In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van verzoeken van de moeder om haar te benoemen tot bewindvoerder en mentor over de rechthebbende. De moeder was eerder benoemd tot bewindvoerder en mentor, maar werd in 2019 ontslagen door de kantonrechter van de rechtbank Limburg. De moeder heeft in hoger beroep de beschikkingen van de rechtbank Oost-Brabant van 6 september 2021 aangevochten, waarin haar verzoeken tot ontslag van de huidige bewindvoerder en mentor werden afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen gewichtige redenen zijn om de huidige bewindvoerder en mentor te ontslaan. De rechthebbende ontvangt een uitkering en er zijn betalingsregelingen getroffen voor zijn schulden. Het hof heeft ook de zorgen van de WMO-consulent van de gemeente over de rol van de moeder als mentor in overweging genomen, waarbij werd gewezen op eerdere problemen in de zorg voor de rechthebbende. Het hof heeft uiteindelijk de verzoeken van de moeder afgewezen en de eerdere beschikkingen bekrachtigd, waarbij de proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd.