ECLI:NL:GHSHE:2023:1872

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
20-000859-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak van oplichting en witwassen met meerdere benadeelde partijen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte was vrijgesproken van oplichting en (gewoonte)witwassen. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. De verdachte was beschuldigd van het (mede)plegen van oplichting en het witwassen van geldbedragen die hij had verkregen door middel van internetfraude. De benadeelde partijen, die goederen hadden besteld maar nooit ontvangen, waren in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding. In het hoger beroep heeft het hof de tenlastelegging gewijzigd en de verdachte uiteindelijk schuldig bevonden aan de feiten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende tijdstippen en locaties, door het aannemen van een valse hoedanigheid, benadeelde partijen heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, en moet schadevergoeding betalen aan de benadeelde partijen. Het hof heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van het hoger beroep, wat heeft geleid tot een lagere straf.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000859-20
Uitspraak : 7 juni 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 9 maart 2020, in de strafzaak met parketnummer 03-254273-18 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1948,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte van het – kort weergegeven – (mede)plegen van oplichting dan wel medeplichtigheid hieraan (feiten 1 tot en met 4) en van (gewoonte)witwassen (feit 5) vrijgesproken. Bijgevolg zijn de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in de vorderingen tot schadevergoeding.
De officier van justitie in het arrondissement Limburg heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
De benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] , [benadeelde 10] en [benadeelde 11] hebben in hoger beroep niet kenbaar gemaakt de vordering te handhaven. Deze vorderingen zijn daarom niet aan het oordeel van het hof onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 impliciet subsidiair tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat het hof die vorderingen geheel, voor zover die zien op materiële schade, zal toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Door de verdediging is integrale vrijspraak bepleit. Met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen is bepleit dat deze daarin niet-ontvankelijk worden verklaard.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat in hoger beroep de tenlastelegging – en aldus de grondslag van het onderzoek – is gewijzigd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep – tenlastegelegd dat:
1.
primair
hij op of omstreeks 4 september 2017 te Roosendaal en/of Venlo en/of Ommel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 12] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal 1.074,00 euro, immers heeft hij, verdachte, valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- ( een) rechtsperso(o)n(en), te weten onder andere [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , opgericht en/of in het leven geroepen en/of
- ten behoeve van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) (een) (bank)rekeningnummer(s) geopend en/of
- ( een) webwinkel(s)/internetsite(s), te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , opgericht en/of in het leven geroepen en/of aan bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) gekoppeld en/of
- ( vervolgens) die webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites opgegeven en/of geregistreerd en/of aangesloten en/of
- ( aldus) zich voorgedaan als (een) bonafide ondernemer(s) en/of verkoper(s) en/of
- ( vervolgens) op/via/middels die webwinkel(s)/internetsite(s) goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en/of
- een bestelling van die [benadeelde 12] geaccepteerd en/of
- een betaling van die [benadeelde 12] op een van de bovengenoemde rekeningnummers geaccepteerd/ontvangen en/of
- ( daarbij) met die [benadeelde 12] e-mail- en/of telefooncontact onderhouden en/of
- ( aldus) bij die [benadeelde 12] het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) de/het aangeboden en/of bestelde goed(eren) zou(den) en kon(den) leveren en/of
- het bestelde goed (te weten een mountainbike van het merk De Cube Stereo 120) niet geleverd, waardoor die [benadeelde 12] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekende(n) op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 4 september 2017 te Roosendaal en/of Venlo en/of Ommel, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 12] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 1.074,00 euro, in elk geval van een geldbedrag, hebbende die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens):
- op/via/middels die webwinkel(s)/internetsite(s) goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en/of
- een bestelling van die [benadeelde 12] geaccepteerd en/of
- een betaling van die [benadeelde 12] op een van de bovengenoemde rekeningnummers geaccepteerd/ontvangen en/of
- ( aldus) het vertrouwen gewekt dat die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s) de/het aangeboden en/of bestelde goed(eren) zou(den) en kon(den) leveren en/of
- ( aldus) zich voorgedaan als (een) bonafide ondernemer(s) en/of verkoper(s) en/of
- het bestelde goed (te weten een mountainbike van het merk De Cube Stereo 120) niet geleverd,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 augustus 2017 tot en met 17 oktober 2017 te Roosendaal en/of Venlo en/of Ommel, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door (telkens):
- ( een) rechtsperso(o)n(en), te weten onder andere [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , op te richten en/of in het leven te roepen en/of
- ten behoeve van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) (een) (bank)rekeningnummer(s) te openen en/of
- ( een) webwinkel(s)/internetsite(s), te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , op te richten en/of in het leven te roepen en/of aan bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) te koppelen en/of
- bovengenoemde webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites op te geven en/of te registreren en/of aan te sluiten en/of bovengenoemd(e) (bank)rekeningnummer(s) voor het storten en/of overboeken van de aankoopbedrag(en) ter beschikking van die onbekende(n) te stellen en/of
- ten behoeve van die onbekende(n) banktransacties te verrichten en/of
- met [benadeelde 12] e-mail- en/of telefooncontact te onderhouden;
2.
primair
hij op of omstreeks 29 augustus 2017 te Heythuysen en/of Venlo en/of Ommel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 13] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal 159,00 euro, immers heeft hij, verdachte, valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- ( een) rechtsperso(o)n(en), te weten onder andere [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , opgericht en/of in het leven geroepen en/of
- ten behoeve van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) (een) (bank)rekeningnummer(s) geopend en/of
- ( een) webwinkel(s)/internetsite(s), te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , opgericht en/of in het leven geroepen en/of aan bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) gekoppeld en/of
- ( vervolgens) die webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites opgegeven en/of geregistreerd en/of aangesloten en/of
- ( aldus) zich voorgedaan als (een) bonafide ondernemer(s) en/of verkoper(s) en/of
- ( vervolgens) op/via/middels die webwinkel(s)/internetsite(s) goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en/of
- een bestelling van die [benadeelde 13] geaccepteerd en/of
- een betaling van die [benadeelde 13] op een van de bovengenoemde rekeningnummers geaccepteerd/ontvangen en/of
- ( daarbij) met die [benadeelde 13] e-mail- en/of telefooncontact onderhouden en/of
- ( aldus) bij die [benadeelde 13] het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) de/het aangeboden en/of bestelde goed(eren) zou(den) en kon(den) leveren en/of
- het bestelde goed (te weten een luidspreker van het merk JBL Extreme Portable) niet geleverd, waardoor die [benadeelde 13] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekende(n) op of omstreeks 29 augustus 2017 te Heythuysen en/of Venlo en/of Ommel, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 13] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 159,00 euro, in elk geval van een geldbedrag, hebbende die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens):
- op/via/middels die webwinkel(s)/internetsite(s) goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en/of
- door bezoekers van die webwinkel(s)/internetsite(s) bestelling(en) laten plaatsen en/of
- een bestelling van die [benadeelde 13] geaccepteerd en/of
- een betaling van die [benadeelde 13] op een van de bovengenoemde rekeningnummers geaccepteerd/ontvangen en/of
- ( aldus) het vertrouwen gewekt dat die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s) de/het aangeboden en/of bestelde goed(eren) zou(den) en kon(den) leveren en/of
- ( aldus) zich voorgedaan als (een) bonafide ondernemer(s) en/of verkoper(s) en/of
- het bestelde goed (te weten een luidspreker van het merk JBL Extreme Portable) niet geleverd,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 augustus 2017 tot en met 17 oktober 2017 te Heythuysen en/of Venlo en/of Ommel, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door (telkens):
- ( een) rechtsperso(o)n(en), te weten onder andere [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , op te richten en/of in het leven te roepen en/of
- ten behoeve van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) (een) (bank)rekeningnummer(s) te openen en/of
- ( een) webwinkel(s)/internetsite(s), te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , op te richten en/of in het leven te roepen en/of aan bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) te koppelen en/of
- bovengenoemde webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites op te geven en/of te registreren en/of aan te sluiten en/of
- bovengenoemd(e) (bank)rekeningnummer(s) voor het storten en/of overboeken van de aankoopbedrag(en) ter beschikking van die onbekende(n) te stellen en/of
- ten behoeve van die onbekende(n) banktransacties te verrichten en/of
- met die [benadeelde 13] e-mail- en/of telefooncontact te onderhouden;
3.
primair
hij op of omstreeks 27 augustus 2017 te Huis ter Heide en/of Venlo en/of Ommel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal 499,00 euro, immers heeft hij, verdachte, valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- ( een) rechtsperso(o)n(en), te weten onder andere [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , opgericht en/of in het leven geroepen en/of
- ten behoeve van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) (een) (bank)rekeningnummer(s) geopend en/of
- ( een) webwinkel(s)/internetsite(s), te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , opgericht en/of in het leven geroepen en/of aan bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) gekoppeld en/of
- ( vervolgens) die webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites opgegeven en/of geregistreerd en/of aangesloten en/of
- ( aldus) zich voorgedaan als (een) bonafide ondernemer(s) en/of verkoper(s) en/of
- ( vervolgens) op/via/middels die webwinkel(s)/internetsite(s) goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en/of een bestelling van die [benadeelde 1] geaccepteerd en/of - een betaling van die [benadeelde 1] op een van de bovengenoemde rekeningnummers geaccepteerd/ontvangen en/of
- ( daarbij) met die [benadeelde 1] e-mail- en/of WhatsApp- en/of telefooncontact onderhouden en/of
- ( aldus) bij die [benadeelde 1] het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) de/het aangeboden en/of bestelde goed(eren) zou(den) en kon(den) leveren en/of
- het bestelde goed (te weten een mountainbike van het merk Giant Talon) niet geleverd, waardoor die [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekende(n) op of omstreeks 27 augustus 2017 te Huis ter Heide en/of Venlo en/of Ommel, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 499,00 euro, in elk geval van een geldbedrag, hebbende die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens):
- op/via/middels die webwinkel(s)/internetsite(s) goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en/of
- door bezoekers van die webwinkel(s)/internetsite(s) bestelling(en) laten plaatsen en/of
- een bestelling van die [benadeelde 1] geaccepteerd en/of
- een betaling van die [benadeelde 1] op een van de bovengenoemde rekeningnummers geaccepteerd/ontvangen en/of
- ( aldus) het vertrouwen gewekt dat die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s) de/het aangeboden en/of bestelde goed(eren) zou(den) en kon(den) leveren en/of
- ( aldus) zich voorgedaan als (een) bonafide ondernemer(s) en/of verkoper(s) en/of
- het bestelde goed (te weten een mountainbike van het merk Giant Talon) niet geleverd,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 augustus 2017 tot en met 17 oktober 2017 te Heythuysen en/of Venlo en/of Ommel, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door (telkens):
- ( een) rechtsperso(o)n(en), te weten onder andere [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , op te richten en/of in het leven te roepen en/of
- ten behoeve van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) (een) (bank)rekeningnummer(s) te openen en/of
- ( een) webwinkel(s)/internetsite(s), te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , op te richten en/of in het leven te roepen en/of aan bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) te koppelen en/of
- bovengenoemde webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites op te geven en/of te registreren en/of aan te sluiten en/of
- bovengenoemd(e) (bank)rekeningnummer(s) voor het storten en/of overboeken van de aankoopbedrag(en) ter beschikking van die onbekende(n) te stellen en/of
- ten behoeve van die onbekende(n) banktransacties te verrichten en/of
- met die [benadeelde 1] e-mail- en/of WhatsApp- en/of telefooncontact te onderhouden;
4.
primair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 augustus 2017 tot en met 17 oktober 2017 in Nederland en/of Duitsland en/of België en/of Oostenrijk en/of Zwitserland en/of China, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer perso(o)n(en) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van in totaal ongeveer 36.908,36 euro, in elk geval van een geldbedrag, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- [benadeelde 14] ( [bedrijf 4] ) bewogen tot de afgifte van in totaal 263,64 euro;
- [benadeelde 15] bewogen tot de afgifte van in totaal 2.134,62 euro;
- [benadeelde 16] bewogen tot de afgifte van in totaal 339,00 euro;
- [benadeelde 17] bewogen tot de afgifte van in totaal 208,00 euro;
- [benadeelde 18] bewogen tot de afgifte van in totaal 169,00 euro;
- [benadeelde 3] bewogen tot de afgifte van in totaal 369,00 euro;
- [benadeelde 19] bewogen tot de afgifte van in totaal 899,00 euro;
- [benadeelde 20] bewogen tot de afgifte van in totaal 419,00 euro;
- [benadeelde 2] bewogen tot de afgifte van in totaal 229,00 euro;
- [benadeelde 21] bewogen tot de afgifte van in totaal 369,00 euro;
- [benadeelde 22] bewogen tot de afgifte van in totaal 89,00 euro;
- [benadeelde 23] bewogen tot de afgifte van in totaal 739,00 euro;
- [benadeelde 5] bewogen tot de afgifte van in totaal 874,00 euro;
- [benadeelde 24] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 4] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.654,16 euro;
- [benadeelde 25] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.478,00 euro;
- [benadeelde 26] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 27] bewogen tot de afgifte van in totaal 899,00 euro;
- [benadeelde 28] bewogen tot de afgifte van in totaal 179,00 euro;
- [benadeelde 6] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.249,00 euro;
- [benadeelde 29] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 7] bewogen tot de afgifte van in totaal 189,00 euro;
- [benadeelde 30] bewogen tot de afgifte van in totaal 739,00 euro;
- [benadeelde 8] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 31] bewogen tot de afgifte van in totaal 309,00 euro;
- [benadeelde 32] bewogen tot de afgifte van in totaal 499,00 euro;
- [benadeelde 9] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 33] bewogen tot de afgifte van in totaal 499,00 euro;
- [benadeelde 34] bewogen tot de afgifte van in totaal 429,00 euro;
- [benadeelde 35] bewogen tot de afgifte van in totaal 369,00 euro;
- [benadeelde 36] bewogen tot de afgifte van in totaal 309,00 euro;
- [benadeelde 10] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.274,00 euro;
- [benadeelde 37] bewogen tot de afgifte van in totaal 739,00 euro;
- [benadeelde 38] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.099,00 euro;
- [benadeelde 39] bewogen tot de afgifte van in totaal 309,00 euro;
- [benadeelde 40] bewogen tot de afgifte van in totaal 899,00 euro;
- [benadeelde 41] bewogen tot de afgifte van in totaal 608,00 euro;
- [benadeelde 11] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.224,00 euro;
- [benadeelde 42] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.149,00 euro;
- [benadeelde 43] bewogen tot de afgifte van in totaal 996,00 euro;
- [benadeelde 44] bewogen tot de afgifte van in totaal 1425,00 euro;
- [benadeelde 45] bewogen tot de afgifte van in totaal 2098,00 euro;
- [benadeelde 46] bewogen tot de afgifte van in totaal 1704,00 euro;
- [benadeelde 47] bewogen tot de afgifte van in totaal 990,91 euro;
- [benadeelde 48] bewogen tot de afgifte van in totaal 159,00 euro, hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens):
- ( een) rechtsperso(o)n(en), te weten onder andere [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , opgericht en/of in het leven geroepen en/of
- ten behoeve van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) (een) (bank)rekeningnummer(s) geopend en/of
- ( een) webwinkel(s)/internetsite(s), te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , opgericht en/of in het leven geroepen en/of aan bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) gekoppeld en/of
- ( vervolgens) die webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites opgegeven en/of geregistreerd en/of aangesloten en/of
- ( aldus) zich voorgedaan als (een) bonafide ondernemer(s) en/of verkoper(s) en/of
- ( vervolgens) op/via/middels die webwinkel(s)/internetsite(s) goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en/of
- door bezoekers van die webwinkel(s)/internetsite(s) bestelling(en) laten plaatsen en/of
- ( een) bestelling(en) geaccepteerd en/of
- ( een) betaling(en) op het/de bovengenoemde rekeningnummer(s) geaccepteerd/ontvangen en/of
- ( daarbij) met bezoekers van die webwinkel(s)/internetsite(s) e-mail- en/of WhatsApp- en/of telefooncontact onderhouden en/of
- ( aldus) het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) de/het aangeboden en/of bestelde goed(eren) zou(den) en kon(den) leveren en/of
- de/het bestelde goed(eren) niet geleverd, waardoor een of meer bovengenoemde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s);
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekende(n) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 augustus 2017 tot en met 17 oktober 2017 in Nederland en/of Duitsland en/of België en/of Oostenrijk en/of Zwitserland en/of China (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer perso(o)n(en) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 36.908,36 euro, in elk geval van een geldbedrag, immers heeft/hebben die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s):
- [benadeelde 14] ( [bedrijf 4] ) bewogen tot de afgifte van in totaal 263,64 euro;
- [benadeelde 15] bewogen tot de afgifte van in totaal 2.134,62 euro;
- [benadeelde 16] bewogen tot de afgifte van in totaal 339,00 euro;
- [benadeelde 17] bewogen tot de afgifte van in totaal 208,00 euro;
- [benadeelde 18] bewogen tot de afgifte van in totaal 169,00 euro;
- [benadeelde 3] bewogen tot de afgifte van in totaal 369,00 euro;
- [benadeelde 19] bewogen tot de afgifte van in totaal 899,00 euro;
- [benadeelde 20] bewogen tot de afgifte van in totaal 419,00 euro;
- [benadeelde 2] bewogen tot de afgifte van in totaal 229,00 euro;
- [benadeelde 21] bewogen tot de afgifte van in totaal 369,00 euro;
- [benadeelde 22] bewogen tot de afgifte van in totaal 89,00 euro;
- [benadeelde 23] bewogen tot de afgifte van in totaal 739,00 euro;
- [benadeelde 5] bewogen tot de afgifte van in totaal 874,00 euro;
- [benadeelde 24] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 4] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.654,16 euro;
- [benadeelde 25] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.478,00 euro;
- [benadeelde 26] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 27] bewogen tot de afgifte van in totaal 899,00 euro;
- [benadeelde 28] bewogen tot de afgifte van in totaal 179,00 euro;
- [benadeelde 6] bewogen tot de afgifte van in totaal 1249,00 euro;
- [benadeelde 29] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 7] bewogen tot de afgifte van in totaal 189,00 euro;
- [benadeelde 30] bewogen tot de afgifte van in totaal 739,00 euro;
- [benadeelde 8] bewogen tot de afgifte van in totaal 1074,00 euro;
- [benadeelde 31] bewogen tot de afgifte van in totaal 309,00 euro;
- [benadeelde 32] bewogen tot de afgifte van in totaal 499,00 euro;
- [benadeelde 9] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 33] bewogen tot de afgifte van in totaal 499,00 euro;
- [benadeelde 34] bewogen tot de afgifte van in totaal 429,00 euro;
- [benadeelde 35] bewogen tot de afgifte van in totaal 369,00 euro;
- [benadeelde 36] bewogen tot de afgifte van in totaal 309,00 euro;
- [benadeelde 10] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.274,00 euro;
- [benadeelde 37] bewogen tot de afgifte van in totaal 739,00 euro;
- [benadeelde 38] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.099,00 euro;
- [benadeelde 39] bewogen tot de afgifte van in totaal 309,00 euro;
- [benadeelde 40] bewogen tot de afgifte van in totaal 899,00 euro;
- [benadeelde 41] bewogen tot de afgifte van in totaal 608,00 euro;
- [benadeelde 11] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.224,00 euro;
- [benadeelde 42] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.149,00 euro;
- [benadeelde 43] bewogen tot de afgifte van in totaal 996,00 euro;
- [benadeelde 44] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.425,00 euro;
- [benadeelde 45] bewogen tot de afgifte van in totaal 2.098,00 euro;
- [benadeelde 46] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.704,00 euro;
- [benadeelde 47] bewogen tot de afgifte van in totaal 990,91 euro;
- [benadeelde 48] bewogen tot de afgifte van in totaal 159,00 euro, hebbende die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens):
- op/via/middels die webwinkel(s)/internetsite(s) goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en/of
- door bezoekers van die webwinkel(s)/internetsite(s) bestelling(en) laten plaatsen en/of
- ( een) bestelling(en) geaccepteerd en/of
- ( een) betaling(en) op het/de bovengenoemde rekeningnummer(s) geaccepteerd/ontvangen en/of
- ( aldus) het vertrouwen gewekt dat die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s) de/het aangeboden en/of bestelde goed(eren) zou(den) en kon(den) leveren en/of
- de/het bestelde goed(eren) niet geleverd, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door (telkens):
- ( een) rechtsperso(o)n(en), te weten onder andere [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , op te richten en/of in het leven te roepen en/of
- ten behoeve van bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) (een) (bank)rekeningnummer(s) te openen en/of
- ( een) webwinkel(s)/internetsite(s), te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , op te richten en/of in het leven te roepen en/of aan bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) te koppelen en/of
- bovengenoemde webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites op te geven en/of te registreren en/of aan te sluiten en/of
- bovengenoemd(e) (bank)rekeningnummer(s) voor het storten en/of overboeken van de aankoopbedrag(en) ter beschikking van die onbekende(n) te stellen en/of
- ten behoeve van die onbekend(en) banktransacties te verrichten en/of
- met bezoekers van die webwinkel(s)/internetsite(s) e-mail- en/of WhatsApp- en/of telefooncontact te onderhouden;
5.
hij in of omstreeks de periode van 4 augustus 2017 tot en met 17 oktober 2017 in Nederland en/of China en/of Israël, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een geldbedrag (van in totaal ongeveer 158.433,64 euro), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van dat geldbedrag gebruik heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, met dat geldbedrag diverse, opeenvolgende financiële transacties verricht, terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dat geldbedrag geheel of gedeeltelijk, - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf, en hij, verdachte, aldus van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Het hof overweegt ter zake het tenlastegelegde geldbedrag bij aangever [benadeelde 43] (feit 4) als volgt. In de tenlastelegging is opgenomen dat aangever is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van in totaal 966,12 euro. Tegen de achtergrond van het dossier begrijpt het hof dat bedoeld is ten laste te leggen een geldbedrag van in totaal 996,00 euro. Het hof leest de tenlastelegging op dit punt verbeterd.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 (impliciet) primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
primair
hij omstreeks 4 september 2017 te Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, [benadeelde 12] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal 1.074,00 euro, immers heeft hij, verdachte, valselijk en/of bedrieglijk:
- rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , opgericht en
- ten behoeve van bovengenoemde rechtspersonen bankrekeningnummers geopend en
- webwinkels/internetsites, te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , opgericht en aan bovengenoemde rechtspersonen gekoppeld en
- ( vervolgens) die webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites opgegeven en/of geregistreerd en/of aangesloten en
- zich heeft voorgedaan als een bonafide ondernemer en/of verkoper en
- vervolgens op/via/middels die webwinkels/internetsites goederen te koop aangeboden en
- een bestelling van die [benadeelde 12] geaccepteerd en
- een betaling van die [benadeelde 12] op een van de bovengenoemde rekeningnummers ontvangen en
- aldus bij die [benadeelde 12] het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, het aangeboden en bestelde goed zou en kon leveren en
- het bestelde goed (te weten een mountainbike van het merk De Cube Stereo 120) niet geleverd, waardoor die [benadeelde 12] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
primair
hij op 29 augustus 2017 te Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid [benadeelde 13] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal 159,00 euro, immers heeft hij, verdachte, valselijk en bedrieglijk:
- rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , opgericht en
- ten behoeve van bovengenoemde rechtspersonen bankrekeningnummers geopend en
webwinkels/internetsites, te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , opgericht en aan bovengenoemde rechtspersonen gekoppeld en
- ( vervolgens) die webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites opgegeven en/of geregistreerd en/of aangesloten en
- aldus zich voorgedaan als een bonafide ondernemer en/of verkoper en
- vervolgens op/via/middels die webwinkels/internetsites goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en
- een bestelling van die [benadeelde 13] geaccepteerd en
- een betaling van die [benadeelde 13] op een van de bovengenoemde rekeningnummers ontvangen en
- aldus bij die [benadeelde 13] het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, het aangeboden en bestelde goed zou en kon leveren en
- het bestelde goed (te weten een luidspreker van het merk JBL Extreme Portable) niet heeft geleverd, waardoor die [benadeelde 13] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
primair
hij op 27 augustus 2017 te Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal 499,00 euro, immers heeft hij, verdachte, valselijk en/of bedrieglijk:
- rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , opgericht en
- ten behoeve van bovengenoemde rechtspersonen bankrekeningnummers geopend en
- webwinkels/internetsites, te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , opgericht en aan bovengenoemde rechtspersonen gekoppeld en
- vervolgens die webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites opgegeven en/of geregistreerd en/of aangesloten en
- aldus zich voorgedaan als een bonafide ondernemer en/of verkoper en
- vervolgens op/via/middels die webwinkels/internetsites goederen te koop aangeboden en/of advertenties geplaatst en
- een bestelling van die [benadeelde 1] geaccepteerd en
- een betaling van die [benadeelde 1] op een van de bovengenoemde rekeningnummers ontvangen en
- aldus bij die [benadeelde 1] het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, het aangeboden en bestelde goed zou en kon leveren en
- het bestelde goed (te weten een mountainbike van het merk Giant Talon) niet geleverd, waardoor die [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
primair
hij op tijdstippen in de periode van 4 augustus 2017 tot en met 17 oktober 2017 in Nederland , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid personen heeft bewogen tot de afgifte van in totaal ongeveer 36.908,36 euro, in elk geval van een geldbedrag, immers heeft hij, verdachte:
- [benadeelde 14] ( [bedrijf 4] ) bewogen tot de afgifte van in totaal 263,64 euro;
- [benadeelde 15] bewogen tot de afgifte van in totaal 2.134,62 euro;
- [benadeelde 16] bewogen tot de afgifte van in totaal 339,00 euro;
- [benadeelde 17] bewogen tot de afgifte van in totaal 208,00 euro;
- [benadeelde 18] bewogen tot de afgifte van in totaal 169,00 euro;
- [benadeelde 3] bewogen tot de afgifte van in totaal 369,00 euro;
- [benadeelde 19] bewogen tot de afgifte van in totaal 899,00 euro;
- [benadeelde 20] bewogen tot de afgifte van in totaal 419,00 euro;
- [benadeelde 2] bewogen tot de afgifte van in totaal 229,00 euro;
- [benadeelde 21] bewogen tot de afgifte van in totaal 369,00 euro;
- [benadeelde 22] bewogen tot de afgifte van in totaal 89,00 euro;
- [benadeelde 23] bewogen tot de afgifte van in totaal 739,00 euro;
- [benadeelde 5] bewogen tot de afgifte van in totaal 874,00 euro;
- [benadeelde 24] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 4] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.654,16 euro;
- [benadeelde 25] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.478,00 euro;
- [benadeelde 26] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 27] bewogen tot de afgifte van in totaal 899,00 euro;
- [benadeelde 28] bewogen tot de afgifte van in totaal 179,00 euro;
- [benadeelde 6] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.249,00 euro;
- [benadeelde 29] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 7] bewogen tot de afgifte van in totaal 189,00 euro;
- [benadeelde 30] bewogen tot de afgifte van in totaal 739,00 euro;
- [benadeelde 8] bewogen tot de afgifte van in totaal 1074,00 euro;
- [benadeelde 31] bewogen tot de afgifte van in totaal 309,00 euro;
- [benadeelde 32] bewogen tot de afgifte van in totaal 499,00 euro;
- [benadeelde 9] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.074,00 euro;
- [benadeelde 33] bewogen tot de afgifte van in totaal 499,00 euro;
- [benadeelde 34] bewogen tot de afgifte van in totaal 429,00 euro;
- [benadeelde 35] bewogen tot de afgifte van in totaal 369,00 euro;
- [benadeelde 36] bewogen tot de afgifte van in totaal 309,00 euro;
- [benadeelde 10] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.274,00 euro;
- [benadeelde 37] bewogen tot de afgifte van in totaal 739,00 euro;
- [benadeelde 38] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.099,00 euro;
- [benadeelde 39] bewogen tot de afgifte van in totaal 309,00 euro;
- [benadeelde 40] bewogen tot de afgifte van in totaal 899,00 euro;
- [benadeelde 41] bewogen tot de afgifte van in totaal 608,00 euro;
- [benadeelde 11] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.224,00 euro;
- [benadeelde 42] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.149,00 euro;
- [benadeelde 43] bewogen tot de afgifte van in totaal 996,00 euro;
- [benadeelde 44] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.425,00 euro;
- [benadeelde 45] bewogen tot de afgifte van in totaal 2.098,00 euro;
- [benadeelde 46] bewogen tot de afgifte van in totaal 1.704,00 euro;
- [benadeelde 47] bewogen tot de afgifte van in totaal 990,91 euro;
- [benadeelde 48] bewogen tot de afgifte van in totaal 159,00 euro,
hebbende hij, verdachte, toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of bedrieglijk:
- rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , opgericht en
- ten behoeve van bovengenoemde rechtspersonen bankrekeningnummers geopend en
- webwinkels/internetsites, te weten [website 1] , [website 2] en [website 3] , opgericht en aan bovengenoemde rechtspersonen gekoppeld en
- ( vervolgens) die webwinkel(s)/internetsite(s) op/bij een of meer (betrouwbare) websites opgegeven en/of geregistreerd en/of aangesloten en
- aldus zich voorgedaan als een bonafide ondernemer en verkoper en
- vervolgens op/via/middels die webwinkels/internetsites goederen te koop aangeboden en
- door bezoekers van die webwinkels/internetsites bestellingen laten plaatsen en
- ( een) bestelling(en) geaccepteerd en
- betalingen op de bovengenoemde rekeningnummers ontvangen en
- aldus het vertrouwen gewekt dat hij, verdachte, die aangeboden en bestelde goederen zou en kon leveren en
- de bestelde goederen niet heeft geleverd, waardoor bovengenoemde personen telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiftes;
5.
hij in de periode van 3 tot en met 10 oktober 2017 in Nederland, een voorwerp, te weten een geldbedrag (van in totaal 41.500,00 euro), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft omgezet, immers heeft hij, verdachte, met dat geldbedrag financiële transacties verricht, terwijl hij, verdachte, wist, dat dat geldbedrag – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Bewijsoverwegingen
Inleiding
De aangevers in deze kwestie zijn het slachtoffer geworden van hetgeen in de volksmond internetfraude wordt genoemd. Zij hebben goederen gekocht op de webwinkels/internetsites
[website 1] of [website 2] of [website 3] , de koopsom daarvoor betaald maar de goederen nooit geleverd gekregen. Vaststaat dat de door de kopers betaalde gelden middellijk of onmiddellijk terecht zijn gekomen op bankrekeningen van door de verdachte opgerichte rechtspersonen, waarna de gelden grotendeels naar een Chinese bankrekening zijn overgeboekt en uit het zicht zijn verdwenen.
Verweren
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit. Daartoe is – op de gronden zoals nader in de pleitnota verwoord – in de kern het volgende aangevoerd.
De verdachte heeft niet meer gedaan dan het, op verzoek van de [getuige] , oprichten van rechtspersonen en het openen van de bankrekeningen voor die rechtspersonen, het ter beschikking stellen van de inloggegevens van die bankrekeningen aan [getuige] , het mailen met Chinezen en het onderhouden van contacten met de benadeelde kopers. De rol van de verdachte is volgens de verdediging van onvoldoende gewicht om te kunnen oordelen dat de verdachte als (mede) pleger bij de oplichting betrokken is geweest, althans hieraan medeplichtig was.
Met betrekking tot het witwassen heeft de verdediging aangevoerd dat de verdachte zich niet bewust is geweest van enig misdrijf en ervan is uitgegaan dat de bestelde goederen geleverd zouden worden, de verdachte bovendien geen beschikking heeft gehad over en inzage in de bankrekeningen van de rechtspersonen, zodat van een witwashandeling door de verdachte geen sprake kan zijn.
De beoordeling van de feiten 1 tot en met 4
Als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte op 7 april 2017 een drietal rechtspersonen heeft opgericht, deze heeft ingeschreven in de Kamer van Koophandel en voor ieder van die rechtspersonen bankrekeningen heeft geopend alsook dat [getuige] voorbereidingshandelingen voor het oprichten van die rechtspersonen heeft verricht en hij de verdachte op 7 april 2017 heeft vergezeld.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij – tegen een vergoeding – voornoemde handelingen heeft verricht op verzoek van [getuige] en de pasjes, inlogcodes en TAN-codes van de bankrekeningen aan [getuige] heeft gegeven zodat hij, verdachte, niet langer het beheer had over die bankrekeningen. Of zoals de verdachte het zelf ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard:
“het klopt dat er sprake is van oplichting en witwassen, maar de bedenker en uitvoerder daarvan was [getuige] . Ik heb daar enig aandeel in gehad, maar dat was allemaal te goeder trouw”.
Het hof staat voor de beantwoording van de vraag naar de juistheid van voornoemde verklaring van de verdachte, te meer nu [getuige] die verklaring uitdrukkelijk betwist.
Het hof stelt eerstens vast dat de verdachte over een aantal kwesties tegenstrijdig heeft verklaard.
De verdachte heeft tegenstrijdig verklaard over de reden die [getuige] zou hebben gegeven voor het oprichten van de rechtspersonen. In de aangifte die de verdachte in september 2017 jegens [getuige] heeft gedaan wegens identiteitsfraude verklaart de verdachte dat [getuige] zich telefonisch bij hem had gemeld met een plan om buitenlandse investeerders te interesseren in de opzet van drie werkmaatschappijen voor internet en reclamedoeleinden. De verdachte heeft tegenover medewerkers van de ING Bank in een gesprek medio januari 2018 bevestigt dat dit de gang van zaken is geweest. In een aanvullende verklaring die de verdachte eind januari 2018 naar de ING Bank heeft verzonden spreekt de verdachte voor het eerst over “een vooraanstaande Chinese familie die zich bezig houdt met de inspectie van de opslag van goederentreinen op de Zijderoute naar Rotterdam en welke familie op zoek was naar mogelijkheden om ook in ons land reclame-uitingen te verzorgen voor het aan de man brengen van goederen”. De verdachte zou opdrachten krijgen om hen hiermee te ondersteunen. De verdachte heeft bij de politie, de rechtbank en het hof verklaard dat het het idee was van [getuige] om zaken te gaan doen met Chinezen die in Nederland een bedrijf wilden beginnen en daartoe een B.V. en een bankrekening nodig hadden. Bij de rechtbank heeft de verdachte verklaard dat hij hand- en spandiensten zou verlenen tegen een (maandelijkse) betaling. Daarentegen heeft hij bij het hof verklaard dat hij een maandelijks bedrag zou ontvangen omdat hij drie B.V.’s moest koppelen aan zijn holding en bankrekeningen moest openen. Ook over de hoogte van de (maandelijkse) vergoeding heeft de verdachte herhaaldelijk tegenstrijdig verklaard. Deze omstandigheid is de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep uitdrukkelijk voorgehouden. De verdachte heeft in reactie daarop, naar het oordeel van het hof, daarvoor geen afdoende reactie gegeven, anders dan dat hij de bedragen niet van [getuige] heeft ontvangen.
Voorts stelt het hof vast dat de verdachte tegenstrijdig heeft verklaard over de kwestie van het verstrekken van de bankpasjes en de inloggegevens van de bankrekeningen van de rechtspersonen aan [getuige] . Tegenover medewerkers van de ING Bank heeft hij verklaard dat hij de bankpasjes nooit heeft ontvangen om op latere data te verklaren dat [getuige] die bij hem heeft opgehaald (eerste politieverhoor) en dat hij die per post naar [getuige] heeft verzonden (bij de rechtbank en het hof). Ook verklaart hij tegenstrijdig over het door [getuige] verkrijgen van de inloggegevens van de bankrekeningen. Bij de rechtbank zelfs op dezelfde terechtzitting: hij heeft deze aan [getuige] geven maar ook dat [getuige] deze uit zijn handen heeft getrokken.
Naast voornoemde tegenstrijdigheden is voor het hof voor de beoordeling van de juistheid van de verklaring van de verdachte doorslaggevend de kwestie van de TAN-codes. Deze codes zouden zijn gebruikt bij de overboeking van gelden van de bankrekeningen van de rechtspersonen naar een Chinese bankrekening. De verdachte ontkent met klem die TAN-codes te hebben ontvangen. Dit blijkt in ieder geval ten aanzien van een van de rechtspersonen in strijd met de waarheid te zijn. De acht overboekingen naar een Chinese bankrekening hebben digitaal plaatsgevonden en ter verificatie van het doen van die betalingen zijn TAN-codes verzonden naar het bij de verdachte in gebruik zijnde telefoonnummer. Hieruit volgt dat de verdachte zelf voornoemde overboekingen heeft verricht. Het hof ziet geen reden te twijfelen aan de verklaringen van een medewerker van de ING Bank over deze kwestie en acht deze, ook bij het ontbreken van een zogenaamd logboek, bruikbaar voor het bewijs.
Namens de verdachte zijn nog Whatsappberichten in het geding gebracht die tussen hem en [getuige] zouden zijn gewisseld tussen 15 maart 2017 en 13 september 2017, waaruit volgt dat zij onder andere spreken over bankrekeningen, betalingen, Chinezen, het door hen regelen van liquiditeit, het door hen te grazen zijn genomen en het aanpassen van gegevens in de Kamer van Koophandel. Hieruit zou volgen dat [getuige] wel degelijk bij een en ander betrokken zou zijn geweest. Het hof gaat hieraan voorbij nu de politie nader onderzoek heeft gedaan in de kopie van de inhoud van de bij de verdachte inbeslaggenomen telefoon. Het chatgesprek voornoemd is daarop niet aangetroffen, hetgeen de conclusie rechtvaardigt dat de verdachte dit gesprek zelf heeft opgesteld om te trachten zijn (onjuiste) verklaring over de betrokkenheid van [getuige] te onderbouwen. Ook de in het geding gebrachte e-mailberichten zijn (op enkele uitzonderingen na) niet aangetroffen in de telefoon van de verdachte. De authenticiteit daarvan is derhalve niet vast te stellen. Over de wel aangetroffen e-mailberichten tussen de verdachte en [getuige] is vastgesteld dat deze niet als relevant in het onderzoek aan te merken, zijn omdat hieruit niets meer dan reeds bekend was over de rol van [getuige] in het opsporingsonderzoek naar voren is gekomen.
Bij het oordeel over de aannemelijkheid van de verklaring van de verdachte heeft het hof nog in aanmerking genomen de verklaring die [getuige] als getuige onder ede ten overstaan van het hof heeft afgelegd. Het hof heeft immers ambtshalve bepaald [getuige] als getuige ter terechtzitting te horen teneinde zichzelf een oordeel te kunnen vormen over de betrouwbaarheid van diens ontkennende verklaringen. [getuige] heeft daarbij op het hof een authentieke indruk gemaakt en een, naar het oordeel van het hof, aannemelijke verklaring gegeven voor het door hem verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de oprichting van de rechtspersonen en het door hem vergezellen van de verdachte op 7 april 2017, te weten dat hij dat heeft gedaan in het kader van acquisitiewerkzaamheden voor het kantoor waar hij alstoen werkzaam was. De verdachte zou zich hebben voorgedaan als een persoon die het kantoor veel opdrachten kon verzorgen. Die verklaring komt het hof niet vreemd voor. Ook tegenover het hof heeft de verdachte te kennen gegeven dat hij nog een zaak onder de rechter heeft waarmee veel geld gemoeid is, terwijl hij bij de rechtbank heeft verklaard dat hij nog 8.5 miljoen van de provincie verwacht.
Concluderend acht het hof de verklaring van de verdachte over de betrokkenheid van [getuige] bij onderhavige kwestie niet aannemelijk geworden en gaat het er bij de beoordeling in dezen (onder meer) van uit dat de verdachte de oprichting van de rechtspersonen heeft geïnitieerd en dat hij, de verdachte, de enige persoon was die gemachtigd was tot de bankrekeningen van die rechtspersonen en daarover het beheer had.
Het andersluidende verweer wordt verworpen.
Daarbij merkt het hof nog het navolgende op. De verdediging heeft betoogd dat bij de beoordeling in dezen van belang is dat de verdachte zich, zodra hij op de hoogte was geraakt van een en ander, heeft beijverd om de belangen van de kopers te behartigen, onder meer middels e-mailcontact met de heren [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . In het geding gebrachte e-mailberichten zouden dit onderbouwen. Tegen de achtergrond van het vorenstaande verwijst het hof dit betoog naar het rijk der fabelen en dient de conclusie te zijn dat de verdachte die e-mailberichten van de zijde van de heren [betrokkene 1] en [betrokkene 2] zelf heeft opgesteld. Daarbij merkt het hof nog op dat de laptop van de verdachte niet kon worden onderzocht, nu deze bij de huiszoeking niet is aangetroffen en ook later niet door de verdachte voor onderzoek door de politie is aangeboden.
Het hof kan niet anders dan vaststellen dat het de verdachte, nadat Tros Radar aandacht aan de zaak had besteed, te heet onder de voeten werd en diverse acties heeft verricht om de waarheid te verbloemen, waaronder het ten tonele brengen van Chinese “partners”, het onderhouden van contact met gedupeerde kopers waarin hij diverse toezeggingen deed, het doen van aangifte tegen [getuige] wegens identiteitsfraude en het op 14 september 2017 melding maken bij de ING Bank van een vermoeden van fraude, waarna de bankrekeningen van de rechtspersonen zijn geblokkeerd. Saillant detail daarbij is dat deze maatregelen tussen 14 september 2017 en 21 september 2017 op verzoek van de verdachte weer ongedaan zijn gemaakt nadat aan de verdachte nieuwe inloggegevens zijn verstrekt. Van de bankrekening van een van de rechtspersonen is vervolgens door de verdachte in de periode van 3 oktober 2017 tot 10 oktober 2017 in acht banktransacties een bedrag van 41.500,00 euro overgeschreven naar een Chinese bankrekening. Hieruit volgt dat de verdachte met zijn acties niet alleen heeft getracht de waarheid te verbloemen maar tevens heeft trachten te bewerkstelligen dat hij zo lang als mogelijk kon doorgaan met zijn praktijken.
Voorwaardelijk verzoek
De verdediging heeft verzocht om een deskundige te benoemen teneinde een handtekening – en handschriftonderzoek uit te voeren en hiervan schriftelijk verslag te doen. Dit onderzoek zou dienen om de verklaring van de verdachte omtrent de betrokkenheid van [getuige] bij onderhavige kwestie te kunnen onderbouwen. Gelet op voornoemde conclusie van het hof is de noodzaak van dit onderzoek niet gebleken. Het verzoek wordt afgewezen.
De volgende vraag die dan aan de orde komt is of de verdachte degene geweest die deze webwinkels heeft opgericht, aan door hem opgerichte rechtspersonen heeft gekoppeld, deze op/bij een of meer (betrouwbare) websites heeft opgegeven en/of geregistreerd en/of aangesloten, zoals tenlastegelegd?
Het hof acht voor de beantwoording van die vraag (nu het door tijdsverloop niet mogelijk was dat nog rechtstreeks middels opsporing te achterhalen) de navolgende feiten en/of omstandigheden van belang:
  • in de webwinkels/op de internetsites was de naam en het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel van door de verdachte opgerichte rechtspersonen vermeld;
  • de verdachte heeft bij de Kamer van Koophandel als e-mailadres van een van die rechtspersonen een e-mailadres van een van de webwinkels/internetsites laten registreren ;
  • de verdachte heeft in een aangifte d.d. 21 september 2017 jegens een derde wegens overige horizontale fraude als volgt verklaard:
  • de verdachte heeft ten behoeve van twee van de webwinkels/internetsites contracten afgesloten met een zogenaamde Payment Service Provider die webwinkeliers van betaalmogelijkheden voorziet (hierna te noemen: PSP) en heeft aan die PSP van de bankrekening van een van de rechtspersonen een zogenaamde 1 cent betaling gedaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat een dergelijke betaling plaatsvindt zodat de ontvanger de identiteit van de betaler (in casu een van de rechtspersonen) kan verifiëren;
  • de verdachte heeft van de bankrekening van twee van de rechtspersonen betalingen gedaan aan Ongage Ltd, gevestigd te Israël. Dat blijkt een marketing platform te zijn dat klanten ondersteunende diensten levert op het gebied van e-mail marketing, hetgeen impliceert dat dat platform dit ook ten behoeve van een of meerdere van de webwinkels/internetsites in kwestie heeft gedaan;
  • de verdachte heeft van de bankrekening van een van de rechtspersonen betalingen gedaan aan [website 4] Internet, een hostingprovider. Een hostingprovider is een bedrijf dat andere bedrijven, organisaties en individuele gebruikers de mogelijkheden biedt om een website online te publiceren. Ook dit impliceert dat deze provider dat ook heeft gedaan ten behoeve van een of meerdere van de webwinkels/internetsites in kwestie heeft gedaan. De verdachte heeft overigens zelf verklaard dat de webwinkel/website [website 2] bij [website 4] werd gehost, en
  • de verdachte was, als enige gemachtigde tot de bankrekeningen van de rechtspersonen de begunstigde van de door aangevers betaalde koopsommen.
Het hof is van oordeel dat voornoemde feiten en/of omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien redengevend zijn voor een bewezenverklaring van het hiervoor weergegeven deel van de tenlastelegging. Van de verdachte mag een die redengevendheid ontzenuwende verklaring worden verwacht. Die verklaring heeft de verdachte evenwel niet gegeven. Kort samengevat ontkent hij iedere betrokkenheid ter zake.
De verdachte heeft zich naar het oordeel van het hof voorgedaan als (een) bonafide ondernemer(s) en/of verkoper(s) op het internet, zoals tenlastegelegd. Hij heeft daarbij niet simpelweg goederen op het internet te koop aangeboden, maar heeft dat middels professioneel uitziende webwinkels/internetsites gedaan, onder vermelding van de naam van een bestaande rechtspersoon met bijbehorend inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel en de mogelijkheid van betaling via een PSP, hetgeen bij de kopers een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen. Alles was er immers op gericht om het vertrouwen bij de kopers op te wekken dat ze te maken hadden met een betrouwbare internetsite/webwinkel. De verdachte heeft daarbij gehandeld volgens een tevoren bedachte – bedrieglijke – werkwijze, die erop was gericht de kopers te bewegen tot afgifte van een geldbedrag. Hij heeft daartoe op 7 april 2017 de rechtspersonen opgericht (en op dezelfde datum bankrekeningen voor die rechtspersonen geopend). Van enige andere “zakelijke” activiteit van die rechtspersonen is geen sprake geweest. Vervolgens heeft de verdachte zijn plan in de praktijk uitgewerkt door contracten met een PSP af te sluiten en het realiseren van de webwinkels/internetsites, waarna deze vanaf begin augustus 2017 actief zijn geworden.
Het andersluidende verweer, waaronder het verweer dat er slechts sprake zou zijn van het enkele niet nakomen van een overeenkomst, wordt dan ook verworpen.
Tot slot merkt het hof nog op dat het ook komt tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde accepteren van een bestelling. Het is een feit van algemene bekendheid dat bestellingen bij professionele webwinkels/internetsites automatisch worden geaccepteerd nadat de koper verschillende handelingen (waaronder de (wijze van) betaling) heeft verricht. Hetgeen de raadsvrouw daarover heeft opgemerkt, leidt niet tot een ander oordeel.
De verweren falen in al hun onderdelen.
Resumerend acht het hof het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. De verdachte zal van het medeplegen van deze feiten worden vrijgesproken, nu niet is gebleken van een enige samenwerking met een ander of anderen.
De beoordeling van feit 5
Hiervoor is bewezenverklaard dat de verdachte zich in de periode van 4 augustus 2017 tot en met 17 oktober 2017 schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Voorts heeft het hof vastgesteld dat de verdachte in de periode van 3 oktober 2017 tot 10 oktober 2017 in acht banktransacties een bedrag van 41.500,00 euro heeft overgeschreven naar een Chinese bankrekening op naam van [bedrijf 5] Hieruit volgt dat voornoemd bedrag is witgewassen, zoals is bewezenverklaard.
De verdediging heeft aan haar verweer een ander feitencomplex ten grondslag gelegd, zodat dat verweer geen bespreking behoeft.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair bewezenverklaarde levert telkens op:
oplichting.
Het onder 4 primair bewezenverklaarde levert op:
oplichting, meermalen gepleegd.
Het onder 5 (impliciet primair) bewezenverklaarde levert op:
witwassen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan oplichtingen en witwassen.
Ten aanzien van de aard en de ernst van het bewezenverklaarde heeft het hof rekening gehouden met:
- de financiële schade die voor anderen is ontstaan doordat verdachte de door hen bestelde en betaalde goederen nooit heeft geleverd;
- de omstandigheid dat oplichting een vorm van vermogenscriminaliteit is die in zijn algemeenheid ook schade toebrengt aan het vrije handelsverkeer en het vertrouwen van mensen onderling;
- de omstandigheid dat witwassen een bedreiging voor de legale economie vormt en het de integriteit van het financiële stelstel ondermijnt.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof rekening gehouden met:
- het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 11 maart 2023 waaruit volgt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake strafbare feiten;
- de persoonlijke omstandigheden, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op vorenstaande niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, in beginsel passend en geboden.
Met betrekking tot het procesverloop in hoger beroep overweegt het hof ambtshalve als volgt.
Het Openbaar Ministerie heeft op 9 maart 2020 hoger beroep ingesteld. Het hof heeft op 20 september 2022 tussenarrest gewezen en wijst thans, 7 juni 2023, eindarrest. In hoger beroep is aldus sprake van een termijnoverschrijding, nu de behandeling in hoger beroep niet is afgerond met een eindarrest binnen twee jaar na het instellen van het hoger beroep. Deze overschrijding van de redelijke termijn bedraagt ongeveer 1 jaar en 3 maanden. Van bijzondere omstandigheden die deze overschrijding rechtvaardigen, is het hof niet gebleken. Het hof ziet in voornoemde overschrijding aanleiding om een lagere straf op te leggen dan het zou hebben gedaan zonder die termijnoverschrijding. Rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn zal het hof een gevangenisstraf voor de duur 20 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk opleggen. Voorts acht het hof termen aanwezig om een proeftijd van 3 jaren op te leggen.
Met oplegging van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Het hof stelt vast dat een groot aantal slachtoffers zich in eerste aanleg als benadeelde partij in het strafproces heeft gevoegd met een vordering tot materiële schadevergoeding ter hoogte van het door hen betaalde bedrag voor de niet geleverde goederen en, voor zover aan de orde, verminderd met de door de verzekeraar vergoede schade. Dit met uitzondering van de benadeelde partij [benadeelde 27] die tevens een schadevergoeding heeft gevorderd voor gemaakte kosten. De benadeelde partijen [benadeelde 32] en [benadeelde 42] hebben ook een vergoeding voor immateriële schade gevorderd.
De rechtbank heeft de verdachte integraal vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten en derhalve de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen.
De nader in het dictum te noemen benadeelde partijen hebben te kennen gegeven de vordering in hoger beroep te handhaven.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partijen als gevolg van het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 4 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks materiële schade hebben geleden ter hoogte van het door hen betaalde bedrag voor de niet geleverde goederen en, voor zover aan de orde, verminderd met de door de verzekeraar vergoede schade. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
De benadeelde partij [benadeelde 27] heeft tevens een vergoeding gevorderd voor telefoonkosten en gemaakte kilometers. Nu dit deel van de vordering niet (nader) is onderbouwd en de behandeling hiervan een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, zal het hof bepalen dat de vordering in zoverre niet ontvankelijk is en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De benadeelde partijen [benadeelde 42] en [benadeelde 32] hebben naast materiële ook immateriële schadevergoeding gevorderd. Gesteld noch gebleken is dat sprake is van een in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek genoemd geval, zodat dit deel van de vordering bij gebreke van een wettelijke grondslag zal worden afgewezen.
De toe te wijzen vorderingen zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de schade wordt geacht te zijn ontstaan, zijnde de dag waarop zij het/de bestelde goed(eren), hebben betaald, op de wijze zoals in het dictum is vermeld.
De verdachte zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, zoals in het dictum is vermeld.
Schadevergoedingsmaatregel
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof in rechte vastgesteld dat door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade aan de hierna in het dictum te noemen benadeelde partijen is toegebracht. De verdachte is daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op
Te leggen ter hoogte van de in het dictum te noemen bedragen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de data zoals in het dictum vermeld tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan de slachtoffers bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 (impliciet) primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 12]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 12] ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.074,00 (duizend vierenzeventig euro) ter zake van materiële schade,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 12] , ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.074,00 (duizend vierenzeventig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 20 (twintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 4 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 13]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 13] ter zake van het onder 2 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 159,00 (honderdnegenenvijftig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 13] , ter zake van het onder 2 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 159,00 (honderdnegenenvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 3 (drie) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 29 augustus 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 35]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 35] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 369,00 (driehonderdnegenenzestig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 35] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 369,00 (driehonderdnegenenzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 5 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 42]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 42] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.149,00 (duizend honderdnegenenveertig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering terzake immateriële schade af.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 42] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.149,00 (duizend honderdnegenenveertig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 21 (eenentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 5 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 41]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 41] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 608,00 (zeshonderdacht euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 41] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 608,00 (zeshonderdacht euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 12 (twaalf) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 7 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 43]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 43] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 996,00 (negenhonderdzesennegentig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 43] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 996,00 (negenhonderdzesennegentig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 19 (negentien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 6 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 27]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 27] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 449,50 (vierhonderdnegenenveertig euro en vijftig cent) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt dat de vordering voor het overige deel niet ontvankelijk is en dat de benadeelde partij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil..
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 27] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 449,50 (vierhonderdnegenenveertig euro en vijftig cent) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 10 (tien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 3 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 36]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 36] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 309,00 (driehonderdnegen euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 36] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 309,00 (driehonderdnegen euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 6 (zes) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op op 6 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 44]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 44] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.426,23 (duizend vierhonderdzesentwintig euro en drieentwintig cent) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 44] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.426,23 (duizend vierhonderdzesentwintig euro en drieentwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 24 (vierentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 6 oktober 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 17]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 17] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 208,00 (tweehonderdacht euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 17] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 208,00 (tweehonderdacht euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 4 (vier) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 29 augustus 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 24]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 24] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.074,00 (duizend vierenzeventig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 24] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.074,00 (duizend vierenzeventig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 20 (twintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 3 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 31]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 31] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 309,00 (driehonderdnegen euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 31] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 309,00 (driehonderdnegen euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 6 (zes) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 4 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 21]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 21] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 369,00 (driehonderdnegenenzestig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 21] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 369,00 (driehonderdnegenenzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 2 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 30]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 30] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 739,00 (zevenhonderdnegenendertig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 30] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 739,00 (zevenhonderdnegenendertig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 14 (veertien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 4 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 32]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 32] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 499,00 (vierhonderdnegenennegentig euro) ter zake van materiële schade,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 32] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 499,00 (vierhonderdnegenennegentig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 9 (negen) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 4 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 15]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 15] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 2.134,62 (tweeduizend honderdvierendertig euro en tweeënzestig cent) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 15] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 2.134,62 (tweeduizend honderdvierendertig euro en tweeënzestig cent) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 31(eenendertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 21 augustus 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 28]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 28] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 179,00 (honderdnegenenzeventig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 28] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 179,00 (honderdnegenenzeventig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 3 (drie) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 4 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 39]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 39] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 309,00 (driehonderdnegen euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil..
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 39] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 309,00 (driehonderdnegen euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 6 (zes) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 6 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 23]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 23] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 369,50 (driehonderdnegenenzestig euro en vijftig cent) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 23] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 369,50 (driehonderdnegenenzestig euro en vijftig cent) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 7 (zeven) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 1 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 16]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 16] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 339,00 (driehonderdnegenendertig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 16] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 339,00 (driehonderdnegenendertig euro) als vergoeding voor materiële
schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 6 (zes) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 29 augustus 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 48]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 48] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 159,00 (honderdnegenenvijftig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 48] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 159,00 (honderdnegenenvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 3 (drie) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 28 augustus 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 14]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 14] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 263,64 (tweehonderddrieënzestig euro en vierenzestig cent) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 14] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 263,64 (tweehonderddrieënzestig euro en vierenzestig cent) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 5 (vijf) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 16 augustus 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 40]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 40] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 899,00 (achthonderdnegenennegentig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 40] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 899,00 (achthonderdnegenennegentig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 17 (zeventien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 6 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 19]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 19] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 499,00 (vierhonderdnegenennegentig euro) ter zake van materiële schadete vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 19] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 499,00 (vierhonderdnegenennegentig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 9 (negen) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 30 augustus 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 38]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 38] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.099,00 (duizend negenennegentig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 38] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.099,00 (duizend negenennegentig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 20 (twintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 6 september 2017;

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 25]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 25] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.478,00 (duizend vierhonderdachtenzeventig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 25] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.478,00 (duizend vierhonderdachtenzeventig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 24 (vierentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 3 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 34]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 34] ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 429,00 (vierhonderdnegenentwintig euro) ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de kosten en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, aan de zijde van de benadeelde partij tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 34] , ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 429,00 (vierhonderdnegenentwintig euro) als vergoeding voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 8 (acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 5 september 2017.
Aldus gewezen door:
mr. A.J.M. van Gink, voorzitter,
mr. S. Riemens en mr. A.C. Bosch, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.P.T.G. van den Uithoorn, griffier,
en op 7 juni 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Bosch is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.