3.1.2.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
- a. Bij huurovereenkomst van 7 september 2016 heeft Wonen Meerssen aan [appellant] de woning met het adres [adres 1] te [plaats] , verhuurd.
- b. In verband met het sluiten van de huurovereenkomst hebben [appellant] en een medewerker van Wonen Meerssen de woning bezichtigd. Naar aanleiding daarvan is een opnamestaat van de woning opgemaakt. Daarin zijn geen gebreken aan het gehuurde vermeld. Op het door [appellant] mede ondertekende opnameformulier staat onder meer het volgende:
“De huurder verklaart de woning in een goede staat van onderhoud en zonder gebreken in gebruik te hebben genomen.
- c. De woning is gelegen in een appartementencomplex. Onder de door [appellant] gehuurde woning is een woning gelegen met het adres [adres 2] .
- d. Het appartementencomplex is voorzien van een gemeenschappelijk trappenhuis.
- e. Bij brief van 3 december 2019 heeft Wonen Meerssen aan [appellant] onder meer het volgende meegedeeld:
“Op 25 september 2019 hebben wij een gesprek gehad betreft de beschadigde vloer in het trappenhuis. U heeft erkend dat u de schade heeft gemaakt door het verplaatsen van een wasmachine.
Door het slepen over de vloer zijn er krassen ontstaan in de marmoleum. Deze krassen zijn zo diep dat deze niet hersteld kunnen worden.
Om de vloer te herstellen zal deze vervangen moeten worden. Omdat de beschadiging van onder tot boven loopt dient op elke etage de vloer vervangen te worden zonder de traptrede.
Als bijlage vind u de offerte van firma Thibor voor het herstelwerk.
Wij verzoeken u om binnen 10 werkdagen contact op te nemen met onderstaande om te
bespreken hoe u de schade zal vergoeden.”
- f. Thibor Woning & Projectontwikkeling (hierna: Thibor) heeft aan Wonen Meerssen een offerte van 18 juni 2020 uitgebracht voor het vervangen van de marmoleumvloer in het trappenhuis. Deze offerte beloopt € 5.022,78 inclusief btw (€ 4.151,06 exclusief btw).
- g. Bij factuur van 19 juni 2020 heeft Wonen Meerssen de kosten van Thibor doorbelast aan [appellant] , vermeerderd met opslag van 10% over het bedrag van € 4.151,06 exclusief btw wegens toezichts- en administratiekosten. Deze factuur beloopt in totaal € 5.437,89.
- h. Wonen Meerssen heeft de marmoleumvloer in het trappenhuis door Thibor laten vervangen. Thibor heeft daarvoor overeenkomstig de offerte € 5.022,78 inclusief btw (€ 4.151,06 exclusief btw) aan Wonen Meerssen in rekening gebracht bij facturen van 25 juni 2020 (eerste termijn van 50%) en 9 juli 2020 (tweede termijn van 50%).
- i. [appellant] heeft de huur van de woning op 19 oktober 2020 opgezegd per 30 oktober 2020.
- j. Bij brief van 19 oktober 2020 heeft Wonen Meerssen de huuropzegging aan [appellant] bevestigd en aan hem een bijlage met aandachtspunten voor de oplevering van de woning gezonden.
- k. Op 21 oktober 2020 heeft Wonen Meerssen bij de politie aangifte gedaan van vernieling in de door [appellant] gehuurde woning. In de aangifte staat onder meer het volgende:
“Ik doe aangifte van vernieling van het interieur van de woning, gelegen aan het
[adres 1] te [plaats] . Deze woning betreft een appartement en is eigendom van Wonen Meerssen.
Op zondag 18 oktober 2020, omstreeks 14:15 uur, werd ik gebeld door mijn collega
[persoon A] , de technisch opzichter van Wonen Meerssen. Hij had een melding
ontvangen van de bewoonster van [adres 2] te [plaats] . Zij had gemeld dat zij
waterschade had door een lekkage in het appartement van de bovenbuurman op [adres 1] . Naar aanleiding van deze melding ben ik samen met mijn collega ter plaatse gegaan en hebben we het appartement aan het [adres 1] bekeken. Wij troffen daar een grote ravage aan. Twee radiatoren in de woonkamer waren van de muur getrokken, waardoor het water op de vloer liep. Dit veroorzaakte de waterschade bij de onderbuurvrouw. Overal op de muren, plafonds en kozijnen zat schade. Foto's van de aangetroffen situatie heb ik u via de mail gestuurd, zodat u deze kunt voegen bij
deze aangifte.
Ik heb het vermoeden dat er in de woning een hennepplantage is geweest. Aanwezige
meubels waren in de slaapkamer opgeslagen en overal in de muur en aan de plafonds
zitten gaten. In de keuken hebben we een aantal flessen plantengroeimiddel gevonden
en er is “geknoeid” in de meterkast.”
- l. Op 30 oktober 2020 heeft de eindinspectie van de woning plaatsgevonden.
- m. Bij brief van 30 oktober 2020 heeft Wonen Meerssen aan [appellant] onder meer het volgende meegedeeld:
“Herstelwerkzaamheden
Tijdens de eindinspectie is door mij een aantal herstelwerkzaamheden en/of zelf aangebrachte voorzieningen geconstateerd, al dan niet gebreken die bij de voorinspectie nog niet (zichtbaar) waren.
Deze herstelwerkzaamheden zijn niet afgehandeld zoals dat met u is besproken. De herstelkosten van de werkzaamheden brengen wij bij u in rekening.
Overzicht herstelwerkzaamheden
(…)
Niet zichtbare schades
Wij wijzen u erop dat schade, inclusief gevolgschade en kosten door gebreken en/of wijzigingen die niet het inspectierapport zijn opgenomen en na het inleveren van de sleutels nog aan het licht komen en gezien de wet en/of huurovereenkomst eveneens door de huurder moesten zijn hersteld, door Wonen Meerssen worden hersteld. Alle hiermee gepaard gaande kosten worden bij u in rekening gebracht.”
- n. Wonen Meerssen heeft in de woning [adres 1] herstelwerkzaamheden laten uitvoeren door [XXX] Vastgoedservice. [XXX] Vastgoedservice heeft in verband daarmee bij factuur van 3 november 2020 € 12.862,86 inclusief btw (€ 10.630,46 exclusief btw) in rekening gebracht aan Wonen Meerssen.
- o. Wonen Meerssen heeft in de woning [adres 2] ook herstelwerkzaamheden laten uitvoeren door [XXX] Vastgoedservice. [XXX] Vastgoedservice heeft in verband met die werkzaamheden bij factuur van 16 december 2020 € 3.237,73 (btw verlegd) in rekening gebracht aan Wonen Meerssen.
- p. Bij factuur van 11 maart 2021 heeft Wonen Meerssen aan [appellant] in totaal € 20.101,48 in rekening gebracht. Dat bedrag heeft betrekking op:
(1) de herstelwerkzaamheden aan appartement [adres 2] ,
(2) de herstelwerkzaamheden aan appartement [adres 1] ,
(3) coördinatiekosten opzichter,
(4) coördinatiekosten woonconsulent,
(5) 41 dagen huurderving [adres 2] , en
(6) 95 dagen huurderving [adres 1] .
- q. Bij brief van 8 juni 2021 heeft de toenmalig gemachtigde van Wonen Meerssen aan [appellant] onder meer het volgende meegedeeld:
“Onze opdrachtgever, Woningstichting Meerssen, heeft ons ingeschakeld in verband met de ontstane herstelkosten voor de woonruimte met aanhorigheden, staande en gelegen te [plaats] , aan het adres [adres 1] . De achterstand bedraagt per vandaag: € 25539,31. Wij stellen u voor de laatste maal in de gelegenheid het laatstgenoemd bedrag binnen 14 dagen te voldoen op onze onderstaande rekening zulks onder vermelding van ons [dossiernummer] . De termijn van veertien dagen vangt aan de dag nadat deze brief bij u is bezorgd.
Mocht het verschuldigde binnen de gestelde termijn niet in ons bezit zijn, dan stellen wij u alvast -en voor zover nog nodig- in gebreke en delen wij u mede dat u direct na het
verstrijken van deze termijn conform de wet incassokosten verschuldigd bent groot € 1030,39. Het bedrag van de incassokosten wordt verhoogd met BTW daar cliënt(e) de BTW niet kan verrekenen en op grond van de wet de BTW daarom voor Uw rekening zal komen. De BTW over de incassokosten bedraagt € 216,38 en daarom maakt cliënt(e) aanspraak op de incassokosten inclusief BTW ad € 1246,77.”
- r. Bij brief van 27 oktober 2021 heeft [de B.V.] aan Wonen Meerssen onder meer het volgende meegedeeld:
“Naar aanleiding van uw vraag met betrekking tot de oorzaak van de lekkage van de woning [adres 1] het volgende.
Op zondag 18 oktober 2020 heeft de opzichter van Wonen Meerssen, [persoon A] , mij gebeld inzake een lekkage in het plafond van de woning [adres 2] te [plaats] .
Ter plaatse aangekomen heb ik samen met [persoon A] de woning [adres 2] betreden. Als snel werd duidelijk dat de lekkage afkomstig was van het bovengelegen appartement, te weten [adres 1] .
De bewoner van [adres 1] was aanwezig en heeft ons toegang gegeven tot zijn woning. Ter plaatse heb ik geconstateerd dat diverse radiatoren van de muur waren "getrokken". Ook de cv-leidingen hingen los en een enkele leiding ontbrak zelfs.
De opzichter heeft hiervan foto's gemaakt.
Het was mij en de opzichter duidelijk dat hier geen sprake is van “normaal” gebruik.
De centrale installatie was door de lekkage behoorlijk leeggelopen waardoor ook de andere appartementen in het complex zonder verwarming zaten.
Ik heb ter plaatse een noodoplossing gemaakt door de radiatoren van [adres 1] af te koppelen.”
Het geding bij de kantonrechter