ECLI:NL:GHSHE:2023:186

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 januari 2023
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
20-002084-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in drugszaken wegens gebrek aan wetenschap over aanwezigheid van XTC-pillen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. De verdachte was eerder door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeventien maanden voor het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 9.944 XTC-pillen. De rechtbank had vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw onderzocht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden bevestigd, terwijl de raadsvrouw van de verdachte vrijspraak heeft bepleit. Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte niet kan worden verweten dat hij wetenschap had van de aanwezigheid van de XTC-pillen in de door hem gehuurde auto. De pillen waren verstopt in een plastic zak en niet zichtbaar voor de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte betrokken was bij de drugsdeal die door getuigen is waargenomen. De medeverdachte was wel herkend, maar er was geen bewijs dat de verdachte zelf de pillen in de auto had geplaatst. Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Wel heeft het hof besloten dat de inbeslaggenomen XTC-pillen onttrokken worden aan het verkeer, omdat er een strafbaar feit is gepleegd door onbekende personen die de pillen in bezit hadden.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002084-21
Uitspraak : 23 januari 2023
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 17 augustus 2021 in de strafzaak met parketnummer 03-129532-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank het tenlastegelegde bewezenverklaard en dat gekwalificeerd als ‘medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’, de verdachte daarvoor strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur zeventien maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Voorts heeft de rechtbank de inbeslaggenomen zakken met pillen onttrokken aan het verkeer.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De raadsvrouw van de verdachte heeft vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 26 mei 2019 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 9.944 (XTC)-pillen/tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft, anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal, maar in navolging van de verdediging, uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe in het bijzonder als volgt.
Uit het procesdossier is het hof niet gebleken dat de verdachte wetenschap had, althans dat die wetenschap bij hem kan worden verondersteld, van de aanwezigheid van de XTC-pillen in de door hem gehuurde auto met het Duitse kenteken [kenteken] . De XTC-pillen zijn immers door de verbalisanten aangetroffen in een dichtgeknoopte plastic zak welke verstopt lag onder de plastic kap over de voor het reservewiel bestemde ruimte in de kofferbak, alsook in een dichtgeknoopte plastic zak in een ruimte aan de rechterkant van de kofferbak. De XTC-pillen lagen aldus niet in het zicht. Voorts blijkt niet dat de verdachte betrokken is geweest bij de (vermoedelijke) drugsdeal die is waargenomen door getuige [getuige] tussen de Duitse en de Belgische auto. Medeverdachte [medeverdachte] is wel herkend door verbalisant [verbalisant] op de door getuige [getuige] gemaakte foto als betrokkene bij die drugsdeal. Medeverdachte [medeverdachte] stond daarbij aan de bestuurderszijde van de Duitse auto. Uit het dossier blijkt tevens dat medeverdachte [medeverdachte] samen met een onbekend gebleven persoon met de autosleutels is vertrokken en een half uur is weggeweest. Het hof stelt vast dat derhalve ook anderen dan de verdachte, waaronder in ieder geval medeverdachte [medeverdachte] , toegang hadden tot de door de verdachte gehuurde Duitse auto. Gelet daarop kan niet worden uitgesloten dat een ander dan de verdachte de XTC-pillen in de auto heeft gelegd, zonder dat de verdachte daarvan wetenschap heeft gehad.
Beslag
Bij gelegenheid van het vooronderzoek zijn twee zakken met XTC-pillen inbeslaggenomen. Niet is bekend geworden wie de rechthebbende van deze pillen is.
Niettegenstaande de vrijspraak van de verdachte van de strafrechtelijke verdenking, stelt het hof vast dat met behulp van de inbeslaggenomen XTC-pillen een strafbaar feit is begaan, te weten het aanwezig hebben van die aangetroffen XTC-pillen door de onbekend gebleven personen. Het ongecontroleerde bezit hiervan is in strijd met de wet en het algemeen belang. Derhalve zal het hof de onttrekking van deze goederen aan het verkeer bevelen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- één zak met pillen, 2038 gram, goednummer 1201649;
- één zak met pillen, 1968 gram, goednummer 1201650.
Aldus gewezen door:
mr. S.V. Pelsser, voorzitter,
mr. C.M. Hilverda en mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N. van Abeelen, griffier,
en op 23 januari 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.