In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in een incident ex artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De zaak betreft een hoger beroep van RD Benelux B.V. (hierna: RDB) tegen vonnissen van de rechtbank Limburg. RDB vorderde in het incident dat de geïntimeerde, [geïntimeerde], verplicht werd om een opleveringsrapport van de Vereniging Eigen Huis (VEH) aan RDB te verstrekken. RDB stelde dat zij een rechtmatig belang had bij het rapport, omdat dit mogelijk van invloed zou zijn op de uitkomst van de hoofdzaak waarin [geïntimeerde] schadevergoeding eiste wegens tekortkomingen in de nakoming van een bouwovereenkomst.
Het hof heeft echter geoordeeld dat RDB niet voldoende heeft aangetoond dat zij een rechtmatig belang heeft bij de gevraagde inzage in het rapport. Het hof benadrukte dat enkel een interesse in een stuk of een vermoeden dat het stuk mogelijk relevant kan zijn voor de procedure niet voldoende is voor het aannemen van een rechtmatig belang. Bovendien was het rapport in opdracht van [geïntimeerde] opgesteld en diende het als intern stuk. Het hof heeft de vordering van RDB dan ook afgewezen en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
De hoofdzaak is verwezen naar de rol van 26 september 2023 voor memorie van antwoord aan de zijde van [geïntimeerde].