ECLI:NL:GHSHE:2023:2657
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige en de afwijzing van een verzoek tot deskundigenonderzoek
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2017, die sinds 11 augustus 2017 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI). De moeder van de minderjarige heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Limburg van 20 april 2023 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van de minderjarige zijn verlengd tot 11 mei 2024. De moeder betoogt dat er sprake is van een schending van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), omdat zij niet in de procedure bij de rechtbank is gehoord. Het hof heeft echter vastgesteld dat de moeder wel degelijk was opgeroepen, maar niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling. Het hof oordeelt dat er geen schending van artikel 6 EVRM is vastgesteld.
De GI heeft in haar verweerschrift aangevoerd dat de minderjarige momenteel niet naar huis kan, omdat hij goed vooruitgaat in de huidige situatie bij zijn tante. De moeder heeft zorgen geuit over de uithuisplaatsing en verzoekt om een deskundigenonderzoek, maar het hof oordeelt dat dit verzoek prematuur is, aangezien er al een onderzoek naar de psychische gesteldheid van de moeder in gang is gezet. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en verklaart deze uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is genomen door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is op 17 augustus 2023 in het openbaar uitgesproken.