Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om de verdeling van zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders van de minderjarige [minderjarige]. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant aangevochten, waarin de zorgregeling voor [minderjarige] was vastgesteld. De vader verzocht om aanpassing van de zorgregeling, zodat [minderjarige] twee van de drie weekenden bij de moeder de mogelijkheid zou hebben om naar korfbal te gaan. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking verdedigd en verzocht om het beroep van de vader af te wijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 maart 2023 zijn beide ouders gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming. De vader heeft zijn verzoek om een gedragsdeskundige voor [minderjarige] te benoemen ingetrokken, na overeenstemming met de moeder over het inschakelen van een vertrouwenspersoon via de school van [minderjarige]. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de rechtbank had geoordeeld dat de zorgregeling niet gewijzigd diende te worden. Het hof heeft de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
De uitspraak benadrukt het belang van de belangen van het kind en de noodzaak voor ouders om samen te werken in de opvoeding, ook na een scheiding. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank onderschreven en de verzoeken van de vader afgewezen, waarbij het belang van [minderjarige] voorop stond.