ECLI:NL:GHSHE:2023:222
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in strafzaken met betrekking tot diefstal en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. De verdachte, geboren in 1986 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De politierechter had een gevangenisstraf van 1 maand opgelegd, met aftrek van voorarrest, en de tenuitvoerlegging gelast van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De verdediging heeft geen verweer gevoerd tegen de bewezenverklaring, maar heeft wel gepleit voor een andere straftoemeting in verband met een gelijktijdig behandelde zaak. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof met betrekking tot de vorderingen tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde straffen.
Het hof heeft het beroep ongegrond verklaard en het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de ernst van het bewezenverklaarde en de persoonlijkheid van de verdachte. Het hof heeft geen aanleiding gezien om geen straf of maatregel op te leggen, zoals bedoeld in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.