Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Bouwman;
- mr. Mikkers namens de moeder;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De vader, die in het verleden is veroordeeld voor ontuchtige handelingen en het bezit van kinderporno, verzoekt om contactherstel met zijn twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder van de kinderen verzet zich hiertegen, stellende dat omgang met de vader in strijd is met de belangen van de kinderen. De rechtbank had eerder het verzoek van de vader afgewezen, wat de vader nu in hoger beroep aanvecht. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juni 2023 zijn beide partijen gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming. De raad adviseert om de behandeling van de zaak negen maanden aan te houden om de hulpverlening voor de moeder en [minderjarige 1] te monitoren. Het hof is van mening dat het in het belang van de kinderen is om de hulpverlening af te wachten voordat er een definitieve beslissing wordt genomen over het verzoek van de vader. Het hof houdt de zaak pro forma aan tot 15 april 2024, waarbij het de raad verzoekt om tijdig inlichtingen in te winnen over de voortgang van de hulpverlening.