Uitspraak
,
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] .
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. Bronsveld;
- mr. Van Beers;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 15 juli 2022;
- het V8-formulier van 21 november 2022 met producties 1-4 van de advocaat van de moeder;
- het V8-formulier van 30 maart 2023 van de advocaat van de moeder;
- het V6-formulier van 24 april 2023 van de advocaat van de vader, met als bijlage het zorgplan van [hulpverlening 1] van 11 april 2023.
3.De beoordeling
- Vader zal een brief naar haar schrijven.
- De rol van moeder in het contact tussen [minderjarige 1] en vader is ondersteunend en stimulerend. Ouders willen een loyaliteitsconflict voorkomen. Moeder zal benadrukken dat [minderjarige 1] niet voor haar als moeder hoeft te zorgen en dat zij het belangrijk vindt dat [minderjarige 1] zowel met vader als met moeder een goede band heeft.
- Na de rustperiode zullen ouders overleggen hoe zij het contact verder kunnen opbouwen.
- Videobellen met vader op vaste contactmomenten, minimaal 1 keer per week.
- Na rustperiode op zoek naar een activiteit tussen [minderjarige 1] en vader per week, bijvoorbeeld iedere week samen wielrennen.