4.1.De man is met zes grieven in hoger beroep gekomen van de beschikking van 18 januari 2018.
De man verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet dat toelaat:
ten aanzien van het verzoek tot vervangende toestemming om met [minderjarige] naar België te verhuizen:
1. de vrouw in haar verzoek niet-ontvankelijk te verklaren althans het gevraagde af te wijzen;
en ten aanzien van het zelfstandig verzoek:
2. de vrouw te gelasten om binnen zeven dagen na de datum van de gevraagde uitspraak, althans na betekening van de uitspraak aan het kantooradres van haar raadsman, terug te keren naar [woonplaats man] of de omgeving van [woonplaats man] , gerekend binnen een straal van 25 kilometer rond [woonplaats man] , althans naar de laatst bekende woonplaats [plaats] en daarbij uitdrukkelijk te bepalen dat de vrouw zich binnen zeven dagen na de datum van de uitspraak dient in te schrijven bij de betreffende woningbouwverenigingen en betrokken instanties en daarbij uitdrukkelijk aanspraak te maken op urgentie en om de man terstond over deze inschrijvingen te informeren;
3. te bepalen dat, wanneer de vrouw niet voldoet aan hetgeen het hof gelast over de terugkeer naar [woonplaats man] of omgeving en bepaalt over de inschrijving bij de betreffende woningbouwverenigingen en betrokken instanties, [minderjarige] zal worden ingeschreven aan [school] , gevestigd te [woonplaats man] aan [adres] , danwel aan een door het hof in goede justitie te bepalen school of opleiding en dat de uitspraak in de plaats komt van de medewerking van de vrouw aan de inschrijving van [minderjarige] aan [school] voornoemd, danwel aan een door het hof in goede justitie te bepalen school of opleiding;
4. te bepalen dat [minderjarige] , onder de voorwaarde dat en zolang de vrouw niet beschikt over zelfstandige woonruimte in [woonplaats man] of de omgeving van [woonplaats man] of in [plaats] , met ingang van de dag dat [minderjarige] te [woonplaats man] staat ingeschreven aan de school of opleiding, haar hoofdverblijf zal hebben bij de man en dat de uitspraak in de plaats treedt van de medewerking van de vrouw aan de inschrijving van [minderjarige] in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats man] ;
5. te bepalen dat voor de duur dat [minderjarige] alsdan haar hoofdverblijf zal hebben bij de man en staat ingeschreven op het adres van de man, er een zorg- en contactregeling met de vrouw zal gelden van een weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag uit school tot zondagavond 19.00 uur, waarbij als voorwaarde zal gelden dat de man bekend is met het adres waar [minderjarige] tijdens de omgang met de vrouw verblijft:
6. te gelasten dat de vrouw binnen zeven dagen na de datum van de gevraagde uitspraak, althans na betekening van de uitspraak aan het kantooradres van haar raadsman, de woonplaats en het adres van [minderjarige] en de naam, het adres en de plaats van de school van [minderjarige] aan de raadsman van de man bekent maakt, onder verbeurte van een dwangsom van € 175,- voor iedere dag dat de vrouw na betekening van de gevraagde uitspraak nalaat om volledig aan de uitspraak te voldoen;
7. een zorg- en contactregeling tussen de man en [minderjarige] vast te stellen als volgt:
- een weekend per veertien dagen van vrijdag 17.00 uur tot zondag 19.00 uur, waarbij de man [minderjarige] op vrijdag ophaalt bij de vrouw en de vrouw [minderjarige] op zondag ophaalt bij de man en welke regeling ingaat in het tweede weekend volgend op de datum van de gevraagde uitspraak;
- alsmede de helft van de schoolvakanties;
- alsmede de verdeling van de algemeen erkende feestdagen, in die zin dat [minderjarige] de algemeen erkende feestdagen om en om bij de ene danwel de andere ouder doorbrengt;
- althans een zorg- en contactregeling vast te stellen als het hof in goede justitie juist acht.