ECLI:NL:GHSHE:2023:2447

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
20-002702-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1994 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 weken voor diefstal door twee of meer verenigde personen, met aftrek van voorarrest. Daarnaast was de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf van 30 dagen gevangenisstraf. De politierechter had ook de gevangenhouding van de verdachte bevolen, maar deze werd opgeheven zodra de duur van de voorlopige hechtenis gelijk werd aan de opgelegde vrijheidsstraf.

Namens de verdachte werd hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in het hoger beroep, omdat hij geen grieven had ingediend. Het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, aangezien de verdachte geen schriftelijke of mondelinge bezwaren tegen het vonnis had geuit. Het hof heeft zich gebaseerd op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en heeft besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

De beslissing van het hof is op 24 juli 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij mr. S.V. Pelsser niet in staat was het arrest mede te ondertekenen. De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van grieven in hoger beroep en de gevolgen van het ontbreken daarvan voor de ontvankelijkheid van het beroep.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002702-22
Uitspraak : 24 juli 2023
VERSTEK (dnip)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 17 november 2022, parketnummer 02-284976-22 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer 01-140815-22, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
Zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Hoger beroep
De politierechter heeft de verdachte bij vonnis waarvan beroep ter zake van het primair tenlastegelegde, te weten ‘diefstal door twee of meer verenigde personen’, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Voorts heeft de politierechter de tenuitvoerlegging gelast van de voorwaardelijke straf die bij vonnis van 15 juni 2022 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 01-140815-22, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen. Ten slotte heeft de politierechter de gevangenhouding van de verdachte bevolen, welk verleende bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan de duur van de opgelegde vrijheidsstraf.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep, nu hij geen grieven heeft opgegeven tegen het vonnis van de politierechter.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het namens de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling (of via een gemachtigd advocaat) bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en het hof niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden. Daarom zal het hof toepassing geven aan het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en het namens de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

Het hof:
verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen, voorzitter,
mr. O.A.J.M. Lavrijssen en mr. S.V. Pelsser, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. E.F.G. Truijen, griffier,
en op 24 juli 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. S.V. Pelsser is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.