Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- mr. Van Loken, namens de man;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Knopper;
- de curator.
- de brief van de advocaat van de man van 7 maart 2023;
- de brief van de advocaat van de vrouw van 28 maart 2023;
- de brief van de advocaat van de man van 4 april 2023.
3.De beoordeling
enovereenkomstig het tweede lid openlijk bekend is gemaakt (hof: publicatie in de Staatscourant)
- De vrouw stelt dat de beschikking, voor zover het de echtscheiding betreft, nog niet in kracht van gewijsde gegaan. Haar advocaat heeft op 16 november 2022 de gemeente [gemeente] verzocht om de echtscheiding in te schrijven. De gemeente [gemeente] heeft dit verzoek op dezelfde dag afgewezen, omdat niet aan de formele vereisten van publicatie in de Staatscourant was voldaan. Op 16 februari 2023 (naar het hof begrijpt: 20 februari 2023) heeft de advocaat van de vrouw de publicatie in de Staatscourant laten plaatsen. Vanaf dat moment is de appeltermijn pas gaan lopen. Vervolgens kan dan drie maanden daarna – op 20 mei 2023 – opnieuw een akte non appel worden afgegeven. Pas daarna kan de echtscheiding worden ingeschreven en gaat de beschikking, voor zover het de echtscheiding betreft, in kracht van gewijsde.
- De man stelt dat de beschikking, voor zover het de echtscheiding betreft, in kracht van gewijsde is gegaan op 16 september 2022; drie maanden nadat de man op 16 juni 2022 het hoger beroep heeft ingesteld. Het is immers duidelijk dat de man berust in de echtscheiding en dat het hoger beroep daartegen niet is gericht. De echtscheiding had daarom binnen zes maanden na 16 september 2022 ingeschreven moeten zijn – op 16 maart 2023 – en dat is niet gebeurd. Bij gebrek aan wetenschap weerspreekt de man hetgeen de vrouw stelt over de correspondentie met de gemeente [gemeente]; de man heeft hier geen stukken van gezien.