In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor poging tot diefstal, waarbij hij zich toegang tot de plaats van het misdrijf had verschaft door middel van braak. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, met aftrek van voorarrest, en had het in beslag genomen gereedschap verbeurd verklaard. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft gevorderd het vonnis te bevestigen. Het hof heeft echter besloten het vonnis te vernietigen, maar heeft het bewezenverklaarde wel bevestigd. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 5 mei 2022 te Roosendaal heeft geprobeerd een hoeveelheid metaal en koper weg te nemen door de voordeur te forceren en een combinatietang te gebruiken. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.
De strafbaarheid van de verdachte werd niet betwist, en het hof heeft de op te leggen straf bepaald op een gevangenisstraf van twee weken, met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft het hof beslissingen genomen over het beslag, waarbij het in beslag genomen handgereedschap en de handlamp verbeurd zijn verklaard, terwijl het koper aan het slachtoffer is teruggegeven. De beslissing is gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.