Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats]. Hierna te noemen: [minderjarige].
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder van de minderjarige [minderjarige], geboren in 2006. De moeder verzoekt om vernietiging van een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige bij de vader zijn verlengd. De rechtbank had op 9 februari 2023 besloten dat de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd wordt tot 9 maart 2024, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing bij de vader. De moeder is van mening dat de gecertificeerde instelling (GI) onvoldoende invulling geeft aan de ondertoezichtstelling en dat er een ontwikkelingsbedreiging is voor de minderjarige, die bij de vader woont. De GI stelt echter dat de minderjarige niet naar school gaat en dat er een ontwikkelingsbedreiging is, maar dat de huidige situatie bij de vader voldoende is.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juli 2023 is de moeder gehoord, evenals de GI, maar de vader is niet verschenen. De minderjarige heeft ervoor gekozen om geen contact te hebben met de moeder, wat door de GI wordt gerespecteerd. Het hof heeft de argumenten van de moeder en de GI gewogen en komt tot de conclusie dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing gerechtvaardigd zijn. Het hof stelt vast dat de moeder, hoewel zij het gezag heeft, niet in staat is om de minderjarige de benodigde zorg en stabiliteit te bieden. De huidige situatie bij de vader wordt als voldoende beoordeeld, en de grieven van de moeder worden verworpen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank.