Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
[verzoeker] ,
[de rechthebbende] ,
[de vader] ,
[de bewindvoerder 1] ,
[de bewindvoerder 2] ,
[belanghebbende 1] ,
[belanghebbende 2] ,
[belanghebbende 3] ,
[belanghebbende 4] ,
Overwegingen
.
- bepaalt dat de voormalig bewindvoerders binnen twee maanden na de datum van deze uitspraak de eindrekening en -verantwoording afleggen aan de opvolgend bewindvoerder en een - zo mogelijk door hen voor akkoord ondertekend - exemplaar ervan aan het Bewindsbureau van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Tilburg , overleggen, terwijl daar had moeten staan binnen twee maanden na 1 juli 2023;
- bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder binnen drie maanden na aanvang van het bewind een beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen dient op te maken en een afschrift daarvan dient in te leveren ter griffie (het Bewindsbureau) van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Tilburg , terwijl daar had moeten staan binnen twee maanden na 1 juli 2023.