Uitspraak
Raadkamer
[appellant] ,
- de kosten van rechtsbijstand als bedoeld in artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering;
- de kosten voor het opstellen, indienen en de behandeling van het verzoekschrift ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering.
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
De beoordeling
- Appellant is op 8 februari 2022 aangehouden.
- Op 8 februari 2022 omstreeks 04.29 uur heeft de politie een meldingsformulier consultatiebijstand op naam van appellant en met vermelding van [raadsman] als voorkeursadvocaat verzonden naar de RvR.
- Op 8 februari 2022 om 07.01 uur heeft de RvR een piketmelding gemaild aan [raadsman] , die deze piketmelding heeft geaccepteerd.
- [raadsvrouw] heeft de piketmelding overgenomen en voorafgaand aan het politieverhoor van appellant telefonisch consultatiebijstand verleend.
- Appellant is na verhoor op 8 februari 2022 om 17.05 uur in verzekering gesteld.
- Op 8 februari 2022 omstreeks 17.30 uur heeft de politie een meldingsformulier inverzekeringstelling op naam van appellant en met vermelding van [raadsman] als voorkeursadvocaat verzonden naar de RvR.
- Op 9 februari 2022 is appellant in vrijheid gesteld en om 14.22 uur heeft [raadsvrouw] een e-mail gestuurd naar het Klanten Contact Center van het parket Limburg dat zij de belangen van appellant behartigt en op grond van artikel 30 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) om de stukken verzoekt.
- Op 10 februari 2022 wordt per e-mail namens de officier van justitie geantwoord dat geen stukken worden verstrekt omdat appellant niet langer als verdachte wordt beschouwd en de zaak is geseponeerd met code 02.
BESLISSING
Vernietigt de beschikking waarvan beroep en doet opnieuw recht.
€ 1.352,75
€ 1.352,75