ECLI:NL:GHSHE:2023:2399
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Opheffing van bewind over goederen van de rechthebbende na verbetering van psychische toestand en taalkennis
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van het bewind over de goederen van de rechthebbende. De rechthebbende, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, stelde dat het bewind ten onrechte was ingesteld en dat de gronden voor onderbewindstelling inmiddels niet meer aanwezig waren. De kantonrechter had op 13 december 2021 het bewind ingesteld vanwege de lichamelijke en geestelijke toestand van de rechthebbende, die destijds kampte met psychische klachten als gevolg van de coronamaatregelen.
In het hoger beroep heeft de rechthebbende aangevoerd dat zijn situatie is verbeterd. Hij heeft een intensieve taalcursus gevolgd en is in behandeling geweest bij een psycholoog. De rechthebbende is van mening dat hij nu in staat is om zijn financiële belangen zelf te behartigen. De bewindvoerder heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof, maar meent dat de noodzaak voor het bewind nog steeds bestaat. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende zijn psychische toestand en taalkennis heeft verbeterd. Hij heeft een stabiele financiële situatie en is zich bewust van zijn verplichtingen. Gezien deze verbeteringen heeft het hof geoordeeld dat de noodzaak voor het bewind niet langer bestaat. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de rechthebbende om het bewind op te heffen toegewezen, met ingang van 15 augustus 2023. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.