ECLI:NL:GHSHE:2023:1756

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 mei 2023
Publicatiedatum
30 mei 2023
Zaaknummer
200.308.184_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in arbeidsrechtelijke geschil tussen Paardenkliniek Venlo B.V. en geïntimeerde

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, betreft het een hoger beroep van Paardenkliniek Venlo B.V. (PKV) tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter in de rechtbank Limburg. Het hof heeft op 30 mei 2023 een arrest gewezen waarin het de benoeming van een deskundige heeft geregeld. De procedure is gestart naar aanleiding van een geschil over de handtekening op een arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2018. PKV heeft de rechtbank verzocht om een deskundige te benoemen die kan vaststellen of de handtekening op de overeenkomst door de geïntimeerde is geplaatst. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om voorstellen te doen voor de benoeming van deskundigen en heeft uiteindelijk de heer drs. W.P.F. Fagel benoemd als deskundige. Het hof heeft de deskundige gevraagd om de handtekening te onderzoeken en te rapporteren over de bevindingen. De kosten van het deskundigenonderzoek komen voor rekening van PKV. Het hof heeft verder bepaald dat partijen binnen een week na de uitspraak de processtukken aan de deskundige ter beschikking moeten stellen. De deskundige moet binnen drie maanden na de start van het onderzoek zijn rapport indienen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat het deskundigenrapport is ontvangen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.308.184/01
arrest van 30 mei 2023
in de zaak van
Paardenkliniek Venlo B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als:
PKV,
advocaat: mr. Y.J.P. Janssen te Venlo,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. P.A.M. van Hoef te Venray,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 22 november 2022 in het hoger beroep van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 2 februari 2022, gewezen tussen PKV als eisende partij en [geïntimeerde] als gedaagde partij.

5.Het verdere verloop van de procedure

5.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- voormeld tussenarrest van 22 november 2022;
- de akte van de zijde van PKV;
- de akte van de zijde van [geïntimeerde] .
5.2.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6.De verdere beoordeling

tussenarrest
6.1.
Bij tussenarrest van 22 november 2022 heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over het aantal, de deskundigheid en - bij voorkeur eensluidend - de persoon van de te benoemen deskundige(n). Ook heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld suggesties te doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
akten
6.2.
Partijen hebben vervolgens ieder een akte genomen.
6.3.
PKV heeft bij akte medegedeeld dat volstaan kan worden met benoeming van één deskundige, dat haar voorkeur uitgaat naar een handschriftdeskundige die is opgenomen in het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) en dat zij kan instemmen met de door het hof voorgestelde vraagstelling. Ook heeft PKV een suggestie voor de benoeming van een deskundige gedaan.
6.4.
[geïntimeerde] heeft bij akte medegedeeld dat volstaan kan worden met benoeming van één deskundige en dat zij de voorkeur geeft aan een ervaren forensisch schriftexpert. [geïntimeerde] heeft twee suggesties voor de benoeming van een deskundige gedaan en zij heeft verzocht de door PKV voorgestelde deskundige alsook een door haar in haar akte nader genoemde deskundige niet te benoemen. [geïntimeerde] heeft bij akte voorgesteld de deskundige te verzoeken zijn onderzoek
“volgens de reguliere methoden en technieken van forensisch schriftonderzoek”te verrichten, maar het hof laat de wijze waarop de deskundige zijn onderzoek dient uit te voeren aan de deskundige zelf over. Ook heeft [geïntimeerde] bij akte voorstellen gedaan betreffende de vraagstelling aan de deskundige. Deze voorstellen hebben deels betrekking op de omstandigheid dat geen origineel van het te onderzoeken stuk beschikbaar is. Het hof merkt in dat verband op dat hoewel het in het algemeen de voorkeur verdient dat een grafologisch onderzoek wordt uitgevoerd op basis van een origineel document, niet uitgesloten kan worden dat op basis van een kopie kan worden beoordeeld of op het originele document door [geïntimeerde] haar handtekening is gezet. Het hof laat het aan de deskundige over om te bepalen of en in hoeverre dit in dit geval mogelijk is. De overige voorstellen zien in de kern op de vraag of op het originele document door [geïntimeerde] haar handtekening is gezet. Het hof ziet geen aanleiding de voorstellen voor de vraagstelling van [geïntimeerde] over te nemen.
deskundige
6.5.
Het hof is - zoals in het tussenarrest van 22 november 2022 al overwogen - van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige. Partijen hebben voor de te benoemen deskundige geen eensluidend voorstel gedaan. Partijen hebben ieder een of meer deskundigen voorgesteld. Het aantal te benaderen deskundigen - met inbegrip van de door partijen voorgestelde deskundigen - is zeer gering. Gelet hierop en in aanmerking nemend dat op PKV de bewijslast rust van haar stelling dat partijen in 2018 de door haar bedoelde schriftelijke arbeidsovereenkomst hebben gesloten, heeft het hof aanleiding gezien de door PKV voorgestelde deskundige te benaderen. Dit mede gelet op de registratie van deze deskundige in het NRGD. Het hof heeft deze deskundige, de heer drs. W.P.F. Fagel (WFFO), [telefoonnummer] en [emailadres] , bereid gevonden op te treden als deskundige.
Weliswaar heeft [geïntimeerde] verzocht deze deskundige niet te benoemen, maar het hof acht de bezwaren van [geïntimeerde] tegen de benoeming van deze deskundige niet van dien aard dat die in de weg staan aan een benoeming. Het enkele feit dat PKV deze deskundige heeft voorgesteld, brengt nog niet met zich dat zij een belang bij deze deskundige heeft. Dat er
“kort contact”is geweest tussen PKV en deze deskundige, maakt dit niet anders, nu het doel hiervan was
“enkel om navraag te doen of deze vrij zouden staan een eventuele benoeming te aanvaarden en om te vernemen of zij bekendheid met de materie hebben”. De omstandigheid dat deze deskundige - aldus [geïntimeerde] - geen collega’s of assistenten heeft, acht het hof niet van
belang. De deskundige heeft bevestigd dat hij geheel vrij staat ten opzichte van partijen en in
staat is - met inachtneming van de beperkende omstandigheid dat de betwiste handtekening uitsluitend in kopievorm kan worden onderzocht - de vraagstelling te beantwoorden.
vraagstelling
6.6.
De door het hof in het tussenarrest van 22 november 2022 voorgestelde vraagstelling zal worden gehandhaafd, gelet op de instemmende reactie van PKV en hetgeen het hof hiervoor onder 6.4 heeft overwogen ten aanzien van de voorstellen betreffende de vraagstelling van de zijde van [geïntimeerde] .
6.7.
Het hof zal bepalen dat de deskundige gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord dient te geven op de hierna genoemde vragen:
1) Kunt u, onder vermelding van de mate van waarschijnlijkheid, aangeven of de
handtekening op (de kopie van) de arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2018 door [geïntimeerde]
is geplaatst?
2) Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan het hof volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
kosten
6.8.
Zoals al overwogen in het tussenarrest van 22 november 2022 komt het voorschot op de kosten van de deskundige ten laste van PKV. De deskundige heeft het voorschot op deze kosten begroot op een bedrag van (19 uur à € 100,00 per uur exclusief btw = € 1.900,00 exclusief btw =) € 2.299,00 inclusief btw.
verdere beslissing
6.9.
Het hof houdt verder iedere beslissing aan.

7.De uitspraak

Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
7.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 6.7 van dit arrest geformuleerde vragen;
7.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen: de heer drs. W.P.F. Fagel (WFFO), [telefoonnummer] en [emailadres] ;
7.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
7.4.
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
7.5.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
7.6.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek - en ten aanzien van het concept-rapport - partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
7.7.
bepaalt dat partijen
binnen vier wekendienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
7.8.
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed rapport, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het rapport aan de advocaten van partijen toe te zenden;
7.9.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekende rapport ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
7.10.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 2.299,00 inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
7.11.
bepaalt dat de griffier een specificatie van het voorschot bij het afschrift van dit arrest meezendt aan de advocaten van partijen;
7.12.
bepaalt dat PKV genoemd voorschot van € 2.299,00 inclusief btw zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
7.13.
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
7.14.
benoemt mr. H.K.N. Vos tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
7.15.
verwijst de zaak naar de rol van
29 augustus 2023in afwachting van het deskundigenrapport;
7.16.
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenrapport naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenrapport aan de zijde van PKV;
7.17.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.K.N. Vos, O.G.H. Milar en A. van Zanten-Barisen is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 30 mei 2023.
griffier rolraadsheer