Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[de vader], verblijvende in China (hierna te noemen: de vader).
[gezinshuis], gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente] (hierna te noemen: gezinshuis).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 15 februari 2023, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing werd verlengd. De moeder voerde aan dat de noodzaak voor de uithuisplaatsing niet meer aanwezig was, nu haar ex-partner naar China was geëmigreerd en zij bereid was om ondersteuning te accepteren voor de opvoeding van [minderjarige].
De gecertificeerde instelling (GI), Stichting Jeugdbescherming Brabant, voerde echter aan dat de uithuisplaatsing noodzakelijk bleef vanwege de ernstige ontwikkelingsbedreiging van [minderjarige]. Het hof heeft vastgesteld dat [minderjarige] in de thuissituatie onvoldoende stimulans en ondersteuning ontvangt voor zijn ontwikkeling. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 juli 2023 is de minderjarige gehoord, en het hof heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een perspectiefonderzoek dat de noodzaak van de uithuisplaatsing bevestigde.
Het hof oordeelde dat de uithuisplaatsing van [minderjarige] in het belang van zijn verzorging en opvoeding noodzakelijk blijft, en dat er nader onderzoek nodig is om zijn problematiek beter te begrijpen. De grieven van de moeder werden verworpen, en de bestreden beschikking werd bekrachtigd. Het hof concludeerde dat de uithuisplaatsing van [minderjarige] essentieel is voor zijn ontwikkeling en dat de thuissituatie niet de juiste stimulans biedt.