Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 9365368 \ CV EXPL 21-3817)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van [appellant] met één productie;
- de memorie van grieven van [appellant] van 5 juli 2022 met vier producties, genummerd MVG1 tot en met MVG4;
- de memorie van antwoord van Woonwenz van 27 september 2022 met vijf producties, genummerd 41 tot en met 45.
3.De beoordeling
- Op 11 april 2019 krijgt Woonwenz een melding van een omwonende die vertelt dat kennelijk in het gehuurde een bezichtiging plaatsvond. Die dag belt een man met de vraag of het gehuurde van Woonwenz is. Deze vertelt dat hij van een derde de sleutel van de woning heeft gekregen.
- Op een uitnodiging om hierover in gesprek te gaan meldt zich een broer van [appellant] met de mededeling dat [appellant] niet kan komen in verband met een vakantie tot en met 16 mei 2019. Het beoogde gesprek vindt vervolgens plaats op 20 mei 2019, waarbij [appellant] een zenuwachtige indruk maakte en ongeloofwaardig en met veel tegenstrijdigheden verklaarde.
- Op 23 december 2019 ontvangt Woonwenz een klacht van een omwonende die veel hinder ondervindt van jeugdige personen die vaak het gehuurde in en uit lopen. De melder heeft [appellant] zelf sinds 19 april niet meer gezien.
- Woonwenz meldt klachten over overlast aan [appellant] in een brief van 14 januari 2020. Op die brief volgt geen reactie van [appellant]. Op de uitnodiging voor een gesprek op 27 januari 2020 is [appellant] niet verschenen. Een gesprek vindt vervolgens plaats op 10 februari 2020. Woonwenz vraagt, en [appellant] geeft daarbij, toestemming voor de plaatsing van een camera. Die dag bezoeken medewerkers van Woonwenz de woning tezamen met [appellant]. Het verslag van het huisbezoek houdt onder meer het volgende in: “(…)
- Bij bezoek op 26 februari 2020 was [appellant] niet aanwezig, maar wel zijn neef. Volgens de neef was [appellant] niet thuis.
- Op 11 maart 2020 wordt opnieuw open gedaan door de neef, die vertelt dat [appellant] naar de winkel was.
- Op 25 maart 2020 legt een medewerker van Woonwenz opnieuw een bezoek af. De deur wordt niet geopend.
- Op 12 juni 2020 moet een lekkage hersteld worden. De neef doet open, [appellant] is niet aanwezig. De onderbuurvrouw verklaart dat zij [appellant] al lange tijd niet heeft gezien, alleen de jonge man.
- Op 25 oktober 2020 gaat Woonwenz over tot het plaatsen van een camera in de algemene ruimte van het appartementencomplex bij de hoofdtoegangsdeur, gericht op die deur en de trap naar de eerste verdieping. De camera neemt bij iedere beweging het beeld op van de plaats waar deze op is gericht. In de periode van 25 oktober 2020 tot 6 januari 2021 is [appellant] niet één keer te zien op de camerabeelden.
- Op 22 februari 2021 ziet een buurtbeheerder een wasmachine in het portaal staan. Bij het aanbellen bij het gehuurde wordt open gedaan door een jonge man, 20-25 jaar oud, die vertelt dat ‘ze’ een nieuwe wasmachine hadden gekocht.
- Op 5 maart 2021 moest de meterkast in het gehuurde worden geopend om de hoofdkraan van het water dicht te kunnen draaien. Een jonge man deed open. Bij een controle op 9 maart bleek de deur van de meterkast nog niet gesloten te zijn, hoewel de jonge man op 5 maart min of meer had bevestigd dat [appellant] na thuiskomst de deur wel zou sluiten. Ook op 11 en 15 maart 2021 was die deur nog niet gesloten. Bij al deze gelegenheden werd [appellant] niet aangetroffen in de woning.
- Op 15 maart 2021 stonden meubels en een verzenddoos voor de deur met een adreslabel op de doos dat een andere naam vermeldde dan de naam van [appellant].
- Op 20 mei 2021 ziet een buurtbeheerder van Woonwenz dat de bij het gehuurde horende brievenbus open stond met daarin onder meer allerlei dichte post, gericht aan [appellant] en een verklaring omtrent gedrag (VOG) op naam van ‘[naam]’ en geadresseerd aan de [adres 1].