ECLI:NL:GHSHE:2023:1995

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 januari 2023
Publicatiedatum
16 juni 2023
Zaaknummer
20-002425-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal door twee of meer verenigde personen met braak

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 11 oktober 2021 was veroordeeld voor poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen. De verdachte had zich de toegang tot de plaats van het misdrijf verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik gebracht door middel van braak. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest, en had bepaald dat een inbeslaggenomen handschoen aan het verkeer zou worden onttrokken.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 16 januari 2023 heeft het hof de zaak behandeld. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis van de politierechter wordt bevestigd, terwijl de verdediging primair vrijspraak heeft bepleit en subsidiair een strafmaatverweer heeft gevoerd. Het hof heeft het beroep op vrijspraak verworpen en de aanvulling van de bewijsmiddelen geaccepteerd, waarbij het hof de kwalificatie van het delict heeft verbeterd. De verdachte werd uiteindelijk opnieuw schuldig bevonden aan diefstal door twee of meer verenigde personen.

Het hof heeft de beslissing van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de beslissing op het beslag. De teruggave van de in beslag genomen handschoen aan de verdachte werd gelast. Het hof oordeelde dat de opgelegde gevangenisstraf passend was, ondanks de medische klachten van de verdachte, omdat deze onvoldoende waren onderbouwd met medische stukken. De beslissing is gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002425-21
Uitspraak : 16 januari 2023
TEGENSPRAAK (ex artikel 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 11 oktober 2021, in de strafzaak met parketnummer 02-179613-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van ‘poging diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de politierechter bepaald dat een inbeslaggenomen handschoen (Omschrijving: G2351654, zwart) zal worden onttrokken aan het verkeer.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep – welk onderzoek op de terechtzitting van 16 januari 2023 is gesloten – en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Namens de verdachte is primair vrijspraak bepleit. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, met uitzondering van de beslissing op het beslag en de toepasselijke wettelijke voorschriften. Het hof zal de kwalificatie verbeterd lezen en deze opnieuw opnemen. Voorts behoeven de bewijsmiddelen, de bijzondere overwegingen omtrent het bewijs en de strafmotivering naar het oordeel van het hof aanvulling.
Verbetering van de kwalificatie
Het primair bewezenverklaarde wordt – na verbetering – gekwalificeerd als:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd.
Aanvulling van de bewijsmiddelen
Naast de door de politierechter gebezigde bewijsmiddelen, welke het hof bevestigt, komt de bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde en bewezenverklaarde feit mede te berusten op de hierna opgenomen alinea, die zal worden toegevoegd aan het bewijsmiddel dat is opgenomen op pagina 4-5 van het vonnis.
Het betreft een toevoeging aan het opgenomen proces-verbaal van bevindingen (pg. 56-58) van het eindproces-verbaal met registratienummer PL2000- 2021175768 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 132.
De volgende alinea zal worden toegevoegd vóór de zin ‘Te zien is dat achteraan op de parkeerplaats een voertuig in de richting van de camera rijdt met zijn lichten aan’:
Naar aanleiding van een aanhouding voor een poging ladingdiefstal met daarbij vernieling van vrachtwagenzeilen in de nacht van 7 Juli 2021, heeft Camera Observatie Nederland (CON) middels diverse camera's een voertuig gevolgd die verdacht rondreed over het industrieterrein Vossenberg te Tilburg. CON heeft van deze observatie diverse bestanden veiliggesteld en deze overhandigd aan de politie voor verder onderzoek. In totaal werden 15 bestanden overhandigd waarbij het merendeel beelden zijn van de onlogische route van dit voertuig. Op slechts een bestand zijn meerdere handelingen van personen te zien welke ik, verbalisant, hieronder in detail heb uitgewerkt.
Bestandsnaam: Gesworenhoekseweg/Theussestraat 2120-07-06 02.47 uur
Lengte: 8.26 minuten
Bij aanvang van het bestand is slechts in de linker benedenhoek van het scherm een cameranummer te zien, 16, en de cameranaam, Gesworenhoekseweg / Theusses.
Te zien is dat de camera gericht staat op de Theussestraat en links op beeld is een deel van de parkeerplaats te zien waar vrachtwagens staan opgesteld.
Aanvullende overweging omtrent het bewijs
De raadsvrouw heeft namens de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte van het tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. Daartoe is, kort gezegd, aangevoerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte:
(a) beschikte over gereedschap dat geschikt was om in vrachtwagenzeil te knippen/snijden;
(b) de voor medeplegen vereiste wezenlijke bijdrage heeft gehad, nu op camerabeelden slechts is waargenomen dat de verdachte tegen een vrachtwagen leunde;
(c) opzet had op het wegnemen van (een) goed(eren), omdat er enkel kapotgesneden zeilen zijn aangetroffen;
(d) opzet had op het wegnemen van (een) goed(eren), omdat geen voertuig aanwezig was waarin het een en ander kon worden meegenomen.
Het hof overweegt dat hetgeen door de raadsvrouw in hoger beroep is aangevoerd rechtstreeks wordt weerlegd door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen. Bijgevolg wordt het verweer strekkende tot vrijspraak in al haar onderdelen verworpen.
Aanvullende overweging omtrent de straf
De raadsvrouw heeft namens de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep een strafmaatverweer gevoerd, inhoudende dat de verdachte in verband met restverschijnselen van een motorongeluk niet in staat is om een gevangenisstraf te ondergaan of een taakstraf uit te voeren. De verdachte heeft hoofdpijn en concentratiepijnen en dit wordt medisch onderzocht. Namens de verdachte is daarom een grotendeels voorwaardelijke straf bepleit.
Het hof overweegt daaromtrent als volgt.
Gelet op de aard van het bewezenverklaarde handelen en de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, kan naar het oordeel van het hof niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Het hof acht de door de politierechter opgelegde gevangenisstraf (een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden) passend en geboden. Hetgeen de raadsvrouw ter terechtzitting in hoger beroep in het kader van de strafoplegging naar voren heeft gebracht, brengt het hof niet tot een ander oordeel betreffende de op te leggen sanctie dan de rechter in eerste aanleg, nu dit onvoldoende is onderbouwd met medische stukken.
Beslissing op beslag
De teruggave aan de verdachte zal worden gelast van de onder hem in beslag genomen handschoen (Omschrijving: G2351654, zwart).
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 45, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep doch uitsluitend ten aanzien van de beslissing op het beslag en doet in zoverre opnieuw recht;
gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een handschoen (Omschrijving: G2351654, zwart);
bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. A.M.G. Smit, voorzitter,
mr. C.P.J. Scheele en mr. H.A.M. von Hebel, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.M.M.F. van de Ven, griffier,
en op 16 januari 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.M.G. Smit en mr. H.A.M. von Hebel zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.