ECLI:NL:GHSHE:2023:2658

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 augustus 2023
Publicatiedatum
17 augustus 2023
Zaaknummer
200.327.449_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gezagsbeëindiging na verdenking van partnerdoding en de gevolgen voor minderjarigen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de beëindiging van het gezag van een vader over zijn twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader, die in voorlopige hechtenis verblijft op verdenking van de dood van de moeder van de kinderen, heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Limburg te vernietigen, waarin zijn gezag was geschorst en de GI was benoemd tot voogd. De rechtbank had geoordeeld dat het gezag van de vader beëindigd moest worden, omdat de kinderen in hun ontwikkeling ernstig worden bedreigd en de vader niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor hun verzorging en opvoeding te dragen.

De vader betwist de beschuldigingen en stelt dat hij in staat is om voor zijn kinderen te zorgen. Hij voert aan dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij niet in staat is om zich in het belang van de kinderen te verplaatsen. De raad voor de Kinderbescherming en de GI hebben echter in hun verweerschriften benadrukt dat het belang van de kinderen voorop staat en dat de vader onvoldoende verantwoordelijkheid toont. Het hof heeft de argumenten van de vader en de raad zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de beëindiging van het gezag noodzakelijk is voor de stabiliteit en ontwikkeling van de kinderen.

Het hof heeft vastgesteld dat de vader al lange tijd niet in staat is om voor de kinderen te zorgen en dat de situatie waarschijnlijk nog lang zal aanhouden. De kinderen hebben professionele hulp nodig en het is van belang dat zij duidelijkheid krijgen over hun toekomst. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 17 augustus 2023
Zaaknummer : 200.327.449/01
Zaaknummer 1e aanleg : C/03/313266 / FA RK 23-63
in de zaak in hoger beroep van:
[de vader],
verblijvende in de PI [PI],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. K.C.M. Schreurs,
tegen
Raad voor de Kinderbescherming,
regio Limburg, locatie [locatie],
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de raad.
Deze zaak gaat over de minderjarigen:
  • [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats];
  • [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats].
Als belanghebbende in deze zaak wordt aangemerkt:
- de gecertificeerde instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, Regio Noord-Limburg, gevestigd te [vestigingsplaats] (hierna te noemen: de GI).
Als informanten in deze zaak worden aangemerkt:
- de pleegouders van de minderjarigen, wonende op een bij het hof bekend adres (hierna te noemen: de pleegouders).

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 28 februari 2023, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 25 mei 2023, heeft de vader verzocht voormelde beschikking te vernietigen en het verzoek van de raad - om het gezag van de vader over de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te beëindigen en de GI te benoemen tot voogd over de minderjarigen - alsnog af te wijzen. Kosten rechtens.
2.2.
Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 26 juni 2023, heeft de raad verzocht het beroep af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.
2.3.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van de brief van de GI van 7 juli 2023.
2.4.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juli 2023.
Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- de vader, bijgestaan door mr. Schreurs;
-de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad];
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2];
- de pleegouders, [de pleegouders].

3.De beoordeling

3.1.
Uit het huwelijk van [de moeder] (hierna: de moeder) en de vader zijn - voor zover hier van belang - geboren:
  • [minderjarige 1] (hierna te noemen: [minderjarige 1]), geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats];
  • [minderjarige 2] (hierna te noemen: [minderjarige 2]), geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats].
3.1.1.
De moeder van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] is in juni 2022 overleden. De vader verblijft als verdachte van al dan niet actieve betrokkenheid bij de dood van de moeder in voorlopige hechtenis.
3.1.2.
Bij beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 19 oktober 2022 is het gezag van de vader geschorst. Deze beslissing is bij beschikking van 31 oktober 2022 door de rechtbank bekrachtigd. De GI is belast met de voorlopige voogdij over de minderjarigen.
3.2.
De raad heeft, bij inleidend verzoek van 9 januari 2023, de rechtbank verzocht het gezag van de vader te beëindigen en de GI tot voogd over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te benoemen.
3.3.
Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking heeft de rechtbank het gezag van de vader beëindigd en de GI benoemd tot voogd over [minderjarige 1] en [minderjarige 2].
3.4.
De vader kan zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.5.
De vader voert in het beroepschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling, - samengevat - het volgende aan. De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat hij niet in staat is zich te verplaatsen in het belang van de kinderen of aan te sluiten bij wat zij nodig hebben. Ook is de verwachting van de rechtbank, gebaseerd op het raadsrapport, dat dit binnen een voor de kinderen aanvaardbare termijn niet anders zal zijn, voorbarig. De vader wijst er met klem op dat hij alleen maar oog heeft voor de kinderen. Hij is continu bezig met wat het beste is voor hen. De kinderen hebben hun moeder verloren en de vader zijn vrouw. De vader ontkent dat hij zijn vrouw heeft gedood. Dit is ook ten onrechte verteld aan de kinderen. Hij is onschuldig totdat het tegendeel is bewezen; het strafproces loopt nog. In het familierechtelijk proces is hij echter direct schuldig bevonden. De vader meent dat het op dit moment van de kinderen kan worden gevergd dat de uitkomst van de strafrechtelijke procedure wordt afgewacht voordat er wordt besloten tot een gezagsbeëindiging. Het staat immers niet vast dat hij nog jarenlang in hechtenis zit. Bovendien verleent hij emotionele toestemming aan de kinderen voor het verblijf in het pleeggezin. Dat is voldoende voor de kinderen om op dit moment tot rust te komen. Een minder ingrijpende maatregel, zoals een ondertoezichtstelling met uithuisplaatsing, is meer op zijn plaats.
Daarnaast heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat, gelet op hetgeen met de moeder gebeurd is en de houding van de vader daarbij, er geen mogelijkheid wordt gezien dat de kinderen gezond bij hem kunnen opgroeien. De vader wijst erop dat er een te eenzijdig beeld van hem bestaat bij de GI, de raad en de rechtbank. Hoewel de vader in eerste instantie gefocust is op het objectieve heeft hij ook zeker aandacht voor het emotionele. Hij dient echter wel de ruimte te krijgen om ook die kant van zichzelf te laten zien. De vader wil heel graag zelf weer voor de kinderen gaan zorgen en gaat daarvoor zijn uiterste best doen. Daarom vindt hij het belangrijk dat het contact tussen hem en de kinderen wordt hersteld en hij is blij met het door de GI beoogde contactherstel. Het is niet in het belang van de kinderen dat er al sinds oktober 2022 geen contact meer is geweest. Wat betreft de traumaverwerking van de kinderen heeft de vader contact gehad met hun therapeut. Er is een videoboodschap opgenomen waarin hij de kinderen toestemming geeft om met de therapie te beginnen.
3.6.
De raad bestrijdt in het verweerschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling, de grieven van de vader gemotiveerd. De raad meent dat er door de vader in deze procedure geen nieuwe informatie is aangedragen en blijft erbij dat hij het belang van de kinderen onvoldoende voorop heeft gesteld. De bestreden beschikking dient te worden bekrachtigd. De raad adviseert om de kinderen op een neutrale plek te laten opgroeien en dat een neutrale persoon de beslissingen over de kinderen neemt. Voor de kinderen is het van groot belang dat zij nu duidelijkheid krijgen waar hun perspectief ligt. Op die manier kunnen de kinderen aan hun trauma werken. Enkel een ondertoezichtstelling in combinatie met een machtiging tot uithuisplaatsing is niet passend in deze situatie. Het is niet realistisch dat de vader op korte termijn voor de kinderen gaat zorgen. De raad benoemt verder dat het wel in het belang van de kinderen is dat het contactherstel met de vader wordt geregeld.
3.7.
De GI beschrijft tijdens de mondelinge behandeling dat het overlijden van de moeder met de kinderen is besproken en dat er medio maart 2023 een afscheidsdienst voor de kinderen is verzorgd. Het geplande contactherstel met de vader is, als gevolg van verschillende gebeurtenissen en omstandigheden, nog niet van de grond gekomen. Aanvankelijk was er geen toestemming vanuit politie en justitie, eerst omdat de vader in beperkingen verbleef en daarna in verband met het lopende politieonderzoek; de kinderen zouden mogelijk nog door de recherche worden verhoord. Ook was er een groot verloop van gedragswetenschappers bij [instantie], de begeleidende instantie. Verder bestond er onduidelijkheid over de noodzaak van het al dan niet geheim plaatsen van de kinderen. De GI benoemt dat er alsnog is besloten om de kinderen op korte termijn (daags na de mondelinge behandeling) vanuit de geheime setting over te plaatsen naar een ander pleeggezin
.De kinderen zullen traumatherapie krijgen, waarvoor de vader toestemming heeft gegeven. Vanuit een neutrale plaatsing zal de GI uitzoeken wat het beste is voor de kinderen.
3.8.
De pleegouders van het gezinshuis verklaren dat de kinderen positieve stappen hebben gezet in het hechtingsproces. Zij praten veel over hetgeen zij hebben meegemaakt en over zaken die hen bezighouden. De kinderen lieten, nadat zij de boodschap kregen over de aanstaande verhuizing, een terugval zien in hun gedrag. Het afscheid van het gezinshuis is in overleg met de GI vormgegeven.
3.9.
Het hof overweegt het volgende.
3.9.1.
Ingevolge artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan het gezag van een ouder over een of meer van zijn kinderen beëindigd worden indien:
een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247 lid 2 BW, in staat is te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, of
de ouder het gezag misbruikt.
Het gezag van de ouder kan ook worden beëindigd indien het gezag is geschorst, mits aan het voorgaande is voldaan.
3.9.2.
Evenals de rechtbank en op dezelfde gronden als de rechtbank, die het hof na eigen onderzoek en waardering overneemt en tot de zijne maakt, is het hof van oordeel dat aan de vereisten van de wet is voldaan en dat het nodig is dat het gezag van de vader over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wordt beëindigd.
3.9.3.
Het hof voegt daar nog het volgende aan toe.
De vader verblijft sinds medio oktober 2022 in voorlopige hechtenis op verdenking dat hij de moeder om het leven heeft gebracht. Aldus is de vader al lange tijd niet in staat om voor de kinderen te zorgen. Er moet voorts ernstig rekening mee worden gehouden dat deze situatie nog lang gaat voortduren, is het niet omdat de vader tot een langdurige vrijheidsstraf wordt veroordeeld, dan toch omdat het strafproces, eventueel inclusief hoger beroep, zeer veel tijd gaat vergen.
Verder zijn de kinderen getraumatiseerd. Zij hebben professionele hulp nodig. Voor het slagen daarvan is belangrijk dat er zoveel mogelijk rust en duidelijkheid is in hun bestaan. Het is voor hen al verwarrend dat er een ernstige verdenking op hun vader rust en dat hun vader die verdenking bestrijdt. In hoeverre dit het contact(herstel) met vader voor de kinderen gaat belasten of bemoeilijken, kan het hof niet beoordelen, maar het hof is op dat punt niet zonder zorgen.
Alles overziende is het hof, evenals de rechtbank, van oordeel dat de kinderen onmiddellijk de duidelijkheid nodig hebben dat zij niet bij hun vader zullen opgroeien. Nog langer voortdurende onzekerheid over hun opgroeiperspectief is in strijd met hun ontwikkelingsbelang. Het belang van de vader om zicht te blijven houden op herstel van de gezinssituatie met de kinderen moet daarvoor wijken.
Het voorgaande brengt mee dat ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing in de gegeven omstandigheden niet de geëigende maatregelen zijn. Zij houden de onzekerheid in stand die nu juist moet worden weggenomen.
3.10.
De slotsom is dat de bestreden beschikking dient te worden bekrachtigd. Het hof zal de proceskosten in hoger beroep compenseren.

4.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de onder bovengenoemd zaaknummer gegeven beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 28 februari 2023;
verzoekt de griffier krachtens het bepaalde in het Besluit Gezagsregisters een afschrift van deze uitspraak toe te zenden aan de griffier van de rechtbank Oost-Brabant, afdeling civiel recht, team familie- en jeugdrecht ter attentie van het centraal gezagsregister;
compenseert de proceskosten in hoger beroep, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H. van Winkel, A.M. Bossink en E.M.D.M. van der Linden en is op 17 augustus 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.