In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte was veroordeeld voor belaging. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en daarnaast twee vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd: een contactverbod met het slachtoffer voor 5 jaren en een gebiedsverbod voor de gemeente Heerlen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het vonnis en een nieuwe veroordeling van de verdachte. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, maar het hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 16 juli 2021 tot en met 20 mei 2022 stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer door herhaaldelijk contact met haar op te nemen, ondanks eerdere verboden.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, en heeft de vrijheidsbeperkende maatregelen bevestigd. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer in overweging genomen bij het bepalen van de straf en de maatregelen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bescherming van slachtoffers van belaging en de gevolgen van dergelijk gedrag voor de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen.