In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing en belaging, met een taakstraf van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, maar met een lagere taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. De verdediging pleitte voor vrijspraak van de belaging. Het hof heeft de zaak onderzocht en kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren, waarvan 100 uren voorwaardelijk, en een contactverbod met het slachtoffer voor de duur van 3 jaren. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.