2.1.Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 8 september 2022, heeft de vader verzocht:
de bestreden beschikking voor zover het betreft de afwijzing van zijn verzoeken te vernietigen, en, uitvoerbaar bij voorraad, opnieuw rechtdoende:
I.primairte bepalen dat het hoofdverblijf van [minderjarige] per de datum van de beschikking danwel enige andere datum die het hof geraden voorkomt voortaan bij de vader zal zijn, althans dat [minderjarige] per die datum danwel enige andere datum die het hof geraden voorkomt op zijn adres moet worden ingeschreven, waarbij de huidige zorgregeling van 50/50 wordt gecontinueerd onder de voorwaarde dat de moeder binnen twee maanden na beschikking zelfstandige woonruimte betrekt in de gemeente [woonplaats] , althans een zorgregeling die het hof geraden voorkomt en onder de voorwaarden die het hof wenselijk acht;
subsidiairte bepalen dat het hoofdverblijf van [minderjarige] per de datum van beschikking
danwel enige andere datum die het hof geraden voorkomt bij de vader zal zijn, althans
dat [minderjarige] per die datum danwel enige andere datum die het hof geraden voorkomt op
zijn adres moet worden ingeschreven, waarbij de huidige zorgregeling voor wat betreft
de periodes buiten de schoolvakanties wordt aangepast naar een zorgregeling waarin
[minderjarige] in de ene week van woensdag na school tot en met vrijdag na school bij de
moeder is en in de andere week van vrijdag na school tot maandag voor school althans
naar een zorgregeling die het hof geraden voorkomt;
meer subsidiairte bepalen dat het hoofdverblijf van [minderjarige] per de datum van
beschikking danwel enige andere datum die het hof geraden voorkomt bij de vader zal
zijn, althans dat [minderjarige] per die datum danwel enige andere datum die het hof geraden
voorkomt op zijn adres moet worden ingeschreven, waarbij de huidige zorgregeling van
50/50 wordt gecontinueerd, althans een zorgregeling die het hof geraden voorkomt;
II. te bepalen dat, ongeacht de zorgregeling die te gelden heeft, de start van [minderjarige] bij de
vader altijd op een doordeweekse dag in de oneven weken is, althans dat [minderjarige] altijd in
de oneven weekenden bij de vader is;
III. te bepalen dat de moeder ervoor moet zorgdragen dat [minderjarige] , behoudens overmacht,
kan deelnemen aan de wekelijkse zwemlessen in [woonplaats] in zijn reguliere groep, in ieder
geval tot het C-diploma is behaald;
IV, te bepalen dat de moeder ervoor moet zorgdragen dat [minderjarige] , behoudens overmacht,
aan ten minste één sportactiviteit per week deelneemt in [woonplaats] ;
V. de bijdrage van de vader in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] over de
periode 21 april 2021-31 december 2021 te wijzigen en te bepalen op een bedrag van
€ 114,- per maand althans op een bedrag dat het hof in goede justitie vaststelt, alsmede
te bepalen dat de moeder de vader over deze periode een bedrag van € 193,58 althans
een bedrag dat het hof in goede justitie vaststelt dient terug te betalen;
VI.primair, in de situatie zoals omschreven bij randnummer 24, berekeningen 2 en 3 de
bijdrage die de vader aan de moeder moet voldoen in de kosten van verzorging en
opvoeding van [minderjarige] per 1 januari 2022 althans met ingang van een datum die door
het hof in goede justitie wordt bepaald te wijzigen en te bepalen op een bedrag van.
€ 17,= per maand althans op een bedrag dat het hof in goede justitie vaststelt naar
aanleiding van de beslissing over de inschrijving van [minderjarige] en de te gelden zorgregeling,
alsmede te bepalen dat de moeder gehouden is hetgeen zij vanaf 1 januari 2022 te veel
van de vader heeft ontvangen aan de vader dient terug te betalen;
subsidiair, in de situatie zoals omschreven bij randnummer 24, berekening 4, de bijdrage
die vader aan de moeder moet voldoen in de kosten van verzorging en opvoeding van
[minderjarige] per 1 januari 2022 althans een datum die het hof in goede justitie bepaalt op nihil
te stellen, alsmede te bepalen dat de moeder gehouden is hetgeen zij vanaf die datum
teveel van de vader heeft ontvangen aan hem dient terug te betalen, en te bepalen dat
de moeder vanaf dat moment gehouden is een bijdrage in de kosten van verzorging en
opvoeding van [minderjarige] van € 70,= per maand aan de vader te voldoen althans een
bedrag dat het hof in goede justitie bepaalt.
VII. te bepalen dat de moeder, los van de beslissing over het bedrag dat de vader aan de
moeder danwel de moeder aan de vader moet voldoen als bijdrage in de kosten van
verzorging en opvoeding, gehouden is een bedrag van € 2.152,50 aan de vader te
vergoeden nu de vader voor de moeder deels de verblijfsoverstijgende kosten van [minderjarige]
voor zijn rekening heeft genomen, althans te bepalen dat de vader gerechtigd is dit
bedrag te verrekenen met zijn aandeel in de kosten van verzorging en opvoeding van
[minderjarige] die hij per de datum van afgifte van de beschikking althans per de datum van
wijziging verschuldigd is.Kosten rechtens.