In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een verzoek tot vaststelling van een contactregeling en de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018. De man, verzoeker in principaal hoger beroep, heeft in eerste aanleg geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de vrouw, die de man had verzocht om een bijdrage van € 650,- per maand. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, wat de man heeft doen besluiten in hoger beroep te gaan.
In het hoger beroep heeft de man verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen en de bijdrage vast te stellen op € 489,- per maand, alsook om een contactregeling met de minderjarige vast te stellen. De vrouw heeft in haar verweerschrift verzocht de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken en heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man zijn verzoek tot contactregeling ingetrokken, waarna het hof hem niet-ontvankelijk verklaarde in dit verzoek.
Het hof heeft de ingangsdatum van de kinderalimentatie vastgesteld op 1 september 2022, in plaats van de door de rechtbank vastgestelde datum van 1 oktober 2022. De behoefte van de minderjarige is vastgesteld op € 617,50 per maand, en de man is in staat om een bijdrage van € 543,- per maand te betalen, met een verhoging naar € 561,- per maand per 1 januari 2023. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.