ECLI:NL:GHSHE:2023:223
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in strafzaken met betrekking tot (winkel)diefstal en tenuitvoerlegging van eerder opgelegde straf
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 25 februari 2021. De verdachte, geboren in 1986 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden voor (winkel)diefstal, met aftrek van voorarrest. Daarnaast was de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft gevorderd het vonnis te bevestigen. De verdediging heeft geen verweer gevoerd tegen de bewezenverklaring, maar heeft wel gepleit voor toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht in verband met een andere zaak tegen de verdachte. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof met betrekking tot de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde straf.
Het hof heeft het beroep beoordeeld en is van oordeel dat het vonnis waarvan beroep kan worden bevestigd. Het hof heeft de gronden van het vonnis overgenomen en aangevuld met relevante wetsartikelen. Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en de persoonlijkheid van de verdachte, ziet het hof geen aanleiding om geen straf of maatregel op te leggen. Het hof bevestigt derhalve het vonnis van de politierechter.