GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 25 mei 2023
Zaaknummer : 200.324.122/01
Zaaknummer 1e aanleg : C/03/314525 / JE RK 23-268
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. J.J. Bronsveld,
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (GI).
Deze zaak gaat over de minderjarige:
-
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] .
Als belanghebbende worden aangemerkt:
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. N.D. Geraads.
[bijzondere curator] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in haar hoedanigheid van bijzondere curator over de minderjarige,
hierna te noemen: de bijzondere curator.
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de
Raad voor de Kinderbescherming,
hierna te noemen: de raad.
De zaak in het kort:
De minderjarige is met een (spoed)machtiging uit huis geplaatst bij de vader, voor de duur van de ondertoezichtstelling. De moeder is het daar niet mee eens.