ECLI:NL:GHSHE:2023:220
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake opzettelijk en wederrechtelijk onbruikbaar maken van een auto
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte op 22 april 2022 was veroordeeld tot een geldboete van € 750,00 voor het opzettelijk en wederrechtelijk onbruikbaar maken van een auto die aan een ander toebehoorde. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die vroeg om vernietiging van het vonnis en een bewezenverklaring van het tenlastegelegde, met een geldboete van € 750,00 of 15 dagen hechtenis als alternatief. De verdediging heeft vrijspraak bepleit en een strafmaatverweer gevoerd.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het niet te verenigen was met de beslissing van het hof. De tenlastelegging betrof het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een auto op 15 mei 2021 te Deurne. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij het onbruikbaar maken van de auto. Er waren getuigenverklaringen die de verdachte niet konden verbinden aan de daad, en het hof concludeerde dat er onvoldoende overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 januari 2023, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren. De beslissing is openbaar uitgesproken en de griffier heeft de zitting bijgewoond.