5.14Erfpacht- en Koopgarantbepalingen
Partijen verklaren op deze overeenkomst van toepassing de navolgende bijgevoegde Erfpacht- en Koopgarantbepalingen, versie Woningstichting de Zaligheden, 8 januari 2008:
- Erfpachtbepalingen
- Koopgarantbepalingen:
- Hoofdstuk A (Definities en omschrijvingen)
- (…)
- Hoofdstuk D (Terugkoopprocedure)
- Hoofdstuk E (Taxatie)
- Hoofdstuk F (Koopgarant-prijsvorming)
- (…)
- Hoofdstuk H (Koperskorting);
- Hoofdstuk I (Aandeel erfpachter in de waardeontwikkeling van hetRegistergoed);
- (…).”.
h. In de van de koopovereenkomst deel uitmakende Koopgarantbepalingen wordt, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“Hoofdstuk E. Taxatie
1.
Waardebepaling Registergoed door middel van taxatie
In alle gevallen waarin de waarde van het Registergoed tussen partijen moet worden bepaald, wordt die waarde door middel van taxatie vastgesteld.
2.
Benoeming taxateur
Te behoeve van de sub 1 bedoelde taxatie benoemt de Woningcorporatie een Taxateur die binnen 1 maand na zijn benoeming een rapport opstelt van de waarde van het Registergoed. De Taxateur mag niet direct of indirect betrokken zijn bij de aan- of verkoop of bij de financiering van het Registergoed.
3.
Taxatieregels
a.
Algemeen
Bij de taxatie neemt de Taxateur onder meer het navolgende in acht:
- de taxatie betreft de onderhandse verkoopwaarde, vrij van huur en gebruik;
- de aanwezigheid van de Koopgarant-bepalingen wordt bij de taxatie buitenbeschouwing gelaten;
- het Registergoed wordt getaxeerd in onbewoonde, vrij opleverbare staat; bijde taxatie blijven eventueel aanwezige roerende zaken buiten beschouwing;
- bij terugkoop van het Registergoed door de Woningcorporatie hanteert deTaxateur dezelfde waarderingsgrondslagen als bij de Uitgifte;
(…)
5.Geschillenregeling naar aanleiding van taxatie bij terugkoop
Indien de Woningcorporatie of Erfpachter die in het Registergoed aan de Woningcorporatie te koop heeft aangeboden, zich niet kan verenigen met de vastgestelde waarden in bedoeld taxatierapport moet hij daarvan binnen twee weken na ontvangst van dat rapport schriftelijk doen blijken aan de andere partij. Indien partijen vervolgens geen overeenstemming bereiken over de te hanteren waarden zal het geschil bij wijze van arbitrage worden beslecht door drie Taxateurs van wie één benoemd wordt door Erfpachter, één door de Woningcorporatie en de derde door deze twee Taxateurs gezamenlijk. (…) De waardevaststelling door bedoelde drie Taxateurs is voor beide partijen bindend. (…)
Hoofdstuk F. Koopgarant-prijsvorming
1.
Prijs bij Uitgifte door de Woningcorporatie
Alvorens de Woningcorporatie overgaat tot Uitgifte ter zake van het Registergoed, stelt zij de waarde van het Registergoed vast door middel van taxatie; omtrent de wijze van taxeren geldt het bepaalde in hoofdstuk E (Taxatie) sub 3a en b.
De Uitgifteprijs is gelijk aan bedoelde onderhandse verkoopwaarde, verminderd met de door de Woningcorporatie vast te stellen korting (de zogeheten koperskorting), berekend aan de hand van het percentage dat omschreven is in Hoofdstuk H.
(…)
2.
Vaststelling Koopgarant-prijs bij terugkoop door de Woningcorporatie.
De koopsom die de Woningcorporatie aan Erfpachter verschuldigd is bij terugkoop door de Woningcorporatie van het Registergoed - waaronder mede begrepen het geval van beëindiging van de Erfpacht - wordt als volgt berekend: de Uitgifteprijs, plus het waarde-effect van verbeteringen aan de Staat van de Woning, plus het aandeel van de Erfpachter in de overige waardeontwikkeling. Nader aangeduid in de terugkoopformule:
U + S + (T2 – S – T1) × X%
Door middel van de terugkoopformule worden de navolgende waarden uitgedrukt:
U: de Uitgifteprijs.
S: het waarde-effect van verbeteringen aan de Staat van de Woning berekend volgens hoofdstuk E (Taxatie) sub 3c;
T2: de onderhandse verkoopwaarde van het Registergoed bij de te koop aanbieding door Erfpachter volgens hoofdstuk D (Terugkoopprocedure) met inbegrip van de waarde van de Staat van de Woning;
T1: de onderhandse verkoopwaarde van het Registergoed bij de Uitgifte;
X: het percentage waarvoor Erfpachter deelt in de stijging of daling van de onderhandse verkoopwaarde van het Registergoed volgens hoofdstuk I;
(…)
Hoofdstuk H.Koperskorting
De onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik, wordt verminderd met een percentage, zoals is vastgelegd in de betreffende koopovereenkomst en in de akte van vestiging erfpacht.
Hoofdstuk I.Aandeel Erfpachter in de waarde-ontwikkeling van het Registergoed
Het percentage waarvoor Erfpachter deelt in de stijging of daling van de onderhandse verkoopwaarde van het Registergoed wordt in de betreffende koopovereenkomst vastgesteld (minimaal 50%) en bovendien vastgelegd in de akte van vestiging erfpacht.
(…)”.
i. Bij notariële akte van 7 december 2009 is het tussen partijen overeengekomen erfpachtrecht gevestigd.
j. In oktober 2012 is de relatie van [appellante] met [persoon B] geëindigd. [de makelaar] heeft in haar in dit kader opgestelde taxatierapport van 17 december 2012 de woning op de waardepeildatum (5 december 2012) getaxeerd op een onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik van € 237.500. In 2013 heeft [de makelaar] de woning nogmaals getaxeerd. In haar taxatierapport van 2 december 2013 heeft [de makelaar] de woning op de waardepeildatum (21 november 2013) getaxeerd op een onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik van € 205.000.
k. Bij e-mail van 4 juli 2016 heeft [appellante] De Zaligheden als volgt bericht:
“(…) Is er wellicht een indicatie aan te geven over de verkoopprijzen van de huizen in de [adres] ? Ik ben me aan het oriënteren op de huizenmarkt, heb echter nog niets concreets maar zou graag willen weten waar ik rekening mee kan houden bij eventuele verkoop van mijn woning. Kan ik de prijzen aanhouden van de laatste taxatie (taxatie waarde €205.000 verkoopprijs 150.000) of heeft hier een stijging/daling in plaats gevonden? En is er een vaste formule die gehanteerd wordt bij taxatie om de verkoopprijs te bepalen?(…)”.
l. In reactie op deze e-mail heeft De Zaligheden [appellante] per e-mail van 5 juli 2016 het volgende meegedeeld:
“(…) Er is inderdaad een vaste formule die gehanteerd wordt bij de berekening van de terugkoopprijs. Deze berekening staat in jouw koopakte (en heb je in december 2013 ontvangen). Volgens de laatste taxatie van december 2013 van € 205.000,- en de formule uit de koopakte bedroeg de terugkoopprijs toen € 150.500,-. Ik kan je niet aangeven wat de huidige taxatiewaarde van de woning bedraagt. Als deze gelijk blijft dan blijft de terugkoopprijs ook gelijk. Mocht deze zijn gestegen of gedaald dan is 50% jouw aandeel (…)”.
m. In mei 2017 heeft [appellante] de woning aan De Zaligheden te koop aangeboden, waarna de woning in opdracht van De Zaligheden weer is getaxeerd. Nu [appellante] zich niet kon vinden in de vastgestelde marktwaarde, heeft [appellante] gebruik gemaakt van de geschillenregeling. Conform die geschillenregeling hebben drie taxateurs in hun taxatierapport van 1 augustus 2017 de woning op de waardepeildatum (24 juli 2017) getaxeerd op een marktwaarde van € 222.500 (inclusief de door [appellante] aangebrachte voorzieningen) en € 219.000 (exclusief de door [appellante] aangebrachte voorzieningen).
n. Op of omstreeks 3 oktober 2017 heeft [appellante] de woning terug verkocht aan De Zaligheden voor een bedrag van € 161.008. Volgens de op of omstreeks 4 augustus 2017 aan [appellante] verstrekte berekening heeft De Zaligheden deze terugkoopprijs als volgt berekend:
“Gegevens oorspronkelijke Uitgifte door Woningcorporatie aan verkoper
Marktwaarde bij Uitgifte (oorspronkelijke verkoop) (T1) € 272.000,00
Kortingspercentage bij Uitgifte (oorspronkelijke verkoop) 32,35%
Korting bij Uitgifte / (oorspronkelijke verkoop) € 87.992,00
Uitgifteprijs (oorspronkelijke verkoopprijs) (U) € 184.008,00
Aandeel Erfpachter/bewoner in waardeontwikkeling (…) 50,00%
Gegevens Terugkoop door Woningcorporatie
(…)
Marktwaarde inclusief verbeteringen (T2) € 222.500,00
Marktwaarde zonder verbeteringen € 219.000,00
Waarde-effect verbeteringen Staat van de Woning (S) € 3.500,00
Waardeontwikkeling
Waardeontwikkeling zonder verbeteringen (T2 – S – T1) € -53.000,00
Waarde-effect verbeteringen Staat van de Woning (S) € 3.500,00
Totale waardeontwikkeling verkoper (S + (T2 – S – T1) × X%) € -23.000,00
Berekening Terugkoopprijs
Uitgifteprijs (oorspronkelijke verkoopprijs) (U) € 184.008,00
Waarde-effect verbeteringen Staat van de Woning (S) € 3.500,00
Aandeel Erfpachter/bewoner in waardeont. zonder verbeteringen ((T2-S-T1) × X%)
€ -26.500,00
Terugkoopprijs (U + S + (T2 – S – T1) × X%) € 161.008,00
Totaal € 161.008,00”.
o. Bij brief van 13 december 2017 heeft de advocaat van [appellante] De Zaligheden –
kort en zakelijk weergegeven – bericht dat De Zaligheden heeft gehandeld in strijd met wat zij bij de aankoop van de woning aan [appellante] heeft toegezegd en dat de marktwaarde van de woning in 2009 onjuist (te hoog) zou zijn vastgesteld. [appellante] heeft De Zaligheden aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden en nog te lijden schade. De Zaligheden heeft de aansprakelijkheid betwist.
p. In oktober 2018 zijn (voormalige) kopers van Koopgarantwoningen door Stichting Opmaat met een folder geïnformeerd over een mogelijke correctie (aanvullende productie 2 van [appellante] ). In deze folder wordt, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“(…) In het verleden zijn er soms procedurele fouten gemaakt bij de taxatie en verkoop van Koopgarantwoningen. Het kan bijvoorbeeld gaan om het volgende:
• De taxateur was ook de verkopend makelaar;
• Het taxatierapport was te oud;
• Er was geen taxatierapport/waardeverklaring.
(…) Begin 2018 heeft OpMaat, samen met het ministerie van BZK, de Vereniging Eigen Huis en Aedes Vereniging van Woningcorporaties, een correctiemethode vastgesteld. Deze methode kan een woningcorporatie gebruiken wanneer zij heeft vastgesteld dat er fouten zijn gemaakt. (…)
Om dit te bepalen wordt gebruik gemaakt van een bandbreedte bij de hertaxatie. (…)
Voor deze correctiemethode is de bandbreedte vastgesteld op 7,5%. (…)”.
q. [appellante] heeft de rechtbank Oost-Brabant verzocht een voorlopig deskundigenbericht te gelasten. Bij beschikking van 28 juni 2018 is dat verzoek ingewilligd en is vervolgens [persoon C] (hierna: de deskundige) als deskundige benoemd. Aan de deskundige is een aantal vragen voorgelegd. De deskundige heeft in zijn rapport van 18 april 2019 verslag gedaan van zijn bevindingen.
r. In het rapport van de deskundige is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“1. Wat was naar uw oordeel ten tijde van de koopovereenkomst tussen [appellante] en WDZ in 2009 de marktwaarde van de koopgarantwoning aan de [adres] ?
(…) Deskundige komt tot een waardering van €230.000,-. (…)
2. Als de door u getaxeerde waarde lager is dan de taxatie die in 2009 ten grondslag lag aan de bepaling van de aankoopprijs (exclusief de koperskorting):
a. Kunt u een verklaring geven voor dat verschil?
Het betreft een gebied met weinig transacties en bovendien zijn er weinig nieuwbouwwoningen verkocht in het gebied. Met weinig referenties is de kans op verschillen in de waardering groter. Daarnaast kan de factor koopgarant een rol spelen, immers de woning wordt verkocht voor de prijs inclusief korting en wordt nooit verkocht voor de getaxeerde marktwaarde. Er is dus wel een “markt” voor de woningen echter alleen vanwege de lagere koopsom die vanwege de koopgarantregeling tot stand is gekomen. Deskundige is zoals te zien valt in de beantwoording op vraag 1 dan ook van mening dat de woning niet verkocht zou worden op het niveau van de getaxeerde marktwaarde.
b. Valt dit verschil binnen de gebruikelijke bandbreedte?
In het Handboek Taxatieleer (G.G. ten Have) wordt een bandbreedte genoemd van 15% waarbinnen taxatie van hetzelfde object van elkaar kunnen afwijken. Voor incourante objecten of bij een instabiele markt kan de bandbreedte echter hoger liggen naar maximaal 20%.
Beide factoren gaan in dit geval in bepaalde mate op. In dit geval gaat het om een woning waar erg weinig referenties van zijn (nieuwbouw, kerkdorp met in 2009 minder dan 1000) inwoners. Daarnaast is markt van destijds als instabiel te betitelen vanwege een op hande zijnde recessie die in dat jaar zijn intrede had in de woningmarkt.
Indien €272.000,- als bovengrens wordt gehanteerd zou de ondergrens €231.200,- bedragen. Vanwege genoemde factoren is een grotere bandbreedte echter te billijken volgens deskundige.
c. Is het verschil naar uw mening terug te voeren op fouten in de destijds uitgevoerde taxatie
De waardering middels een taxatierapport conform het normblad komt mede door stand door middel van een objectvergelijking, waarbij de taxateur aangeeft welke objecten bij de vergelijking een rol hebben gespeeld. Deze zogeheten referentieobjecten zijn niet terug te vinden in het rapport. Het kan echter wel zo zijn dat taxateur de vereiste objectvergelijking heeft uitgevoerd. Deskundige is van mening dat er in de waardering te weinig rekening is gehouden met het beperkte woonoppervlakte (85 m2) en aantal slaapkamers (twee) en daarmee een beperktere doelgroep dan de referentieobjecten. Dat is niet te wijten aan (een) fout(en) in het taxatierapport maar een verschil van inzicht. (…)”.