In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ambtshalve opheffing van een beschermingsbewind. De rechthebbende, die eerder onder bewind was gesteld vanwege zijn lichamelijke en geestelijke toestand, was het niet eens met de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die het bewind had opgeheven. De rechthebbende had in hoger beroep verzocht om de beschikking van de kantonrechter te vernietigen en het beschermingsbewind te continueren. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 april 2023 werd duidelijk dat de rechthebbende nog steeds niet in staat is om zijn financiële belangen zelfstandig te behartigen, ondanks dat er geen problematische schulden meer zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de geestelijke toestand van de rechthebbende onveranderd is en dat de eerder gediagnosticeerde persoonlijkheidsstoornissen nog steeds van invloed zijn op zijn vermogen om met financiële zaken om te gaan. Het hof concludeert dat de kantonrechter ten onrechte het bewind heeft opgeheven en vernietigt de beschikking, waardoor het bewind herleeft.