ECLI:NL:GHSHE:2023:1958

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
20-001273-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake opzettelijk in voorraad hebben van vervalste goederen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 2003, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, voor het opzettelijk in voorraad hebben van vervalste goederen. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een veroordeling tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte.

Het hof heeft het beroep op vrijspraak verworpen en het vonnis waarvan beroep bevestigd, met enkele verbeteringen en aanvullingen op de gronden. Het hof heeft vastgesteld dat de goederen in kwestie, waaronder 108 paar Adidas schoenen, vervalsingen waren. De verdediging voerde aan dat er geen redelijk vermoeden van schuld was en dat de doorzoeking van de zeecontainer onrechtmatig was, maar het hof oordeelde dat de verhuurder van de container gerechtigd was om de politie toestemming te geven voor de doorzoeking.

Het hof heeft de bewijsvoering en de verwijzingen naar de bewijsmiddelen verbeterd en aangevuld. De beslissing van het hof bevestigt de eerdere veroordeling van de verdachte, waarbij het hof zich verenigt met de bewezenverklaring van de politierechter. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001273-22
Uitspraak : 14 juni 2023
TEGENSPRAAK (art. 279 Sv)
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 8 juni 2022, in de strafzaak met parketnummer 02-049236-22 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van opzettelijk in voorraad hebben van waren die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander of het merk waarop een ander recht heeft veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof zal bewezen verklaren hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd en de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis.
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde niet bewezen kan worden verklaard ten aanzien van het aantal tenlastegelegde Adidas schoenen (te weten 108 paar).
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis, met verbetering en aanvulling van de gronden waarop dit berust en met aanvulling van de aangehaalde wetsartikelen.
Verbetering van de verwijzing naar de bewijsmiddelen
Het hof is van oordeel dat de verwijzing naar de bewijsmiddelen van 3.1.1 en 3.1.2 in het vonnis verbetering behoeven, nu het eindproces-verbaal nr. PL2000-2022006660 afkomstig is van de politie regio Zeeland-West-Brabant in plaats van de politie regio Midden- en West-Brabant en derhalve vervangt het hof deze verwijzingen voor de navolgende verwijzingen:
  • 3.1.1. het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen opgenomen als pagina 4 en 5 in het eindproces-verbaal nr. PL2000-2022006660 van de politie regio Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm;
  • 3.1.2. het ambtsedig proces-verbaal van aangifte opgenomen als pagina 6 tot en met 9 in het eindproces-verbaal nr. PL2000-2022006660 van de politie regio Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm.
Aanvulling van de bewijsmiddelen
Het hof is van oordeel dat het bewijsmiddel onder 3.1.2 aanvulling behoeft met het navolgende (schuingedrukt).
Deze rechthebbenden hebben vastgesteld dat de goederen op de foto’s vervalsingen zijn van dier producten,
mede op grond van de inferieure kwaliteit van de
gebruikte materialen en de gebrekkige afwerking van de producten.
Voor de vaststelling dat de in beslag genomen goederen daadwerkelijk namaak zijn, wordt een aantal criteria gehanteerd die een objectieve beoordeling waarborgen, welke hierna worden uitgewerkt.

1.Merken

Ten aanzien van de bovenstaande partij goederen is vastgesteld dat deze allen waren voorzien van de hierboven genoemde beschermde merken en/of logo's, dan wel daarvan slechts een geringe afwijking vertonen.

2.Codering producten

De coderingen ontbreken of zijn foutief weergegeven.

3.Kwaliteit gebruikte materialen

De kwaliteit van de gebruikte materialen is ver beneden de kwaliteit van de originele producten. Dit heeft tot gevolg dat de producten sneller slijtage vertonen dan waarvoor de genoemde merkhouder garant staat.

4.Afwerking

De afwerking van de producten is slecht.

5.Overig

Ten aanzien van de verpakkingen van de producten is vastgesteld dat geen enkel product in een originele verpakking zat. Verder is de manier van verpakken niet gelijk aan de kenmerkende manier waarop de merkhouder haar producten verpakt.

Naar aanleiding van bovenstaande criteria is onomstotelijk vast komen te staan dat de aangetroffen producten niet door, dan wel in opdracht van, c.q. met toestemming van de rechthebbende zijn vervaardigd, hier te lande ingevoerd en/of in het handelsverkeer gebracht.
Daarnaast is het hof van oordeel dat het bewijsmiddel onder 3.1.3 verbetering behoeft en derhalve stelt het hof daarvoor het navolgende in de plaats:
- 3.1.3. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting op 8 juni 2022, zakelijk weergegeven, inhoudende:
Ik heb op 27 juni 2021 bij de heer [betrokkene] (
het hof begrijpt: de eigenaar) een zeecontainer gehuurd (
het hof begrijpt: te Tilburg).
Aanvulling van de bewijsoverwegingen
In aanvulling op de bewijsoverwegingen van de politierechter overweegt het hof het navolgende.
Net als in eerste aanleg heeft de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit. Daartoe is in de kern – kort weergegeven – aangevoerd dat er geen sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit ten aanzien van de verdachte, waardoor de doorzoeking van de zeecontainer onrechtmatig was. Dit onherstelbare vormverzuim dient volgens de raadsman van de verdachte te leiden tot bewijsuitsluiting op grond van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, met als gevolg dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen aan hem is tenlastegelegd.
Het verweer van de verdediging dat er sprake is geweest van een onrechtmatige doorzoeking gaat naar het oordeel van het hof niet op. De huurovereenkomst kantoorruimte/opslagruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230 BW (dossierpagina 24 tot en met 29), betreffende de zeecontainer aan [adres 2] , is op 27 juni 2021 getekend door [betrokkene] als verhuurder en de verdachte als huurder voor de duur van één jaar en bevat onder 11.10 de navolgende bepaling:
Verhuurder en/of alle door hem aan te wijzen personen is/zijn gerechtigd om het gehuurde op ieder onaangekondigd moment te betreden voor een controle op naleving van het omstreden gebruik.
Naar het oordeel van het hof was de verhuurder van de zeecontainer, te weten de heer [betrokkene] , op grond van deze bepaling gerechtigd om toestemming te geven aan de politie voor het betreden en controleren van de desbetreffende zeecontainer. Deze toestemming heeft de verhuurder kennelijk ongeclausuleerd gegeven aan de politie. Derhalve is het hof van oordeel dat het binnentreden, waarbij de verbalisanten de schoenen en andere artikelen aanstonds na het openen aantroffen, niet onrechtmatig heeft plaatsgevonden. Van een doorzoeking in de zin van het Wetboek van Strafvordering was geen sprake.
Ten overvloede overweegt het hof dat de vijf zeecontainers zich op een besloten erf bevonden en dat naar het oordeel van het hof een redelijk vermoeden van schuld is ontstaan nadat in één van deze vijf zeecontainers illegaal vuurwerk is aangetroffen, waardoor de daarop volgende doorzoeking van de door de verdachte gehuurde container niet onrechtmatig heeft plaatsgevonden.
Concluderend is het hof, anders dan de advocaat-generaal en de verdediging, van oordeel dat er geen sprake is van enige onrechtmatigheid die zou moeten leiden tot de vaststelling van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, laat staan tot bewijsuitsluiting.
Het verweer van de verdediging wordt derhalve verworpen.
Het verweer van de verdediging dat stoelt op de stelling dat het tenlastegelegde niet bewezen kan worden verklaard ten aanzien van het aantal tenlastegelegde Adidas schoenen (te weten 108 paar schoenen) behoeft geen bespreking, nu de politierechter, met welke bewezenverklaring het hof zich verenigt, bewezen heeft verklaard dat de verdachte
meerdereschoenen in voorraad heeft gehad.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof vult de door de politierechter aangehaalde artikelen aan met artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens gold dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens geldt.
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. M.J. Grapperhaus, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. de Leijer, griffier,
en op 14 juni 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.