Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
‘hij heeft een keer aan mijn vagina gezeten’en kort daarna op de vraag
‘Hoe vaak heeft hij aan jou vagina gezeten?’waarop ze als antwoord gaf
‘Niet heel vaak. Op het einde wel vaker, zeker een keer of 20 maar dat is niet veel in vergelijking hoe vaak hij aan mijn borsten heeft gezeten’.
Dat het nog een keer zou komen als ik er klaar voor was. Hij werkte overal naar toe zeg maar en dan steeds een stapje verder. Hij had het erover hoe het zou zijn”. En op de vraag van de politie om dat laatste uit te leggen, antwoordde aangeefster: “
Dat komt nog wel zei hij vaak”. En verder: “
Omdat hij dan ondertussen aan mijn vagina zat om mij opgewonden te krijgen maar dat werkte niet. Hij zei dan dingen als is het al wat nat daar beneden, bij mij wel. Als ik opgewonden zou raken dan zou het kunnen maar als dat niet zo was dan was ik er nog niet klaar voor”. Aangeefster heeft in dat verband, dus ná de door verdediging bedoelde (tegenstrijdige) antwoorden op de vragen van de politie, nog uitgelegd dat de betasting van de vagina is gebeurd 4-5 maanden nadat de ontuchtige handelingen begonnen zijn, dat het stap voor stap ging, namelijk eerst veel praten, veel voor haar doen, langzaamaan erin prenten, langzaamaan het aanraken aan schouder, dan billen, aan de borsten, daarna onder de kleding aan de borsten en de billen, dan over de kleding aan de vagina en tegen het einde in de onderbroek, even voelen of het nat was.
een keer aan mijn vagina gezetentegenover
zeker een keer of 20 aan mijn vagina heeft gezeten. Aangeefster stelt daarover: “
U vraagt mij hierop te reageren. Er komen als je erover praat toch dingen omhoog. Ik had hier ook nooit zo over nagedacht. Ik ben daar naartoe gegaan, voor de aangifte, zonder voorbereiding. Tijdens het gesprek met de politieagenten kwam voor mij alles omhoog, omdat die echt concreet dingen vroegen die nog nooit eerder aan mijn zijn gevraagd”.
‘hij heeft nooit gezoend of dat soort dingen’en
‘ik moest hem op de mond kussen’,geen innerlijk tegenstrijdigheid. Daargelaten dat het zoenen niet een tenlastegelegde gedraging is, is het hof van oordeel dat in het algemeen spraakgebruik met zoenen ‘tongzoenen’ wordt bedoeld, althans door aangeefster hier zo kan zijn opgevat. Het tongzoenen is dan ook een geheel andere seksueel getinte gedraging dan het louter kussen op een mond.
BESLISSING
duur van 1 (één) jaar;
€ 5.177,00 (vijfduizend honderdzevenenzeventig euro) bestaande uit € 177,00 (honderdzevenenzeventig euro) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening;