Uitspraak
Vonnis waarvan beroep
- de betrokkene heeft zich schuldig gemaakt aan - eenvoudig gezegd – internetoplichting;
- de gedupeerde kopers hebben geldbedragen overgemaakt op bankrekeningen van door de betrokkene opgerichte rechtspersonen, waarvan hij - middellijk- enig aandeelhouder en bestuurder was;
- de betrokkene was de enige gemachtigde tot die bankrekeningen;
- door middel van het begaan van de in voornoemd arrest bewezenverklaarde oplichtingen heeft de betrokkene derhalve een voordeel genoten gelijk aan de door de gedupeerde kopers overgemaakte geldbedragen;
- nu de rechtspersonen in kwestie geen “zakelijke” activiteiten hebben ontplooid die de andere bijschrijvingen op de bankrekeningen van de rechtspersonen in kwestie kunnen verklaren, zijn er naar het oordeel van het hof voldoende aanwijzingen dat alle bijschrijvingen op voornoemde bankrekeningen afkomstig zijn van andere strafbare feiten die door de betrokkene zijn begaan.
BESLISSING
€ 158.433,64(zegge: honderdachtenvijftigduizend vierhonderddrieëndertig euro en vierenzestig cent).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 158.433,64(zegge: honderdachtenvijftigduizend vierhonderddrieëndertig euro en vierenzestig cent).