Uitspraak
7.De beschikking d.d. 24 maart 2022
8.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
9.De verdere beoordeling
- verzoeken op grond van art. 3:299 BW / art. 3:300 BW (grief 4 en 5);
- termijn levering woning (grief 2);
- kosten overdracht woning (grief 1 tweede onderdeel);
- schuld belastingdienst;
- schuld Vereniging Bureau der Motorrijtuigenverzekeraars;
- medische facturen;
- schuld CJIB en RDW;
- overige schulden, boetes en financiële verplichtingen;
hofzal hierna de grieven per onderwerp bespreken.
hypothecaire geldlening (grief 1 en 6)
vrouwvalt uiteen in twee onderdelen. Het eerste onderdeel houdt in dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het restant van de hypothecaire geldlening op de datum van overdracht van de woning in mindering dient te worden gebracht op de waarde van de woning. De rechtbank had uit moeten gaan van de hoogte van de hypothecaire geldlening op 31 december 2019. De man heeft op die datum de woning verlaten en vanaf dat moment betaalt de vrouw de volledige hypotheeklast, bestaande uit aflossing en rente. De hoogte van de hypothecaire geldlening bedroeg op 31 december 2019 € 139.077,--. Indien het hof de vrouw niet volgt in haar stelling, dan verzoekt zij met haar zesde grief te bepalen dat de man gehouden is om met ingang van de datum indiening verzoekschrift, dan wel ontbinding van het huwelijk aan de vrouw te voldoen de helft van de door haar betaalde lasten van de echtelijke woning (het hof begrijpt: de hypotheekrente en -aflossing).
hofoverweegt als volgt.
verzoeken op grond van art. 3:299 BW / art. 3:300 BW (grief 4 en 5)
vrouwhet hof haar alsnog te machtigen als bedoeld in art. 3:299 BW om mede namens de man al datgene te doen dat nodig is om te bewerkstelligen dat de woning aan haar wordt geleverd, alsmede te bepalen dat de uitspraak van de rechter op grond van art. 3:300 BW in de plaats treedt van de rechtshandelingen van de man die noodzakelijk zijn voor de levering van de woning aan de vrouw, waaronder de vereiste handtekening van de man op de door de notaris op te stellen akte van levering. Omdat de man geen bekende woon- of verblijfplaats heeft binnen of buiten Nederland en de vrouw geen enkel contact met hem heeft, heeft zij er belang bij dat zij de overgang van de woning aan haar zonder de benodigde medewerking van de man kan uitvoeren.
hofoverweegt als volgt.
termijn levering woning (grief 2)
vrouwhoudt in dat de rechtbank ten onrechte een termijn van negen maanden heeft verbonden aan de levering van de woning aan de vrouw. Nu de man geen bekende woon- en/of verblijfplaats binnen en buiten Nederland heeft en de vrouw ook geen enkel contact met hem heeft, is het voor haar onmogelijk om de woning binnen een termijn van negen maanden aan haar te laten toedelen.
hofoverweegt als volgt.
kosten overdracht woning (grief 1, tweede onderdeel)
vrouwhoudt in dat de rechtbank ten onrechte heeft bepaald dat de kosten voor overdracht van de woning volledig voor haar rekening dienen te komen. Het is gebruikelijk dat deze kosten ieder voor de helft van partijen komen. Er is geen reden om van dit gebruik af te wijken.
hofoverweegt als volgt.
vrouwhoudt, kort gezegd, in dat de rechtbank ten onrechte haar verzoek heeft afgewezen te bepalen dat de man volledig draagplichtig is voor de schulden aan de Belastingdienst, de Vereniging Bureau der Motorrijtuigenverzekeraars, de medische facturen, de schulden aan CJIB en RDW en de overige schulden, boetes en financiële verplichtingen. Onder verwijzing naar het door haar in hoger beroep als productie 5 overgelegde rapport van het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) stelt de vrouw zich – samengevat – op het standpunt dat de man volledig draagplichtig moet worden geacht voor de hiervoor genoemde schulden.
hofoverweegt als volgt.