ECLI:NL:GHSHE:2023:2136

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 mei 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
20-001320-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake gevangenisstraf en ontzegging rijbevoegdheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 14 juni 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1978, was in eerste aanleg veroordeeld, maar het hof heeft het vonnis ten aanzien van de straf vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week, maar deze straf zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast is de verdachte voor de duur van zes maanden de bevoegdheid ontzegd om motorrijtuigen te besturen. Het hof heeft bepaald dat de tijd waarin het rijbewijs van de verdachte is ingevorderd of ingehouden, in mindering zal worden gebracht op de bijkomende straf. Het hof heeft het vonnis voor het overige bevestigd. Deze uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de verdachte en is mondeling uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Parketnummer: 20-001320-22

Uitspraak : 11 mei 2023
TEGENSPRAAK (artikel 279 Sv)
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingslocatie Middelburg, van 14 juni 2022, in de strafzaak onder parketnummer 96-009552-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
wonende te [adres] .

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de straf en doet in zoverre opnieuw recht.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) week.

Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. O.M.J.J. van de Loo.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 mei 2023.