Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
zij in de periode van 23 mei 2018 tot en met 14 november 2018 te Standdaarbuiten, gemeente Moerdijk, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft geteeld in een pand aan [adres 2] een hoeveelheid van in totaal 811 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
zij in de periode van 23 mei 2018 tot en met 14 november 2018 te Standdaarbuiten, gemeente Moerdijk, tezamen en in vereniging met een ander, een hoeveelheid elektriciteit, die geheel aan een ander dan aan verdachte en haar mededader toebehorende, te weten aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en haar mededader die weg te nemen elektriciteit onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
162 (honderdtweeënzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
81 (eenentachtig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 5.600,88 (vijfduizend zeshonderd euro en achtentachtig cent)ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
opom aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde] , ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.600,88 (vijfduizend zeshonderd euro en achtentachtig cent) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.