Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
’s-Hertogenbosch, van 2 april 2021 met parketnummer 01-164534-20, alsmede de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf onder parketnummer 01-009177-19, in de strafzaak tegen:
[verdachte] ,
1..
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , opgemaakt d.d. 15 april 2019, met fotobijlagen, dossierpagina’s 107-113, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer 1] :
het hof begrijpt: aangeefster [slachtoffer 2]) begon te schreeuwen.
2..
Het proces-verbaal van verhoor aangever, opgemaakt d.d. 17 april 2019, met bijlage, dossierpagina’s 118-126, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer 1] :
3..
Het proces-verbaal van getuigenverhoor van de getuige [slachtoffer 1] door de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit gerechtshof, d.d. 24 januari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [slachtoffer 1] voornoemd:
4.
Het proces-verbaal van verhoor aangeefster, opgemaakt d.d. 17 april 2019, dossierpagina’s 114-117, voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [slachtoffer 2] :
Het hof begrijpt, gezien de inhoud en datum, dat dit verhoor betrekking heeft op de tenlastegelegde woningoverval en is afgenomen naar aanleiding van de aangifte van [slachtoffer 1] op 15 april 2019.)
het hof begrijpt: 14 april 2019) we thuis waren was het ongeveer 22:50 uur. Mijn man (
het hof begrijpt: aangever [slachtoffer 1]) wilde gaan douchen en trok zijn jas al uit. Toen hoorde ik heel snel daarna dat er werd aangebeld.
5..
Het proces-verbaal uitslag sporenonderzoek, opgemaakt d.d. 22 mei 2020, dossierpagina 247, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
het hof begrijpt telkens: aangever [slachtoffer 1]) letsel opgelopen had/gewond was geraakt. Voor zijn verwondingen wordt het slachtoffer in het ziekenhuis onderzocht.
6..
Het rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een overval gepleegd in Uden op 14 april 2019, opgemaakt d.d. 18 mei 2020, dossierpagina’s 248-251, zaaksnummer 2019.04.25.096 (aanvraag 005), voor zover inhoudende als onderzoeks-bevindingen van ing. M.J.W. Pouwels, NFI-deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA:
Vraagstelling
nagels slo r. hand [slachtoffer 1])
- bemonstering AALS8093NL#01 bevat DNA van drie personen;
- slachtoffer [slachtoffer 1] is één van de donoren van DNA in bemonstering AALS8093NL#01;
- de onbekende personen in dit mengsel zijn niet onderling of aan [verdachte] en slachtoffer [slachtoffer 1] verwant.
7..
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 19 maart 2021, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
(het hof begrijpt: [medeverdachte] ).
8..
Het proces-verbaal van getuigenverhoor van de getuige [getuige 1] door de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit gerechtshof, d.d. 19 juli 2022, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] voornoemd:
(het hof begrijpt: [slachtoffer 1] )mee naar het ziekenhuis te Uden, gezien de verwondingen voor nader medisch onderzoek.
10..
Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres 2] ), opgemaakt d.d. 20 november 2019, dossierpagina’s 200-205, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 2] :
(het hof begrijpt: [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] )DNA-kenmerken aangetroffen van [medeverdachte] , geboren op [geboortedag 2] 2000. Het rapport, voorzien van nummer 2019.04.25.096 is in dit dossier opgenomen.
11..
Het rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een overval gepleegd in Uden op 14 april 2019, zaaksnummer 2019.04.25.096 (aanvragen 001, 002 en 003), opgemaakt d.d. 24 juli 2019, dossierpagina’s 254-261, met bijlagen, voor zover inhoudende als onderzoeksbevindingen van ing. M.J.W. Pouwels, NFI-deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA:
Onderzoek naar biologische sporen
patroonmagazijn)
het hof begrijpt telkens: medeverdachte [medeverdachte]) en minimaal drie onbekende personen
bivakmuts)
- bemonstering AAKS0847NL#04 bevat DNA van vijf personen;
- slachtoffer [slachtoffer 1] is één van de donoren van DNA in bemonstering AAKS0847NL#04;
- de onbekende personen in dit mengsel zijn niet onderling of aan [slachtoffer 1] en [medeverdachte] verwant.
DNA-databank
12.
. Een schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie, dossierpagina’s 357-368, met bijlagen, onder meer inhoudende:
13..
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt d.d. 18 december 2019, dossierpagina’s 180-185, met bijlage, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
- Blijkens raadplegen in de politiesystemen is dit telefoonnummer in gebruik bij [betrokkene] (…)
- Dit betreft de vriendin van verdachte [medeverdachte] .
het hof begrijpt: de telefoon van medeverdachte [medeverdachte]) zich vermoedelijk ten tijde van de overval in Uden bevond. De telefoon heeft zich in de periode tussen 22.39:44 en 23.34:57 uur verplaatst vanuit Oss via Heesch naar Uden en vervolgens via Schaijk weer terug naar Oss.
- Het tijdstip van de overval is gelegen tussen 22.50 en 22.58 uur.
- De [plaats delict] bevindt zich op een afstand van 348 meter van de zendmast 40547 van T-Mobile en is gelegen binnen de zendrichting van deze mast.
14.
. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt d.d. 23 juni 2020, dossierpagina’s 196-198, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 7] :
(het hof begrijpt: [medeverdachte] )als verdachte aangehouden, waarna zijn iPhone met toestemming van OvJ mr. J. Kramer nader werd onderzocht. De iPhone was vergrendeld met een onbekende vergrendelcode die door verdachte [medeverdachte] niet werd gegeven. [medeverdachte] heeft in zijn verhoor onder nummer 2019168439-6 aangegeven niet mee te willen werken aan het onderzoek aan zijn iPhone en gaf daarom geen vergrendelcode.
15..
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, tweede meervoudige kamer voor strafzaken, van 11 juli 2023, voor zover inhoudende als eigen waarneming van het hof:
onderde nagels van aangever [slachtoffer 1] is aangetroffen. Het DNA kan ook op de nagels van aangever zijn aangetroffen, hetgeen relevant is voor de vraag hoe dat DNA-materiaal daarop terecht is gekomen.
Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft geen onderzoek verricht naar de aard van het celmateriaal in de bemonstering. Dat onderzoek kan een aanwijzing opleveren voor de vraag in hoeverre het onderzochte spoor delictgerelateerd is en hoe het op de nagels terecht kan zijn gekomen. Voorts is slechts sprake van een mengprofiel waarin niet slechts het DNA van de verdachte en aangever zijn aangetroffen, maar ook van ten minste één andere persoon. Het is in de visie van de verdediging niet uit te sluiten dat het DNA van de onbekend gebleven persoon delictgerelateerd is en het DNA van de verdachte reeds eerder op een volstrekt onschuldige wijze indirect is overgedragen. Dit geldt volgens de raadsvrouw temeer nu niet is onderzocht wat de verhouding in de bemonstering is tussen het DNA van de verdachte en de onbekend gebleven derde, terwijl de relatieve hoeveelheid DNA die iemand heeft bijgedragen aan een spoor relevant kan zijn.
Omdat het NFI alleen onderzoek op bronniveau heeft verricht en geen onderzoek op activiteitenniveau, heeft er geen evaluatie plaatsgevonden door een deskundige van de vraag hoe waarschijnlijk de resultaten van het DNA-onderzoek zijn in het licht van het scenario van het Openbaar Ministerie, afgezet tegen dat van de verdachte.
“In 2019: in de bouw en slopen. Dit heb ik gedaan tot aan de zomer. In de zomer heb ik in kunstgras gewerkt. Daarna heb ik in de logistiek gewerkt.”Vervolgens heeft de verdachte op de vraag of hij het Griekse restaurant [naam restaurant] in Oss kent, zijnde het restaurant van aangever [slachtoffer 1] , verklaard dat hij dat restaurant kent en dat hij daar lang geleden (naar eigen zeggen ‘toen hij nog kind was’) heeft gewerkt. Bij de politie heeft de verdachte zich verder overwegend op zijn zwijgrecht beroepen. Bij zijn verhoor door de raadkamer van de rechtbank op 8 juli 2020 heeft de verdachte verklaard dat hij als afwasser werkte in het restaurant, maar dat hij niet meer precies weet wanneer dat was. De eigenaar kwam volgens de verdachte af en toe naar het restaurant. Op 19 maart 2021, tijdens de openbare terechtzitting van de rechtbank en in aanwezigheid van zijn toenmalige raadsman, heeft de verdachte verklaard dat hij vanaf de zomer tot het begin van de winter van 2018 voor [slachtoffer 1] heeft gewerkt. Daarna kwam hij daar nog wel eens als klant: hij ging er wel eens wat drinken en haalde ook wel eens zijn vriend op als deze klaar was met werken. Nadat de verdachte door de rechtbank ermee werd geconfronteerd dat er in april 2019, enkele maanden nadat de verdachte zou zijn gestopt met werken voor aangever [slachtoffer 1] , DNA van de verdachte op de nagels van [slachtoffer 1] was aangetroffen, terwijl aangever in de tussentijd al vele keren onder de douche moet zijn geweest, verklaarde de verdachte dat hij ook niet wist hoe het kan dat zijn DNA daar nog steeds aanwezig was.
Op grond van het voorgaande acht het hof zich voldoende voorgelicht ter beantwoording van de eerste vraag als bedoeld in artikel 350 van het Wetboek van Strafvordering, zodat het verzoek wordt afgewezen.
Naar het oordeel van het hof brengen de aard en de ernst van de normschending in dit geval met zich dat de nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon ’op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek kan worden aangenomen.
€ 2.750,00.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
29 (negenentwintig) maanden;
€ 2.750,00 (zegge: tweeduizend zevenhonderdvijftig euro)als vergoeding van immateriële schade, waarvoor de verdachte met zijn mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 2.750,00 (zegge: tweeduizend zevenhonderdvijftig euro)aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 37 (zevenendertig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 3.429,00 (zegge: drieduizend vierhonderdnegenentwintig euro)bestaande uit € 179,00 (zegge: honderdnegenenzeventig euro) als vergoeding van materiële schade en € 3.250,00 (zegge: drieduizend tweehonderdvijftig euro) als vergoeding van immateriële schade, waarvoor de verdachte met zijn mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 3.429,00 (zegge: drieduizend vierhonderdnegenentwintig euro)bestaande uit € 179,00 (zegge: honderdnegenenzeventig euro) aan materiële schadevergoeding en € 3.250,00 (zegge: drieduizend tweehonderdvijftig euro) aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 44 (vierenveertig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
jeugddetentievoor de duur van
2 (twee) weken.