AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot een grote hoeveelheid hennepplanten
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden en een geldboete van € 40.000,00 voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, specifiek voor het telen van een grote hoeveelheid hennepplanten. De rechtbank had de verdachte vrijgesproken van medeplichtigheid aan diefstal van elektriciteit en de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering.
In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte opnieuw zou veroordelen. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, stellende dat de verdachte geen wetenschap had van de hennepkwekerij. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte opzettelijk gelegenheid heeft verschaft voor de teelt van hennepplanten door de loods ter beschikking te stellen aan onbekende personen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de loods sinds 2017 in gebruik had en dat er voldoende bewijs was dat hij op de hoogte moest zijn van de hennepkwekerij.
Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 81 dagen, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 48 en 63 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, maar het subsidiair tenlastegelegde als bewezen verklaard.
Voetnoten
1.In de hierna volgende bewijsmiddelen wordt – tenzij anders vermeld – verwezen naar het proces-verbaal van de politie eenheid Limburg, district Noord- en Midden-Limburg, basisteam Roermond, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 1] , brigadier van politie, registratienummer PL2300-2019042819Z, gesloten d.d. 26 maart 2019, inhoudende een verzameling in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van politie met daarin gerelateerde bijlagen, met doorgenummerde pagina’s 3 tot en met 124.
2.Het proces-verbaal van verdenking d.d. 13 januari 2019, dossierpagina 53, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] .
3.Het proces-verbaal aanvraag machtiging leggen beslag ex art. 94a jo. Art. 103 Wetboek van Strafvordering d.d. 11 januari 2019, dossierpagina’s 63-64, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] .
4.Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 26 maart 2019, dossierpagina’s 5 – 11, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] .
5.Het proces-verbaal van binnentreden in woning d.d. 11 januari 2019, dossierpagina’s 56 – 57, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] .
6.Het proces-verbaal van aanhouding d.d. 11 januari 2019, dossierpagina’s 107 – 108, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 5] .
7.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen bij de rechter-commissaris belast met strafzaken bij de rechtbank Limburg d.d. 11 november 2021, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige] .
8.Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 januari 2019, dossierpagina’s 120 – 124, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte.
9.Het geschrift, een e-mailbericht d.d. 29 mei 2019, voor zover inhoudende: ‘Jullie huisnr. [adres] is dus ons nummer [adres] ’.
10.Het proces-verbaal aangifte d.d. 11 februari 2019, dossierpagina 73, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever] namens [bedrijf]
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 augustus 2019, proces-verbaalnummer PL2300-2019007015-5, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] .
12.Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting d.d. 11 augustus 2021, pagina 2.
13.Het geschrift, een e-mailbericht d.d. 4 oktober 2021, voor zover inhoudende een afschrift betaalrekening op naam van [verdachte] , [adres] .