbalisant [verbalisant 3] , hoofdagent d.d. 28- 05-2022 voor zover inhoudende:
Betreft: afstandsverklaring in beslag genomen voorwerp
Datum: 28-05-2022
[verdachte]
(het hof begrijpt: [verdachte] )[verdachte]
Geb. 16-09-1998
Verklaart als rechthebbende afstand te doen van het hieronder vermelde goed:
73 pillen
Teneinde dit voorwerp te vernietigen.
Verdachte en handtekening
(het hof begrijpt handtekening van: [verdachte] )
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen het navolgende af.
Verdachte was op 28 mei 2022 te Oisterwijk aanwezig bij het [festival 1] 2022. Door de beveiliging werd geconstateerd dat verdachte pillen bij zich had en vermoed werd dat het om verdovende middelen ging. Verdachte had deze pillen in zijn onderbroek en schoen gestopt. Het ging in totaal om 73 pillen. Deze pillen werden ingenomen en verpakt in sealbag 32089742. Het bleek te gaan om 65 pillen die werden omschreven als roze pillen en waaraan het goednummer PL2000-2022137413-2465775 werd toegekend en 8 pillen die werden omschreven als bruine pillen en waaraan het goedspoornummer PL2000-2022137413-2465776 werd toegekend.
Door de verdediging is aangevoerd dat door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 9] een forensisch onderzoek is uitgevoerd aan vermoedelijk verdovende middelen. Volgens het proces-verbaal ging het om 10 paarse gleuftabletten. Paars is evenwel geen roze, aldus de verdediging. Bovendien kloppen de goednummers en SIN-nummers die zijn gekoppeld aan hun onderzoek niet met de KVI die zich in het dossier bevindt, terwijl van de 10 geteste tabletten ook geen KVI in het dossier aanwezig is. Hierdoor kan geen koppeling plaatsvinden met cliënt en kan niet worden vastgesteld dat deze pillen onder cliënt in beslag genomen zijn. Er is sprake van een breuk in de “chain of evidence”. Cliënt dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Anders dan door de verdediging is aangevoerd is het hof van oordeel dat van de oorspronkelijke 65 pillen er 10 pillen zijn afgesplitst zoals blijkt uit de kennisgeving van inbeslagneming die is ingekomen ten parkette d.d. 16 maart 2023 en die door het hof hiervoor als bewijsmiddel 8 is opgenomen. Uit die kennisgeving inbeslagneming blijkt tevens dat deze 10 pillen zijn onderzocht en dat er een monster van die pillen naar het NFI is gestuurd. Uit het proces-verbaal dat in de onderhavige zaak is opgemaakt door [verbalisant 5] en [verbalisant 9] volgt dat de 10 pillen (nader aangeduid als gleuftabletten) door hen zijn onderzocht, waarbij melding wordt gemaakt van goednummer PL2000-2022137413-2473538 met daaraan gekoppeld het spooridentificatienummer AACN7699. Het hof leidt daaruit af, dat – ter identificatie van de goederen – aan deze 10 pillen dus een afzonderlijk goednummer en een spooridentificatienummer zijn toegekend, hetgeen bij een afsplitsing ook in de rede ligt. Anders dan de verdediging is het hof van oordeel, dat, hoewel [verbalisant 5] en [verbalisant 9] in hun proces-verbaal melding maken van paarse kleurige gleuftabletten en niet van een roze kleur, dit niet maakt dat er sprake zou zijn van andere pillen of een onderbreking van de chain of evidence. De kleuren roze en paars behoren tot hetzelfde kleurenfamilie en de grenzen tussen deze kleuren liggen niet duidelijk vast. Daar komt nog bij dat de pillen telkens afkomstig zijn uit dezelfde sealbag, nummer 32089742. Van deze 10 pillen (aangeduid als tabletten) werd een monster getrokken en door het NFI onderzocht. De conclusie luidde dat het monster MDMA bevatte.
Door de verdediging is aangevoerd dat van de 8 pillen een kennisgeving van inbeslagneming ontbreekt, waardoor het SIN-nummer nergens in het dossier te herleiden is tot cliënt. Daardoor is sprake van een breuk in de “chain of evidence” en dient cliënt te worden vrijgesproken.
Ook het hof heeft geconstateerd dat de kennisgeving inbeslagneming met betrekking tot de 8 pillen niet in het dossier aanwezig is. Dit betekent echter niet dat de 8 pillen niet in beslag zijn genomen, integendeel. Zij zijn – naar het oordeel van het hof – samen met de 65 andere pillen wel degelijk op 28 mei 2022 onder verdachte inbeslaggenomen. De verbalisant [verbalisant 4] heeft in bewijsmiddel 4 melding gemaakt van deze inbeslagneming. Zij zijn onder verdachte inbeslaggenomen en in de sealbag verpakt. Vervolgens is met deze 8 pillen ook gehandeld als na een inbeslagneming gebruikelijk is. Er is onderzoek aan de goederen (de 8 pillen) verricht en door het NFI werd geconstateerd dat het monster daarvan MDMA bevatte. Verdachte heeft tenslotte ook afstand gedaan van de 73 pillen waaruit eveneens niet alleen blijkt van een inbeslagneming, maar ook dat al deze pillen aan hem toebehoorden.
Het hof verwerpt het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging in al zijn onderdelen en acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij opzettelijk een grote hoeveelheid tabletten bevattende amfetamine op het [festival 1] aanwezig heeft gehad. Hierbij ging het om een zodanig grote hoeveelheid pillen, dat deze zeker niet alleen voor eigen gebruik bedoeld kan zijn. Door het handelen van de verdachte heeft hij bijgedragen aan het in het verkeer brengen van deze drugs, waarvan het gebruik risico’s voor de volksgezondheid met zich mee brengt. Het is bovendien algemeen bekend dat het bezit van en de handel in drugs direct en indirect tot vele vormen van criminaliteit leiden. Dit levert onrust, hinder en schade aan de maatschappij op.
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 15 juni 2023, betrekking hebbende op het justitiële verleden van de verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een soortgelijk delict.
Voorts heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken. Ten overstaan van het hof is namens de verdachte naar voren gebracht dat hij als ZZP’er 60 uur per week werkt, € 2.500,00 netto per maand verdient en hij bij zijn ouders woonachtig is.
Alle omstandigheden afwegende acht het hof de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren alsmede een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, passend en geboden.
Met oplegging van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door:
mr. J.F. Dekking, voorzitter,
mr. O.A.J.M. Lavrijssen en mr. A.E.J. Satink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.M. Jutte, griffier,
en op 21 augustus 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.F. Dekking en mr. A.E.J. Satink zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, verwezen naar het eindproces-verbaal van de politie, Eenheid Zeeland-West-Brabant, District Hart van Brabant, Basisteam Groene Beemden, dossiernummer: PL2000-2022137413, afgesloten d.d. 12 juli 2022, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal en daarin gerelateerde bijlagen, alsmede geschriften. Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.